Kort verslag van de Synode te Barneveld op woensdag 17 juni 2009 (1)

Namens de roepende kerk van Vriezenveen opende ds. J. Roos de vergadering met het laten zingen van Psalm 90:1 en 9. Vervolgens las hij uit Gods Woord Psalm 90 en ging voor in gebed.

Ds. Roos merkte in zijn openingswoord op dat de jaarlijkse synodale vergadering en de daaraan voorafgaande bidstond, hoogtijdagen zijn in het kerkelijke leven. Elke gemeente, elke ambtsdrager heeft zijn eigen zorgen. Juist daarom is het goed om elkaar in synodale vergadering te ontmoeten, niet alleen ook ter bespreking van de vele zaken, maar beter nog, ter behartiging ervan. Daarbij zal Gods Woord in het middelpunt moeten staan en heerschappij moeten hebben in alle besprekingen en besluiten. De tijdelijke voorzitter sprak vervolgens enkele woorden naar aanleiding van Psalm 90, een gebed van Mozes, de man Gods.

Waarom worden al Gods profeten en knechten mannen Gods genoemd? Wel, omdat God de Heilige Geest hen geroepen en uitgestoten heeft om in Zijn wijngaard werkzaam te zijn; zij zijn instrumenten in Zijn hand. Mozes, de man van God. Welk een bijzondere titel dragen Gods knechten dan toch: mannen van God. Van de mannen Gods is bekend dat zij ook gebeden hebben. Dit blijkt ook uit Psalm 90. Het is een gebed van Mozes, de man Gods. Mozes mocht in deze Psalm met God beginnen en met God eindigen. Heere, Gij zijt de enige God. Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht. In de Engelse Bijbel staat: Gij zijt ons een Woonplaats geweest. Hoe heeft Mozes in stilte tot God opgezien bij het uitspreken van deze woorden. Mozes mocht in harmonie met God staan. Gij zijt de enige God, Die Uw Kerk hebt liefgehad en blijft liefhebben. Gij blijft de Onveranderlijke. ”Heere”, ”Gij”. Gij zijt de enige Getrouwe, Gij blijft de enige Getrouwe. Gij zijt ons een Toevlucht van geslacht tot geslacht 'geweest'.

Mozes krijgt in deze Psalm een terugblik. Want hij betrekt het niet alleen op het volk dat toen leefde, maar hij mocht ook terugblikken naar de tijd van de patriarchen, Abraham en Jakob, Jozef. Ook ten tijde van Amram en Jochebed. Mozes mocht ook zichzelf erbij insluiten. Mozes beleed dat het volk veertig jaar in de woestijn tegen de Heere had opgestaan. Daarom is het zijn gebed: 'Zou U ons willen omringen met Uw goedertierenheid en ons bij willen staan, ondanks dat wij telkens van U afwijken'.

Het mocht ook onze bede maar zijn of de Heere ons wil bewaren bij de zuiverheid van Zijn Woord. Dat we niet zullen meegaan met de wereldgelijkvormigheid die meer en meer indringt in de kerk. Ds. Roos zei ontzettend bezorgd te zijn over alles wat ook onder ons meer en meer ingang vindt. Hoe menigmaal wordt ook de tijd op een onverantwoorde wijze besteed.

Dit jaar is het Calvijnjaar. Het is goed om bij deze grote reformator stil te staan, hoe de Heere Calvijn bedeeld had met zoveel licht en genade. Calvijn is er door de Heere toe gebruikt om de leer van Gods Woord opnieuw te doen schitteren. Die leer is door hem gestempeld. Ook voor Calvijn was de Heere een Toevlucht.

Maar we denken ook aan de andere reformatoren. Toen Melanchton in grote moedeloosheid verkeerde over de toestand van de kerk, wekte Luther hem op om Psalm 46 te zingen, waarvan 'Een vaste burcht is onze God' is afgeleid. Hij was niet alleen een Toevlucht voor de reformatoren, voor de nadere reformatoren, voor de puriteinen, maar Hij is het voor de gehele Kerk. Het is de echo van de Kerk van alle tijden en eeuwen. Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht. 'Gij zijt ons geweest'. Is Hij het dan nu niet meer? Als dat zo was, dan had de kerk niet meer bestaan. Maar in vers 2 zegt Mozes: van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.

Daarom bestaan ook onze gemeenten nog, omdat Hij de Toevlucht was, de Toevlucht is en de Toevlucht blijven zal. Hij is Jehovah, de onveranderlijke VerbondsGod. En hoe kan dit? Omdat God de Zoon des mensen naar deze wereld heeft gezonden. Hij had geen toevlucht want Hij moest uitroepen aan het kruis: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Hij heeft de geest gegeven en is in het graf gelegd. Maar is daaruit ook opgestaan en zit nu aan de rechterhand Zijns Vaders om altijd voor Zijn Kerk te bidden. Hij is daar als de Toevlucht voor Zijn volk.

Christus wordt vergeleken bij een toevlucht. Zoals oudtestamentisch de vrijsteden toevluchtsteden waren voor de doodslager, zo is Christus onze enige Toevlucht. Zijn we er al achter gebracht dat we in groot gevaar verkeren van door de bloedwreker gedood te worden? Anders hoeven we geen toevlucht te zoeken. Als de Heere onze blinde zielsogen opent en die heilige wet in ons binnenste gaat afdrukken, dan gaan we inleven dat we voor God niet kunnen bestaan. Die wet vervloekt en veroordeelt ons; dan hebben we geen toevlucht meer. Mozes zegt in deze psalm: Want wij vergaan door Uw toorn en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt. Dan gaan we uitroepen: O God, wees mij zondaar genadig.

Als de Heere dan doortrekt, dan schiet er niets anders over dan dat het rechtvaardig is om met Sódom en Gomórra omgekeerd te worden, zoals we gisteravond in de bidstond beluisterd hebben. Welk een wonder wordt het dan als de Heere op grond van dat eeuwige welbehagen die enige Toevlucht gaat aanwijzen, dat we nog zalig kunnen worden. Dan is Hij de enige Toevlucht en gaan we uitroepen: 'God heb ik lief'. Dan krijgen we zulke hoge gedachten van die dierbare Borg en Middelaar, vooral ook als Hij laat zien wat het Hem gekost heeft om die zaligheid voor ons te verwerven. Dan is Hij ook een zalige Toevlucht en mag Gods volk ervaren dat Hij is als een appelboom onder de bomen des wouds. Zijn vrucht is dan hun gehemelte zoet. Hoe dierbaar is dan Zijn borggerechtigheid. Dan smaken ze een vrede die alle verstand te boven gaat.

Maar Hij is ook een blijvende Toevlucht en een getrouwe Toevlucht. En hoe groot is het om Hem door het geloof te mogen eigenen als mijn Toevlucht. Dat is nooit te begrijpen, dat Hij Zijn hartenbloed voor mij gestort heeft. En ten slotte is Hij de eeuwige Toevlucht. Hier reeds naar de mate des geloofs. En straks bij het sterven tot in alle eeuwigheid. Dan mogen ze overgaan naar die andere woonplaats, waarvan geschreven staat in Johannes 14. Dan mag de zwerveling, de gast en de vreemdeling voor eeuwig thuis zijn. Daar houdt de stem van de drijver op. Daar zijn geen vijanden meer. Daar mogen ze eeuwig zingen van Gods goedertierenheên en zal God zijn alles en in allen.

Mededelingen

In het achterliggende jaar zijn overleden: ouderling J. de Bruine te Bruinisse, oudouderling Ph. Meijerink te Rijssen, diaken W.M. de Weerd te Elspeet, oud-diaken A. Vat van de gemeente Kruiningen, hulpkoster J. Bogert te Bruinisse en organist J. Huisman te Alblasserdam. Ook is overleden de weduwe van ds. A. van Straaalen, mevrouw W.I. van Straalen-van der Wel te Lynden (Amerika). De Heere gedenke de nabestaanden en geve wat nodig is.

Ds. A. Schultink en zijn echtgenote herdachten op 5 september 2008 hun 40-jarig huwelijksjubileum. Ds. F. Mallan mocht op 29 september 2008 herdenken 60 jaar geleden in het ambt van dienaar des Woords bevestigd te zijn. Op 26 mei werd kandidaat J.A. Weststrate als predikant van de gemeente van Terneuzen bevestigd door ds. J. Roos en 's avonds deed ds. Weststrate intrede.

Ouderling L. Bakker te Alblasserdam mocht op 19 juni 2008 herdenken 40 jaar ouderling te zijn in die gemeente. Bij die gelegenheid werd hem een koninklijke onderscheiding uitgereikt. De ouderlingen G. Mulder van De Beek-Uddel en P. Pannekoek van Geldermalsen ontvingen eveneens een koninklijke onderscheiding.

De gemeente Barneveld mocht op 17 september 2008 een geheel nieuw kerkgebouw (De Hoeksteen) in gebruik nemen. De gemeente Gouda (Stationsplein) werd bij besluit van de classis-West van 11 februari j.l. voorlopig toegelaten tot ons kerkverband, en de voorlopige toelating van de gemeente Nieuwerkerk (Zeeland) werd bij besluit van de classis-Zuid van 30 maart 2009 omgezet in een definitieve toelating. Ds. Roos heette de afgevaardigden van beide laatstgenoemde gemeenten hartelijk welkom en sprak de wens uit dat dit te zijner tijd ook van de overige 'buiten-verband'-gemeenten zal kunnen worden gemeld. De Heere gedenke ook ds. Wink naar ziel en lichaam beide.

Samenstelling moderamen: preses ds. J. Roos; assessoren: ds. A. Schultink en ouderling J. van Bruchem te Leerdam; 1 e scriba: ouderling J.A. Don te Veenendaal en 2 e scriba/quaestor: ouderling R.A. van der Garde te Opheusden.

De notulen van de vorige vergadering werden met inachtneming van een kleine aanpassing vastgesteld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen