Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de begrafenis van ds. F. Mallan op woensdag 14 juli 2010

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de begrafenis van ds. F. Mallan op woensdag 14 juli 2010

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op donderdag 8 juli verspreidde zich in korte tijd het bericht door Alblasserdam, ja door het gehele land en zelfs ver daarbuiten, dat onze geliefde oud-herder en leraar ds. F. Mallan was overleden. Op maandagavond en dinsdagavond werd door een grote, zichtbaar ontroerde schare gebruik gemaakt van de gelegenheid tot condoleren.

Woensdagmorgen, 14 juli, waren enkele duizenden mensen naar Alblasserdam gekomen om de rouwdienst en de begrafenis mee te maken. De familie, genodigden, en gemeenteleden vanaf 55 jaar, konden de rouwdienst in het eigen kerkgebouw volgen, voor de overige gemeenteleden en verdere aanwezigen waren verschillende kerkgebouwen beschikbaar gesteld.

De rouwdienst werd geleid door ds. J. Roos, die voorafgaande aan de rouwdienst de aanwezigen verzocht om staande de Lofzang van Simeon vers 1 te zingen, terwijl onder dit zingen de kist met het lichaam van ds. F. Mallan de kerkzaal werd uitgedragen.

M.J. DE RIJK

Na het lezen van Openbaring 7:9 – 17 en gebed, sprak ds. Roos als eerste uit dat bij hem de blijdschap de droefheid overheerste, omdat Christus Zijn arbeidsloon ontvangen heeft. De Heere heeft gesproken in het leven van de overledene. De tijd van overlijden was bepaald, Christus heeft tot 8 juli Zijn Vader gebeden: Vader, Ik bid niet dat Gij hem uit de wereld weg neemt', maar op 8 juli heeft Christus gebeden: Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt'. Ds. Mallan mag nu weten wat het is om de heerlijkheid van Christus te aanschouwen.

Hij was 6 jaar oud toen de Heere genade in hem werkte, waardoor hij wist dat hij niet sterven kon. Ook mocht hij toen al weten dat Christus hem tot het ambt had geroepen. De oorzaak lag alleen verklaard in het eeuwig, soeverein welbehagen. We kunnen dit zo duidelijk beschreven vinden in Romeinen 8 vanaf vers 28. Dat soevereine welbehagen heeft ds. Mallan altijd in zijn preken benadrukt. Daarom is alle roem in het schepsel uitgesloten. Soli Deo Gloria. Als het recht ligt in onze ziel, dan willen we alleen God de eer geven. Ds. Mallan is het genadeloon deelachtig geworden en daarom overheerst de blijdschap.

Wat heeft het Christus gekost om de zaligheid op rechtsgronden te verdienen? Hij was altijd gewillig om het werk Zijns Vaders te doen. In het leven van ds. Mallan is genade in het hart verheerlijkt. Er is verdriet in de familie, omdat de lege plaats wordt ingeleefd. Ds. Mallan was erg verbonden aan zijn kinderen en kleinkinderen en droeg ze iedere dag op in het gebed. Hij heeft zo dikwijls gezegd dat de trouwe zorg des Heeren zo over hem geweest is, in het bijzonder ook de zorg die Maaike 22 jaar aan hem heeft willen geven. Soms ging dit, in de laatste 2 jaar, bijna de krachten te boven, maar ook die tijd was bepaald.

Kinderen, kleinkinderen, ambtsdragers, gemeenten, wat hebt u met het ontvangen onderwijs gedaan? Hebt u dit onderwijs naast u neergelegd? Kunnen we zeggen dat dit onderwijs aan ons hart geheiligd is? De leer die ds. Mallan heeft gebracht is de enige en zuiverste voorstelling van de leer der waarheid, alle andere zijn niet zuiver. Ook de levensopenbaring die ds. Mallan voorstond was naar Gods Woord. Ds. Mallan zal, zoals hij eens heeft geschreven, in de dag des oordeels instemmen met het rechtvaardige oordeel wat uitgesproken zal worden; dan zijn er geen aardse banden meer.

Ds. Mallan heeft persoonlijk, huiselijk, ambtelijk en kerkelijk veel meegemaakt, maar hij is nu de strijd te boven. Hij mag nu staan voor de troon Gods, bekleed met lange witte klederen, met de palmtakken in de hand. Die inblik kreeg Johannes op Patmos, verbannen om het woord en de getuigenis van Jezus Christus. Ook ds. Mallan heeft gezegd dat hij veel vrienden boven had, waarnaar hij verlangde. Johannes zag een grote schare, die niemand tellen kon en hoorde ze met een grote stem roepen: De zaligheid zij onzen God, Die op den troon zit, en het Lam. God de Vader krijgt de eer vanwege Zijn verkiezende liefde, en het Lam omdat Hij Zich heeft opgeofferd. Als we daarvan iets mogen proeven, dan mogen we met vrijmoedigheid zeggen: uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen, Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Men mag Hem daar storeloos de eer toebrengen, zonder moe te worden, want daar zal geen tijd en geen nacht meer zijn.

Johannes hoorde een van de ouderlingen - een vertegenwoordiger van de gehele Kerk, om de strijdende kerk op aarde te versterken - de vraag stellen: Dezen, die bekleed zijn met de lange witte klederen, wie zijn zij, en vanwaar zijn zij gekomen? Waarop Johannes zei: Heer, Gij weet het. Johannes wist wel wie zij waren, maar wie zou een beter antwoord kunnen geven dan iemand uit de triomferende Kerk? Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen. Er was daar dus gemeenschap tussen de triomferende en strijdende Kerk, waarvan ook ds. Mallan geen vreemdeling was. Ook ds. Mallan wist van grote verdrukkingen. Bij het verlies van zijn geliefde vrouw, 22 jaar geleden, is hij 2 jaar lang zeer bedroefd geweest. Ook andere familieleden zijn hem ontvallen. De Heere mocht ook de familie gedenken als dat bij deze gelegenheid weer terug komt. Ds. Mallan voelde ook zo het gewicht van de onsterfelijke zielen, ook van zijn nageslacht.

Als predikant was ds. Mallan de laatste die de kerkelijke verwikkelingen heeft meegemaakt rondom dr. Steenblok en ds. Kok. Hij heeft altijd pal gestaan voor de zuivere waarheid en was een leeuw op de preekstoel, maar als hij de eerste ritselingen van het nieuwe leven hoorde was hij als een lam. Ook geestelijke verdrukkingen heeft hij zijn gehele leven gehad. Hij heeft ons gezegd dat hij de laatste 2 jaar van zijn leven meer ontdekking heeft gehad dan in al die jaren daarvoor. Hij kwam er achter dat er meer verdorvenheid in zijn hart te vinden was, dan hij ooit geweten had. Hij is zelfs aangevallen over het Godsbestaan. Maar toen de Heere overkwam, mocht hij niet alleen het Godsbestaan, maar ook Zijn trouwe zorg en liefde ervaren. Ook lichamelijke verdrukkingen heeft hij gehad; hij kreeg de woorden ‘stervende zult gij sterven'. Zijn lichaam werd afgebroken, maar de Heere bleef getrouw. Ook ds. Mallan behoort tot degenen die uit de grote verdrukking komen; hij is er nu door! Hij mag nu volmaakt God dienen. Altijd heeft ds. Mallan erop gewezen dat het zalig worden een eenzijdig Godswerk is.

Er gaat heel wat door ons heen, hij was voor ons als een vader. Maar ik noem hem ook de vader van ons kerkverband, ja we achten hem als een ‘oudvader'. Hij is niet meer onder ons, maar spreekt nog nadat hij gestorven is. Dat we de zuivere leer maar vast mogen houden die hij altijd verkondigd heeft.

Nu staat hij daar voor de troon, omdat God de Vader voor die weg gezorgd heeft in de eeuwigheid, Christus die weg gebaand heeft en de Heilige Geest Zijn Woord gezegend heeft. Daarom staan ze voor de troon en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. Ds. Mallan sprak steeds over zijn verlangen naar boven. Die op de troon zit mag hem nu overschaduwen. De bevestiging van ds. Van Voorden heeft ds. Mallan nog mogen meeluisteren en na afloop zei hij tegen Maaike: Nu heb ik de eerste voorsmaken van het eeuwige leven mogen proeven. Nu mag hij de eeuwige zaligheid hebben, eeuwig God in Christus boven alles liefhebben, de eeuwige heerlijkheid in gezelschap van de verloste Kerk en de heilige troongeesten. Kort geleden heeft hij nog gezegd: mijn werk is klaar. Hij mag nu daarboven zijn, waar God alles is en in allen. Daarboven is het volmaakt, volkomen heilig, daar wordt geen wanklank meer gehoord. Daar is geen klagen meer over een lichaam der zonde en des doods. O, wat zal de eeuwigheid toch zijn!

O eeuwigheid kom ras, ‘k Wou dat ik bij u was, ‘k Zucht naar u onverdroten.

Hij heeft zijn begrafenis voorbereid en vroeg aan ds. Roos of hij hem wilde begraven. De band der liefde blijft en dominee gelooft dat de scheiding niet voor eeuwig zal zijn. De God aller genade geve alles wat nodig is. Nu mag ds. Mallan zingen: an ga ik op tot Gods altaren, tot God mijn God de Bron van vreugd. Hierna verzocht ds. Roos deze psalm (43:4), staande te zingen, terwijl de kist met het lichaam van ds. Mallan het kerkgebouw werd uitgedragen. Vervolgens werd de plechtigheid in de kerk met gebed afgesloten.

Op de begraafplaats voerde ds. A. van Voorden het woord, nadat de kist met het lichaam van ds. Mallan in het graf was neergelaten, Ds. Van Voorden wees allereerst op hetgeen de Prediker zegt: Er is een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. Als we echter zouden zwijgen van het werk des Heeren in het leven van een verdoemelijk zondaar, dan zouden de stenen haast spreken. Dit graf is geheiligd en gekocht door die dierbare Borg en Middelaar.

De overledene was een geoefende in de gangen van Gods Kerk en geoefend in de strijd. Job spreekt daarvan in zijn beproevingsweg, die niet alleen uitwendig, maar ook inwendig was. Toen echter bij Job het geloof doorbrak mocht hij zeggen: Want ik weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan. Job wist zielsbevindelijk uit welke grote nood en dood hij was verlost. Onze geachte, geliefde ds. Mallan mocht dit ook van kindse dagen af weten, die nadere gangen van Gods Kerk, om afgesneden te worden van alle eigen werk en leven, om het eigendom te zijn van Jezus Christus. Voor een verdoemelijk Adamskind, waarvoor geen weg meer was,

heeft de Heere een weg uitgedacht, plaatsbekledend en schuldverzoenend. Als dat toegepast wordt, mag men zeggen: ik weet: mijn Verlosser leeft.

Reeds als jongen van 11 jaar had ds. Mallan kennis gekregen aan de tweede Persoon van het Goddelijke Wezen, daarom mag ook bij dit graf daarvan getuigd worden. We weten welk een arm mens hij bleef na alle ontvangen genade. Daarom sprak ds. Mallan ook vele malen over het leven van Job, wat Job heeft moeten ondervinden in zijn leven. De nachten van beproeving zijn ook ds. Mallan niet bespaard gebleven. De vijanden hebben het erop aangelegd om deze strijder voor de zuivere waarheid de mond te snoeren en dan zei ds. Mallan: Mijn vijanden hebben mij al lang dood gewild en mijn vrienden willen dat ik altijd blijf leven.

Hier wordt nu zijn lichaam toebetrouwd aan de schoot der aarde, waar het tot de dag der opstanding zal bewaard blijven. Daarvan heeft Job ook getuigd: Als zij na mijn huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen; Denwelken ik voor mij aanschouwen zal, en mijn ogen zien zullen, en niet een vreemde. O, wat ds. Mallan vorige week donderdagmiddag heeft aangedaan is met geen pen te beschrijven. Eeuwig bij Hem te mogen te zijn voor de troon, waar geen nacht meer is, waar treuring en zuchting zijn weggevloden.

De Heere heeft Zijn Kerk gekocht naar ziel en lichaam en daarom heeft Job getuigd: zal ik uit mijn vlees God aanschouwen. Dit graf zal de gedaante van het lichaam verslijten. Maar eenmaal zullen ook de lichamelijke ogen Hem zien en niet een vreemde. Job heeft ten slotte uitgeroepen: mijn nieren verlangen zeer in mijn schoot. En de Kerk zegt het hem na: Wanneer komt toch die dag!

Ds. Mallan heeft de laatste 2 jaren de afbraak van het lichaam gevoeld. Daarbij had hij voornamelijk in de nachten veel bestrijdingen, maar toch bleef het anker des geloofs vastliggen. De laatste keer heeft hij tegen spreker wenend zijn verlangen uitgesproken naar het einde van de strijd. Hij is altijd bezig geweest met de dood. Ouderling Folbert uit Vriezenveen schreef aan ds. Lamain toen ds. Mallan nog student was: ‘k Denk dat hij niet oud wordt, hij is rijp voor de hemel of de Heere zet hem in het midden en zegt: Dat is Mijn werk. Mocht de Heere hem bewaren te midden van de breuken.

De uitdrukkelijke wens van de overledene is om op de grafsteen te zetten: aar houden de bozen op van beroering, en daar rusten de vermoeiden van kracht; daar zijn de gebondenen te zamen in rust; zij horen de stem des drijvers niet (Job 3:17 en 18).

Tot het laatste voelde ds. Mallan zich verbonden aan de gemeente van Alblasserdam. De Heere komt terug op het woord dat hij al die jaren heeft gesproken. Zullen we daar dan voor eeuwig mee verloren moeten gaan?

Ook voor de predikanten was hij als een vader, de Heere geve om in datzelfde spoor te mogen gaan: God het al en de mens niets, opkomend vanuit het eeuwig welbehagen.

Ds. Van Voorden sprak vervolgens nog enkele persoonlijke woorden tot de familie, met de wens hun vader niet te vergeten. Maaike heeft er zich voor gegeven om haar vader tot het einde toe te verzorgen, bijgestaan door haar kinderen en familie. Dat toch de scheiding niet voor eeuwig zal behoeven te zijn. Ds. Van Voorden besloot zijn toespraak met het laten zingen van Psalm 68:2 en Psalm 89:1.

Zoon Jan Mallan sprak namens de familie een woord van dank uit aan velen en vervolgens een persoonlijk dankwoord aan Maaike, haar kinderen en broers en zussen en wenste in het bijzonder Maaike sterkte toe in het toekomende. Hij besloot met enkele verzen van ds. Cesar Malan over Jesaja 35: ‘De aankondiging van het nieuwe verbond.' Hierna werd de begrafenisplechtigheid in het kerkgebouw afgesloten met de familie en de genodigden.

Het gesprokene in de kerk en bij het geopende graf, de orde en de eerbied tijdens deze dagen van rouw, maar ook de weersomstandigheden hebben de bijzondere nagedachtenis aan ds. F. Mallan extra versterkt. De Heere mocht over het gesproken woord Zijn zegen willen gebieden, opdat er uit dit sterven nog eeuwigheidsvruchten openbaar mogen komen en de bijzondere nagedachtenis aan deze rechtvaardige tot zegen zal mogen zijn.

Kerkenraad Alblasserdam

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Verslag van de begrafenis van ds. F. Mallan op woensdag 14 juli 2010

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's