Het werk des Heiligen Geestes -79-

DE GETUIGENIS DES GEESTES

”Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in zichzelven.” (1 Joh. 5:10)

Slechts de reine mensheid van onze Heere, Zijn mensheid gehoorzaamde, leed en stierf voor ons. Geloof in de leer Zijner Godheid. God in de mens maakte Zijn gehoorzaamheid verdienstelijk voor onze rechtvaardigmaking, en Zijn dood voor onze verlossing. O heerlijke Persoon van de Godmens Middelaar!

Op dat fundament alleen kan een arme veroordeelde zondaar bouwen! Welk een ”verse en levende weg” is er voor ons tot God geopend, welk een wijde deur tot Zijn hart! Nu mag hij komen, zonder dat geen enkele volmaaktheid van Jehovah door dit komen geschonden wordt, zonder dat een jota of tittel der wet in zijn zaliging verbroken wordt, daar de wet in al haar volmaaktheid en heerlijkheid uitblinkt door de volkomen en vrije verlossing van een zondaar door het bloed en de gerechtigheid van Gods Zoon.

Nu staat boven de deur der genade in lichtschrift, dat een engelenoog verblindt, te lezen: Al wie in Hem gelooft zal niet verderven, maar het eeuwige leven hebben.” De Heilige Geest getuigt van de persoonlijke heerlijkheid van Jezus, als Hij de ziel brengt tot een schade achten van alle andere heerlijkheid en een kleven aan Christus als zijn enige en volkomen zaligheid! ”Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht. Ja gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus mijn Heere.” Filipp. 3:7-8.

De Geest getuigt van het verzoenend bloed van Jezus' priesterlijke bediening. Wij willen ons oog onbewegelijk op de Godheid van Christus geslagen houden, als wij het verzoenend werk onzes Heeren beschouwen. Elke stap bij de voortgang van dat werk leidt ons tot nieuwe wonderen, als wij op de heerlijkheid van de persoon van Christus zien. De krachtdadigheid van de offerande ligt in de oneindige waardigheid van de priesters. De priesters onder de wet konden geen persoonlijke kracht of heerlijkheid aan hun offeranden geven, waren slechts voldoende voor de verzoening der overtreding van het gebod Gods. Maar de offerande van Jezus Christus ontleende al haar kracht en heerlijkheid van Zijn Persoon.

Het is deze zo gewichtige leer van de dood van Jezus, die zulk een luister over Zijn gehoorzaamheid werpt. Het bloed van de Heere Jezus ”reinigt ons van alle zonden”, omdat dit bloed het bloed is van de Godmens; de gerechtigheid van de Heere Jezus ”rechtvaardigt ons van alle dingen”, omdat die gerechtigheid de gerechtigheid is van God. Van hier de grote waarde van Zijn offerande.

Zij was tevens een algehele offerande. Hij gaf Zichzelf ten offer. ”Wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer Gode, tot een welriekende reuk.” Ef. 5:2. Ja, Hij Zelf gaf Zich ten slachtoffer. Meer kon Hij niet geven, iets minder zou niet voldoende zijn geweest. Hij gaf Zichzelf - al wat Hij in de hemel en op aarde bezat, gaf Hij ten behoeve Zijns volks. Zijn leven van gehoorzaamheid en lijden gaf Hij als ”een offerande en slachtoffer Gode”. Zijn overgave was een algehele overgave. Zijn offerande was een vrijwillige offerande. ”Hij gaf Zichzelven.” Het was niet door opgewondenheid of door dwang, dat Hij Zichzelf in de handen van Gods gerechtigheid overgaf. Hij ging niet naar het altaar als een wederstrevig offer, men sleepte Hem niet naar het kruis. Hij ging er geheel vrijwillig heen. Er bestond een plechtige noodzakelijkheid waarom Jezus ten behoeve Zijns volks moest sterven, krachtens Zijn verbondsbetrekking met de Vader.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen