Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Bron (15a)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Bron (15a)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verzoeking in de woestijn

Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel. (Matthéüs 4:1)

Nadat de Heere Jezus was gedoopt, werd Hij meteen door de Heilige Geest weggeleid in de woestijn. Toen Simson groot werd, begon de Geest des Heeren hem soms te drijven en te bewegen om Israël te verlossen uit de macht van de Filistijnen. Nu lezen we dat de meerdere Simson, de Heere Jezus, van de Geest werd uitgedreven naar de woestijn. Er staat in de Bijbel niet, welke woestijn het geweest is, maar het was in ieder geval een kaal en steenachtig gebied waarin weinig mensen woonden.

De Heere Jezus was gedoopt en zou Zijn heilig werk onder de mensen gaan beginnen. In plaats dat Hij nu naar Jeruzalem werd geleid, nam de Geest Hem mee naar de woestijn.

Waarom werd Jezus daarheen weggeleid? In de Bijbel staat dat Hij daarheen ging om verzocht te worden van den duivel.

Mensen dienen elk contact met de duivel en zijn zondige werken te mijden. Daarom mogen wij ons nooit in verbinding stellen met waarzeggers en duivelskunstenaars. Zulke mensen mochten van de Heere niet eens in Israël leven. Ook duivelse werken als moorden, roven, liegen en lasteren zijn door de Heere verboden.

Maar de Heere Jezus werd door Gods Geest in de woestijn geleid om in aanraking te worden gebracht met de duivel. De Heere Jezus, de Vorst des levens, zou de strijd gaan aanbinden met de satan, de vorst der duisternis. Met dat doel moest de Heere naar de woestijn en op een sluwe en vreselijke manier viel de satan op Hem aan. Zoals eens de satan in de gedaante van een slang Adam en Eva verzocht, zo werd nu de tweede Adam, de Heere Jezus, door hem verzocht en waarschijnlijk kwam de satan deze keer tot hem in de gedaante van een mens.

De Heere Jezus werd door hem maar liefst veertig dagen verzocht. Misschien begrijpen jullie wel wat dat woord ”verzoeken” hier betekent. Als de satan iemand verzoekt, dan is het zijn bedoeling om zo iemand van de Heere en Zijn dienst af te trekken. De vorst der duisternis verzoekt iemand door hem aan te raden te zondigen. Misschien herinneren jullie je nog de zondige en hoogmoedige volkstelling van koning David. Hij wilde weleens weten hoe sterk en machtig hij was. Wie verleidde hem tot die zonde? In de Bijbel staat: oen stond de satan op tegen Israël, en hij porde David aan dat hij Israël telde (1 Kronieken 21:1). Zien jullie het? De satan probeerde David over te halen om tegen de Heere te zondigen.

In die eenzame woestijn probeerde de satan de Heere Jezus te laten zondigen. Veertig dagen duurde die hevige strijd en de Heere Jezus bracht die veertig dagen door met vasten en bidden. In de strijd met satan is het gebed het machtigste wapen en daarom lezen we in de Bijbel dat de Heere Jezus voordurend bad en geen eten en drinken tot Zich nam. Ten slotte kreeg de Heere Jezus honger en toen deed de satan zijn hevigste pogingen om Hem tot zonde te bewegen. Hij deed dat op een sluwe en slinkse manier. Al misbruikte hij deze keer geen listige slang, toch leek zijn manier van optreden veel op die van het paradijs. Begon hij toen met twijfel in het hart van Eva te zaaien, ook nu zette hij zijn helse aanval in met een dergelijke opmerking. Wat vroeg hij aan de Heere?

Hij sprak: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dat deze stenen broden worden. De satan wist dat er na de doop door Johannes een stem van de hemel was gehoord die sprak: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.

Toch waagde hij het om te zeggen: ”Als het waar is dat U de zoon van God bent, dan zorgt Uw Vader maar slecht voor

U, want U hebt honger.” Met schijnbaar vriendelijke woorden kwam de satan tot Jezus, die vermoeid tussen de rotsen en spelonken neerzat. Maar het waren vreselijk gemene woorden! Hij begon in twijfel te trekken dat de Heere Jezus Gods Zoon was en hij stelde de Vader van de Heere Jezus in een kwaad daglicht alsof Hij niet goed voor Zijn Zoon zorgde. Daarom sprak hij: ”Als U Gods Zoon bent, dan zorgt Uw Vader niet goed voor U. Daarom raad ik U aan om van deze stenen broden te maken. U, als de Zoon van God, kunt dat doen.”

Maar Jezus antwoordde: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord dat door de mond Gods uitgaat. De Heere Jezus verwees naar de Bijbel en wilde eenvoudig zeggen: Mijn Vader kan op verschillende manieren voor Zijn kinderen zorgen. Eens liet Hij veertig jaar lang manna in de woestijn regenen en een andere keer maakte Hij een moedeloze Elía in de woestijn wakker en sprak: Sta op en eet. Toen zag de profeet een gebakken koek en een fles water (1 Koningen 19). Mijn Vader heeft allerlei middelen tot Zijn beschikking om Zijn kinderen in moeilijke omstandigheden te helpen.

Jullie zullen wel hebben begrepen dat de duivel de Heere Jezus tot zonde wilde bewegen door hem te gehoorzamen. Zoals hij in het paradijs Eva had aangeraden de verboden vrucht te nemen, zo raadde hij nu de Heere Jezus aan om op zijn bevel een wonder te doen. Had de Heere Jezus dat gedaan, dan zou Hij de vorst der duisternis gehoorzaam zijn geweest. Hij zou dan tegen de Heere gezondigd hebben en dan zou Hij nooit meer de Zaligmaker van Zijn kinderen geweest kunnen zijn.

De aanslag van de vorst der duisternis was daarom niet alleen op Jezus, maar meteen op Zijn Vader en Zijn kinderen gericht en die duivelse list doorzag de Heere Jezus.

(Vervolg op pag. 117)

(Vervolg 'Uit de Bron')

Hoewel die helse aanslag was verloren, zo gaf de satan de strijd niet op. Hij nam de Heere Jezus daarna mee naar Jeruzalem en stelde Hem op het platte dak van de tempel, dat in de Bijbel wordt genoemd ”de tinne des tempels.”

Vanaf dat hoge dak kon je beneden de vallei zien liggen. Satan wees naar die duizelingwekkende diepte en sprak: Indien Gij

Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot.

De duivel gebruikte deze keer een woord uit de Bijbel en wel uit Psalm 91. Maar heel listig liet hij weg het deel van de tekst, waar het juist opaan kwam.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 2007

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Uit de Bron (15a)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 2007

De Wachter Sions | 8 Pagina's