Kort verslag van de Particuliere Synode te Barneveld op woensdag 13 juni 2007 (slot)

Punten van behandeling

Doop adoptiekinderen

De synode honoreerde een verzoek van de classis-Zuid om een commissie in te stellen die zich bezighoudt met eventuele heroverweging van een synode-uitspraak uit 1975 inzake de doop van geadopteerde kinderen. In 1975 hield de synode vast aan het besluit van de Synode van Dordrecht (1618) waardoor geadopteerde kinderen alleen gedoopt konden worden als zij van christelijke afkomst waren.

Beroepschrift

Een beroepschrift van een lid van een der gemeenten werd in besloten zitting behandeld.

Volgende synode

De gemeente van Vlaardingen werd aangewezen als roepende kerk voor de eerstvolgende synodevergadering op D.V. woensdag 11 juni 2008 te Barneveld. Ds. A. van Voorden hoopt dan voor te gaan in de op D.V. 10 juni 2008 te houden bidstond.

Afsluiting

Op verzoek van de preses besloot ds. T.R. Treur deze vergaderdag met een kort slotwoord naar aanleiding van Psalm 56, en wel in het bijzonder vers 10b: ”…. dit weet ik, dat God met mij is”. David heeft deze Psalm gedicht toen de Filistijnen hem gegrepen hadden te Gath. In de bidstond voor de synode is beluisterd hoe laag Simson het er afgebracht had. Maar moeten we ook hier niet zeggen: ”Och, David, wat moest u toch zoeken bij de Filistijnen? ” Waarom moest David daar terechtkomen? O, de Heere moest aan Zijn eer komen, en David op zijn plaats. De Heere gebruikt wegen om de ziel naar Hem toe te drijven. Ds. Treur wees erop dat er vandaag verschillende personen zijn benoemd in diverse commissies. Wat zou het groot zijn als die David zouden mogen nazeggen: ”….dit weet ik, dat God met mij is”. Maar dan zal men ook weten dat God eerst tegen hen was. Als de Heere de ogen opent, dan gaat de ziel inleven welk een vijand hij is van de Heere.

Het is voor allen noodzakelijk, teruggebracht te worden naar het paradijs: wij hebben God de nek toegekeerd. Die kennis is Gode verheerlijkend.

De Heere draagt echter zorg voor Zijn Kerk, want we horen David hier zeggen: ”…. dit weet ik, dat God met mij is”, en in Psalm 18: ”Met mijn God spring ik over een muur”. De Filistijnen zijn nodig om de ziel aan de grond te houden. Het is niet aangenaam, niet begeerlijk voor het vlees, maar toch is het nuttig en nodig. David was hierin echter ook een type van de Middelaar. Die moest zeggen: ”De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft niet waar Hij het hoofd nederlegge”. En in Psalm 22 horen we Hem zeggen: ”Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten”. Als de Dienstknecht des Vaders heeft Hij de pers alleen getreden. Hij is veracht, bespot en versmaad. O, wat heeft het Hem toch gekost om de losprijs op te brengen, maar Hij is als Overwinnar uit de strijd gekomen. En bij ogenblikken mag de Kerk in die overwinning delen, wat David ook te zien kreeg volgens het 9 e vers: ”Gij hebt mijn omzwerven geteld”. Als Gods kinderen achterom mogen zien, dan heeft de Heere het nooit verkeerd gedaan. Maar dan mogen ze ook weleens grotelijks verblijd worden.

De Filistijnen blijven in het leven van de Kerk niet uit. Die Filistijnen treffen we niet alleen aan in de wereld, maar die zijn ook onder ons. En toch, als de Heere weer overkomt met de woorden ”…. dit weet ik, dat God met mij is”, dan ligt in zulk een bezoek een ogenblik alles vlak.

De Heere heeft ons verblijd doordat er weer een student mocht worden toegelaten tot de studie.

Hij gedenke ook broeder Geuze en mocht hem de weg willen wijzen in de beroepen die op hem uitgebracht zullen worden. Met de Heere komen we nooit beschaamd uit. Broeder Weststrate: de Heere ondersteune u in deze onmogelijke weg. Broeder Krijgsman: de Heere gedenke ook u in deze weg, en geve u de hand aan de ploeg te slaan en losgemaakt te worden van alles wat achter is. De Heere gedenke ook alle ambtsdragers. Hij blijft Dezelfde door alles heen, want Hij heeft gezegd: ”Ik, de HEERE, word niet veranderd”. Als we daar een ogenblik iets van mogen gevoelen, dan vallen alle bezwaren weer even weg en mogen we het met de Heere eens zijn. Het woord blijft gelden: ”Die achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij”.

Tot slot liet ds. Treur nog zingen Ps. 56:4 en eindigde met dankgebed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen