Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (17)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (17)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tabernakel onderscheidde zich van andere bouwwerken

Een architect die een tekening maakt voor een te bouwen huis, en een aannemer die opdracht krijgt om volgens dit plan te bouwen, weten beiden dat het doorgaans de bedoeling van de opdrachtgever is om het huis te bewonen. Met de tabernakel was dit anders. Immers, de Heere als de hemelse Architect gaf niet alleen Mozes opdracht om de tabernakel te bouwen, maar gaf hem ook te kennen wat het afbeeldde. Mozes toch was een groot profeet en leraar van het volk die op Christus wees, zodat het volk wist dat dit Godshuis bijzondere zaken afbeeldde (Deut. 18:15, 18).

De opmerkzame lezer zal weten dat we ons beperkt hebben tot drie kernzaken. Ten eerste wees de tabernakel op Christus, ten tweede op de hemelse heerlijkheid, en ten derde op het voorrecht van het wonen van en beschermen door de Heere. Dit wonen zou nooit mogelijk zijn geweest als God de Vader hier Zelf niet voor gezorgd had. Alleen door Christus is God met de zondaar verzoend, en wil Hij in en bij hen wonen zolang zij in deze huilende wildernis zijn. Aan het einde van de woestijnreis zal Hij hun ziel in het Vaderhuis met Zijn vele woningen opnemen, waar zij eeuwig Zijn volle gunst mogen ervaren (Joh. 14:1-3). We hebben reeds stilgestaan wat dit wonen inhoudt, en willen nu overdenken dat de tabernakel ons ook wijst op Gods bescherming in de woestijn.

Christus tabernakelde over Zijn woestijnvolk

De Heere leidde het volk van Israël uit Egypte gelijk een arend haar jongen draagt op haar vleugels (Exod. 19:4). Vervolgens beschermde Hij Zijn bondsvolk gelijk een arend haar jongen beschermt met haar bedekkende vleugels tegen koude en hitte. Voor het woord 'beschermen' mogen we ook 'tabernakelen' gebruiken. Dit betoonde de Heere door overdag de wolkkolom en 's nachts de vuurkolom boven hen te houden. Wat een bijzondere bescherming had het bondsvolk! Behalve dat Christus door middel van de wolk-en vuurkolom het woestijnvolk leidde, gebruikte Hij deze dus ook om haar te beschermen. Hoewel zij allen onder genoemde wolk zijn geweest, kwamen de meesten om vanwege hun ongeloof en vijandschap. Paulus schrijft hierover: aar in het meerderdeel van hen heeft God geen welgevallen gehad; want zij zijn in de woestijn ternedergeslagen (1 Kor. 10:5).

Het grote voorrecht voor de tijd

Wij staan ook in een uitwendige betrekking tot het verbond der genade, en mogen delen in de voorrechten, zoals het verkeren onder Gods Woord en Zijn bescherming over ons.

Echter, we moeten dan spreken van een beperkte bescherming, gelijk dit het geval was bij het volk van Israël. Het volk kwam in de woestijn door ongeloof om, en is daarom in het beloofde land van Kanaän niet gekomen. Hoe groot deze en andere voorrechten ook mogen zijn, als zij niet uit Christus' volheid voortkomen is het alleen voor de tijd. Laten we toch vasthouden dat Gods eeuwig soeverein welbehagen in Christus de enige oorzaak is dat we zalig worden en in het hemelse Kanaän komen!

We leven in een tijd dat de nadruk op het verbond wordt gelegd, zonder dat er gewezen wordt op de noodzakelijkheid van de waarachtige bekering en wedergeboorte. Het komt er toch zo op aan of Gods bescherming in Christus over ons is. Onder het woestijnvolk gold dit alleen van de gelovige Israëlieten. Laten we elkaar onderzoeken of we hier ook iets van mogen kennen.

Staan wij onder de bescherming van Christus?

Zoals u weet zijn we allen op reis naar de eeuwigheid. Die reis gaat door de woestijn van dit leven. Is dit leven voor een ieder niet een huilende wildernis? Is dit leven niet een woestijnleven vol gevaren en tegenheden? Elk ogenblik kan een ongeluk ons treffen; elk moment kan een ernstige ziekte ons neervellen; elke dag kunnen zware tegenslagen ons overkomen; elk moment kan de dood ons uit dit leven wegnemen. Behalve dit alles, rust Gods toorn op een ieder die nog buiten Christus leeft, en die Hem veracht uit vijandschap en ongeloof (Joh. 3:36). Is het dan geen onbegrijpelijk wonder dat de Heere in Zijn grote lankmoedigheid ons nog beschermt, gelijk een arend zijn jongen beschermt?

Jonge mensen, willen jullie onder deze vleugels vandaan gaan en een werelds leven leiden? Jullie komen in deze huilende woestijn om. Denk toch aan de duizenden Israëlieten die ook zo handelden en daarom in de woestijn omkwamen. Ouderen, hoe dikwijls hebt u gehoord dat Christus, die Man als een verberging is tegen alle gevaren in de woestijn van het leven, en u hebt Hem tot hiertoe veracht (Jes. 32:2). Zult u net als het volk van Israël uit ongeloof omkomen?

Wat baat een ingebeelde bescherming?

Godsdienstige, wat of wie is uw bescherming? De Israëlieten hadden ook hun godsdienst en meenden buiten Christus zalig te kunnen worden, maar zij zijn in vijandschap gestorven. Ds. B. Smijtegelt zegt zo kernachtig: 'Mensen in wie de overtuigingen niet waar zijn, maken dat de kerk vervuld wordt met geveinsden. Ze lopen met de vromen, ze spreken met hen mee, ze geven een schone gedaante, en leggen ondertussen een smet op het christendom.' Men zegt wel eens smalend van deze oudvader dat hij een man was van kentekenen, en daarom gemoedelijke mensen kweekte. We zijn 'Het gekrookte riet' weer eens aan het lezen, en dan moeten we zeggen hoe zuiver en separerend hij is geweest. Deze leraar hield het zuivere evenwicht, en ging op een tere wijze om met mensen in wie de Heere werkte.

Daarom hebben we meer met de geschriften van deze overleden leraar op dan met al die extreme mensen die weliswaar zwaar spreken en gewichtig handelen, maar die de kinderlijke vreze en evangelische nederigheid missen. Zij zijn net als kleuters die menen te kunnen lezen door met een boekje in hun hand brabbeltaal te uiten, maar er toch niets van verstaan. Hoewel die extreme mensen de letters van het ABC des geloofs niet kennen, menen zij toch anderen de weg die de Heere met Zijn volk houdt voor te moeten houden. Er trok zoveel vreemd volk met Israël uit het land van Egypte op, maar zij zetten het volk wel op om tegen de Heere en Mozes te strijden. Dat vreemde volk is nog niet uitgestorven. Meestal benauwen zij Gods volk en knechten, zodat hun handen slap hangen. Christus zal hen echter beschermen, daar zij niet uit Zijn hand gerukt kunnen worden. Tevens beschermt Christus hen door Zijn hand over hen uit te strekken, zodat zij in Zijn Tabernakel of Schuilplaats verkeren!

Het volgende nog tot u die met een valse hoop naar de eeuwigheid meent te kunnen reizen. U verkeert onder een ontdekkende prediking, waardoor u overtuigd bent dat u zo niet kunt sterven. Doch als u dan meent bemoedigd te worden door een tekst of iets dergelijks, dan vertelt u aan uw naaste dat u veranderd bent onder die predikant en door die tekst. Ondanks dat u spreekt van overtuiging, kent u helaas geen overbuiging in uw ziel door het zaligmakende werk van Gods Geest. Daarom hebt u het nog nooit voor God leren verliezen, noch uw wapens van vijandschap gewillig voor Zijn voeten gelegd. U bent nog nooit een verloren mens voor God geworden, die erkende rechtvaardig verloren te moeten gaan.

U kunt wel over Christus spreken, maar de cruciale vraag is of u de woorden van Paulus zielsbevindelijk kent: anneer het Gode behaagd heeft Zijn Zoon in mij te openbaren? (Gal. 1:15, 16). We moeten toch zo bevreesd zijn voor gemoedswerk en zelfbedrog. We weten dat u het vorenstaande niet op uzelf toepast, en daarom vasthoudt aan wat u zich onrechtmatig hebt toegeëigend. Echter, Gods ware volk trekt het naar zich toe, en raakt bevreesd. Weet dat de Heere u onder Zijn bescherming heeft, en tot uw bemoediging zegt: rees niet, gij wormken Jakobs, gij volksken Israëls, Ik help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is de Heilige Israëls (Jes. 41:14). We willen hier de volgende keer verder op ingaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De tabernakeldienst (17)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's