Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Bron (67a)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Bron (67a)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het grote avondmaal

En nog is er plaats. (Lukas 14:22).

De Heere Jezus was met Zijn discipelen uitgenodigd om op een sabbat bij een farizeeër brood te eten. Ook andere farizeeërs en schriftgeleerden lagen met Hem aan de tafel aan en de één was nog meer benieuwd dan de ander waarover de wonderdoende Meester uit Nazareth spreken zou.

Het was echter niet uit liefde dat Jezus uitgenodigd was. In de Bijbel staat dat de farizeeërs dat hadden gedaan om Hem ”waar te nemen.” Dat betekent, dat ze eens goed op Zijn woorden wilden letten of Hij niets verkeerds zei. Vooral wilden zij kijken of Hij de sabbat streng zou onderhouden. Hij had in hun ogen immers al verschillende keren de sabbat overtreden door op die dag iemand te genezen.

Steeds bleek heel duidelijk dat de farizeeërs een grote hekel aan Jezus hadden. Het liefst zouden ze hebben dat Hij van de aarde verdween. En áls ze belangstelling voor Hem toonden, was het geveinsd. Ze meenden er niets van, maar wilden Hem op de een of andere manier in de val lokken om iets te vinden waarvan ze Hem konden beschuldigen.

Jammer, dat zij niet tot de Heere kwamen om van hun zonden verlost te worden door te smeken:

Zie op mij in gunst van boven; Wees mij toch genadig, HEER'. (Psalm 25:8)

Tijdens de maaltijd werd een zieke bij Jezus gebracht.

Nieuwsgierig veerden de Farizeeërs op, keken argwanend rond en vroegen zich af: Zal Jezus de zieke man genezen? Zal Hij hem op de sabbat beter maken?

De Heere Jezus wist wat er in hun binnenste omging en vroeg hun: ”Is het toegestaan iemand op de sabbat gezond te maken? ” De Heere Jezus wachtte op een antwoord, maar niemand zei iets.

Daarop genas de Heere Jezus de zieke man. Toen vroeg Jezus aan de farizeeërs: ”Als uw os of ezel op de sabbat in een put met water valt, laat u dan het beest verdrinken of trekt u het uit de put? ”

Weer kreeg de Heere geen antwoord. Ze konden hem ook niet antwoorden, want wat zouden ze moeten zeggen? Als zij Hem zouden antwoorden: ”Natuurlijk halen wij het beest uit de kuil, ” zou de Heere zeggen: ”Jullie verlossen wel een dier en zou Ik dan niet een mens mogen verlossen op de sabbat? ” Op die manier zouden ze hun eigen vonnis vellen en daarom hielden ze maar gauw hun mond.

Jezus zag al die zwijgende mensen aan tafel liggen en Hij wist wat er in hun harten omging. Hij merkte ook dat ze de voornaamste plaats aan tafel hadden uitgezocht en dat de gastheer vooral rijke en gegoede mensen had uitgenodigd. Daarom onderwees Hij hun uit het Woord van God en sprak: ”Wie de Heere liefheeft en zijn geloof toont uit zijn werken, heeft ook arme mensen lief. Zo iemand zal vooral goed voor hen zorgen, want onder zulke eenvoudige mensen zijn vaak kinderen van God te vinden. Wie uit liefde tot de Heere voor hen zorgen zal, wordt uit genade beloond met het eeuwige leven op de dag van de opstanding.”

Ineens werd Jezus in de rede gevallen.

Een farizeeër hoorde dat de Heere Jezus over het eeuwige leven sprak en hij riep: ”Zalig zijn ze die eens in de hemel zullen zijn.”

De Heere Jezus ging meteen op die woorden in en antwoordde: ”Inderdaad zijn zij zalig, die eens in de hemel zullen zijn. Maar denk niet in de hemel te komen door het doen van goede werken. In de hemel zullen alleen de mensen zijn die Mij als hun Zaligmaker hebben aangenomen. Wie Mij verwerpt, komt niet in de hemel.” Om hun dat nog eens heel duidelijk te maken, vertelde de Heere toen ”de gelijkenis van het grote avondmaal.”

”Er was eens een rijke heer die een grote maaltijd wilde geven. Hij was erg milddadig en nodigde vele gasten uit om te komen eten. Zijn dienstknecht werd overal heen gestuurd met de heerlijke boodschap: ”U wordt uitgenodigd voor de maaltijd. Komt, want alle dingen zijn nu gereed. Het beste heeft mijn meester klaargemaakt.”

Maar de één antwoordde: ”Het spijt me erg, ik kan onmogelijk komen. Ik heb juist een akker gekocht en die wil ik gaan bekijken. Ik hoop de volgende keer zeker te komen.”

Toen de dienstknecht bij de volgende man kwam om hem voor de maaltijd uit te nodigen, antwoordde de man: ”Het is jammer dat ik uw uitnodiging niet kan aannemen. Ik heb juist vijf span ossen gekocht en moet daarmee gaan werken. Wil mij bij uw heer verontschuldigen dat ik deze keer niet aan de maaltijd kan komen.”

(Vervolg op pag. 61)

(Vervolg 'Uit de Bron')

Toen ging de dienstknecht naar de derde man. Ook hij kreeg de uitnodiging: ”Kom tot de maaltijd, want alle dingen zijn nu gereed.” Maar de man antwoordde: ”Ik kan mijn vrouw niet alleen laten en daarom bedank ik voor de eer.”

Teleurgesteld keerde de dienstknecht naar zijn heer terug en vertelde hem dat alle genodigden het zo druk hadden met hun eigen zaken, dat ze onmogelijk naar de maaltijd konden komen.

Toen werd de heer boos. Daar stonden nu de gereedgemaakte tafels klaar met allerlei heerlijk eten en nu waren er geen gasten. Ze weigerden heel eenvoudig om te komen.

Toen sprak de gastheer tot zijn dienstknecht: ”Ga vlug naar de straten en wijken van de stad en nodig de armen, verminkten, kreupelen en blinden.” De dienstknecht deed wat hem bevolen werd en van alle kanten stroomden de ongelukkigen toe.

Toen de eetzaal vol was met gasten, zei de dienstknecht: ”Meester, ik heb ge-daan wat u bevolen hebt en nog is er plaats!”

Toen antwoordde de heer: ”Ga uit op de wegen en heggen en probeer daar de mensen te overreden om naar mijn maaltijd te komen, opdat mijn huis vol worde. Niet zij, die ik eerst heb laten uitnodigen en weigerden te komen, zullen aan mijn tafel aanzitten, maar de armen, kreupelen en verminkten zullen aan mijn maaltijd deelnemen.”

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 2008

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Uit de Bron (67a)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 2008

De Wachter Sions | 8 Pagina's