Uit de Bron (232b)

Daniël en zijn drie vrienden

Toch lieten Daniël en zijn vrienden van zich horen. Zij konden en durfden Gods geboden niet overtreden.

In de Bijbel staat: "Daniël nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijze des konings, noch met den wijn zijns dranks; daarom verzocht hij van den overste der kamerlingen, dat hij zich niet mocht ontreinigen.”

Daniël wendde zich dus tot Aspenaz, die de overste van de kamerlingen was. Hem vroeg hij om ander eten. En dat vroeg hij ook namens zijn drie vrienden, die hetzelfde bezwaar hadden.

Wat antwoordde Aspenaz? Werd hij boos? Begon hij te schelden? Lachte hij Daniël en zijn vrienden uit?

Niets van dat alles. In Gods Woord staat: "En God gaf Daniël genade en barmhartigheid voor het aangezicht van den overste der kamerlingen.”

Ook van Jozef lezen we: De overste van het gevangenhuis zag gans op geen ding dat in zijn hand was; en wat hij deed, dat deed de HEERE wel gedijen.” (Genesis 39:23).

De Heere blijft voor Zijn kinderen zorgen. Toen Daniël zijn bezwaar tegen het voedsel aan Aspenaz te kennen gaf, luisterde de hoveling aandachtig naar hem. "Daniël, " antwoordde hij toen, "ik zie er geen bezwaar in u en uw vrienden ander voedsel voor te zetten, maar ik ben bang, dat de andere jongelingen er op den duur veel beter zullen uitzien. Het gevolg is dat de koning straks boos op mij zal worden en mij zal doden.”

Daniël begreep de moeilijkheid. Hij wist dat Aspenaz zijn voorstel niet durfde aan te nemen. Uiteindelijk moest hij doen, wat de koning voorgeschreven had!

Toen sprak Daniël met Melzar. Hij was de man die vooral voor de tafel van hem en zijn vrienden moest zorgen. "Melzar, " vroeg hij, "wilt u mijn vrienden en mij ander voedsel geven? Probeer het eens tien dagen, en kijk dan of wij er slechter uitzien dan de andere jongelingen. Geef ons erwten, bonen en groenten te eten en schenk geen wijn, maar water in onze bekers. Daarna kunt u kijken hoe wij eruit zien." Daniël vertrouwde op de Heere. Hij kan immers het eenvoudige eten net zo goed zegenen als het beste eten.

Melzar vond Daniels voorstel goed. Tien dagen lang kregen de vier gevangenen heel eenvoudig eten, terwijl ze alleen maar water dronken.

Wat was het resultaat na tien dagen?

De Bijbel zegt: "Ten einde nu der tien dagen zag men, dat hun gedaanten schoner waren en zij vetter waren van vlees dan al de jongelingen, die de stukken van de spijze des konings aten.”

Hoe wonderlijk had de Heere geholpen! Toen Aspenaz en Melzar dat zagen, begrepen zij dat er helemaal geen gevaar dreigde, wanneer die vier ballingen voortaan dat eenvoudige eten kregen.

Vanaf dat ogenblik kregen Daniël en zijn vrienden andere maaltijden dan de rest van de jongelingen.

En God zegende de vier ballingen. Hij gaf hun wijsheid, verstand, kennis en inzicht, terwijl Daniël van de Heere de gave kreeg om dromen en gezichten uit te leggen, zoals dat bij de profeten het geval was.

Toen de drie jaren voorbij waren, werden de jongelingen voor de koning gebracht. Hij stelde een onderzoek in, sprak met hen en ging na wat ze geleerd hadden. Na afloop hiervan bleek dat Daniël en zijn vrienden in elk opzicht ver boven de anderen uitstaken. Daarom koos Nebukadnézar hen tot zijn hovelingen uit. Al gauw merkte hij, dat ze veel meer wisten dan zijn tovenaars en sterrenkundigen.

Wat was de koning blij zulke knappe hovelingen te hebben!

Jongens en meisjes, hebben jullie het gehoord? Toen Aspenaz de namen van de vier Israëlieten veranderde, zwegen zij stil. Al kunnen we begrijpen dat ze het heel erg vonden.

Maar toen Daniël en zijn vrienden merkten dat Gods geboden overtreden werden. konden ze niet langer zwijgen. Ze namen het op voor de eer van God. De andere ballingen protesteerden niet. Ook al wisten zij dat ze zondigden, toch namen zij deel aan de heidense maaltijden en aten het vlees van onreine dieren. Maar de vier vrienden weigerden aan die heidense maaltijden deel te nemen. En God wilde hun trouw en standvastigheid uit genade belonen.

Niet alleen kregen ze ander voedsel, maar zij mochten als hovelingen de koning dienen, omdat ze in wijsheid de andere mensen in Babel overtroffen.

God slaat een gram gezicht Op bozen, die Hem tegenstaan; Hij doet hun naam met hen vergaan, Door 't hoogste strafgericht. Maar Hij ziet gunstig neer Op hem, die naar Zijn wetten leeft; God is het, Die hem uitkomst geeft, Zijn groten naam ter eer. (Psalm 34:8)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen