Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roomse mis

Ouderen onder ons weten nog wel, dat als je vroeger een zakbijbel of psalmboek aanschafte van Jongbloed, bij de Nederlandse Geloofsbelijdenis in Artikel 36 iets vreemds te zien was. Een stukje van 21 woorden stond tussen haken. In een voetnoot werd opgemerkt: 'De tussen ( ) staande zinsnede is bij besluit van de Gen. Synode der Geref. Kerken, Utrecht 1905, geschrapt. Blijft voor andere kerken dus wel behouden.' Dat schrappen betekende het verschil tussen de Anti-Revolutionaire Partij en de SGP. Wij staan op de grondslag van het onverminkte Artikel 36, mocht de SGP naar waarheid zeggen.

Gaat die geschiedenis zich herhalen? Het RD meldde ons op 25 maart: De synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gaat zich mogelijk buigen over de herziening van vraag en antwoord 80 van de Heidelbergse Catechismus. Daarin wordt de roomse mis een 'vervloekte afgoderij' genoemd. De gemeente Barneveld – Voorthuizen wil de synode vragen een studiecommissie op dit punt te benoemen. Deze gemeente vraagt zich af of antwoord 80 met zijn veroordeling van de 'paapse mis' wel 'recht doet aan de rooms-katholieke leer'. Tot zover het RD.

Volgens antwoord 80 leert de mis dat de levenden en de doden niet door het lijden van Christus vergeving der zonden hebben, tenzij dat Christus nog dagelijks voor hen van de mispriesters geofferd worde, en dat Christus lichamelijk onder de gestalte des broods en wijns is, en daarom ook daarin moet aangebeden worden.

Antwoord 80 eindigt dan met een zeer duidelijke uitspraak: En alzo is de mis in den grond anders niet dan een verloochening der enige offerande en des lijdens van Jezus Christus, en een vervloekte afgoderij.

Advies bisschop

De vrijgemaakten van de twee Veluwse plaatsen citeren dan de roomse bisschop van Groningen, G. de Korte, die ze om advies hadden gevraagd. Volgens hem wordt Christus' offer in de mis niet 'herhaald', maar 'tegenwoordig gesteld'. 'Het wordt dus zichtbaar gemaakt', is de gevolgtrekking van de Barneveldse predikant ds. E. J. Hempenius in een interview met het Nederlands Dagblad (25 maart). 'Dat doen wij ook aan het Avondmaal, wanneer we het brood breken.'

Volgens hem zie je aan de tekst van vraag en antwoord 80 dat die zijn ontstaan in de zestiende-eeuwse godsdienststrijd. 'De vervloeking komt in de oorspronkelijke tekst niet voor. Die is erin gekomen nadat het rooms-katholieke concilie van Trente met zijn vervloekingen van de protestantse ketters was gekomen. Er zit een stukje menselijkheid in het antwoord, dat niet de leer van de Schriften is. (…) De vraag is of je niet in strijd komt met een andere zondag uit de catechismus, over het bevorderen van de eer en goede naam van anderen.'

Ds. Hempenius verwijst naar een Amerikaanse kerk die in 2006 heeft besloten de veroordeling van de mis in antwoord 80 tussen haken te zetten. Een voetnoot daarbij verklaart dat deze passage de officiële leer en praktijk van de Rooms-Katholieke Kerk niet accuraat weergeeft, en dat de veroordeling daarom niet klopt. De Barneveldse predikant vindt dat 'een heel creatieve oplossing, die mij aanspreekt'.

Spiritualiteit

Wel heeft ds. Hempenius moeite met de roomse leer dat Christus lichamelijk tegenwoordig is in het sacrament, waarom roomsen de hostie aanbidden. 'Daar kunnen wij niet in meegaan, ' zegt hij. Maar hij wil in rekening brengen dat gereformeerden en rooms-katholieken 'elkaars spiritualiteit' niet zomaar verstaan.

Bisschop De Korte heeft in zijn advies aan de Barneveldse kerkenraad namelijk geschreven dat het 'de Geest is die de gaven van brood en wijn maakt tot lichaam en bloed van Christus'. Daarmee lijkt het bij de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus in het sacrament volgens de predikant veel meer om een 'mystieke dan een materiële werkelijkheid' te gaan. 'Laten we ook naar elkaars beleving eerst goed luisteren', vindt hij.

Ursinus en de zijnen die met elkaar de Heidelbergse catechismus hebben opgesteld, hebben dan blijkbaar wel heel slecht naar de roomse beleving geluisterd, toen zij de paapse mis een vervloekte afgoderij en een verloochening van Christus' enige offerande noemden. En dat terwijl zij de mispraktijk van zo nabij als maar mogelijk is hadden meegemaakt daar zij er zelf in opgevoed en jaren in geleefd hadden. En dat zou dan ook gezegd moeten worden van de tallozen die letterlijk hun belijdenis met de dood hebben moeten bekopen, maar die toch weigerden aan deze afgoderij mee te doen met verloochening van Christus' enige offerande.

Herschreven

Wij hebben met ontsteltenis kennis genomen van deze actie vanuit Barneveld. Maar het zit in de lucht. Drie jaar geleden verscheen er een uitgave van de Heidelbergse catechismus, herschreven in 'hedendaags Nederlands' door de hervormde theoloog prof. dr. W. Verboom. Daarin geeft hij in vraag en antwoord 80 wel de verschilpunten tussen het Avondmaal en de mis weer, in eigen bewoordingen. Maar de slotzin van antwoord 80 'En alzo is de mis in den grond anders niet dan een verloochening der enige offerande en des lijdens van Jezus Christus, en een vervloekte afgoderij' heeft hij niet herschreven en ook niet tussen haken geplaatst, maar helemaal weggelaten. In een voetnoot herinnert hij eraan, maar merkt daarbij tegelijk evenals ds. Hempenius op dat vraag en antwoord 80 pas in de derde druk van de catechismus zijn opgenomen.

Ursinus en de zijnen noemden de paapse mis een vervloekte afgoderij en een verloochening van Christus’ enige offerande

Om misverstand te voorkomen, de eerste druk van de catechismus verscheen begin februari 1563, de tweede druk (waarin vraag en antwoord 80 voorkomen, maar nog zonder de slotzin) vóór 5 maart, de derde en definitieve druk (met de slotzin) omstreeks een maand later. De Latijnse vertaling, die vóór 3 april verscheen, bevat eveneens de slotzin. Voor ons is maatgevend de Nederlandse vertaling zoals die in 1619 op de Dordtse synode is vastgesteld.

Past niet meer

In het Nederlands Dagblad van 25 maart zegt prof. Verboom waarom hij de slotzin heeft weggelaten. 'Dit soort terminologie past niet meer bij deze tijd.' Vindt hij dan niet dat de Protestantse Kerk ook dat slot uit de catechismus zou moeten schrappen? Nee, dat legt hij in het ND als volgt uit: 'In de kerkorde (van de PKN) staat dat het belijden van de kerk 'in gemeenschap met de belijdenis van het voorgeslacht' is en niet 'in overeenstemming met'. Verboom: 'Dan kun je de tekst laten staan, want je gaat er minder formeel mee om. Je bent niet aan de letter van de tekst gebonden.'

Wij denken anders over de binding aan de belijdenisgeschriften dan de PKN. Daarom willen we de komende weken ingaan op de volgende twee vragen:

1. Geeft de Heidelbergse Catechismus de roomse leer aangaande de mis correct weer?

2. En zo ja, is het dan wellicht niet overtrokken om van 'vervloekte afgoderij' te spreken?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's