Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag bevestigingsdienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag bevestigingsdienst

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

ds. A. Schultink tot predikant van de gemeente Gouda-Stationsplein

Op dinsdag 26 oktober 2010 werd ds. A. Schultink als herder en leraar van onze gemeente te Gouda (Stationsplein) bevestigd. Ds. A. Geuze leidde deze bijzondere dienst en sprak o.a. als volgt.

We hadden gedacht u te bevestigen met de woorden uit Jesaja 40 vers 1 en 2: Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen. Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden.

Wij beluisteren hier de inhoud van Christus' bevel aan Zijn ware geroepen knechten, en wel:

1. Een prediking tot troost van Zijn volk; 2. Een prediking naar het hart van Zijn volk; 3. Een prediking tot versterking in de strijd van Zijn volk.

O, 't is de Koning der Kerk Zèlf, Die dit bijzondere liefdesbevel op de lippen en in het hart van Zijn knecht Jesaja legt.

Jesaja heeft bijzondere gaven ontvangen, niet alleen als profeet, maar ook als het gaat om de wijze waarop hij zich uit mag drukken. Hij wordt wel de evangelist van het Oude Testament genoemd, omdat hij over Christus schrijft alsof Zijn komst in het vlees al geschied was. Een Kind is ons geboren; een Zoon is ons gegeven. Jesaja getuigt hier, dat hij er door genade ook zélf deel aan mag hebben en zich geheel op de Middelaar mag verlaten.

Jesaja was ook een trouwe prediker. Hij wees de zonden van zijn volk aan; het oordeel der verwoesting dat volgt op het oordeel der verharding.

Maar opeens zien wij een wending en krijgt hij het oog op de Kerk van het Nieuwe Testament. Al die uitverkorenen zullen moeten komen en naderen met smeking en geween. En daartoe roept de Heere Zijn knechten. Zij zijn middeltjes die moeten gaan naar plaatsen waaraan zij nooit gedacht hadden. Hij buigt hun wil om.

Dat hebt u ook ervaren, geliefde broeder Schultink. Het is een bijzonder ogenblik voor u en uw echtgenote om de herdersstaf over deze gemeente op te mogen nemen. Wie had dit ooit kunnen denken. Maar… Zijn raad zal bestaan.

Tot troost van Zijn volk

De tekstwoorden bevatten allereerst een prediking tot troost van Gods volk. Gemeente, behoort u tot dat volk? Of zijt gij rijk en verrijkt en hebt aan geen ding gebrek? U hebt ds. Schultink beroepen. Hoe? Denk erom: het Woord dat de bedienaar des Goddelijken Woords u verkondigt, is óf een reuke des doods ten dode óf een reuke des levens ten leven. Het zal nooit ledig tot God wederkeren. Het is óf tot verharding, óf tot verbreking van uw ziel. Uw nameloos ellendige en troosteloze staat, staat de Heere niet in de weg. O, dat u mocht ontwaken uit deze doodsstaat. Dat er zuivere uitgangen tot de liefde Gods geboren mochten worden. Hoe kom ik ooit tot God bekeerd? Zulken leren zichzelf als buitenstaanders kennen en zien dat elke seconde genadetijd is. Het troost hen als dat tedere begin verklaard wordt. Als opengelegd wordt wat hun ontbreekt. Als de vinger gelegd wordt op de zere plek, opdat zij uitgedreven zullen worden tot opperste Medicijnmeester. Broeder, dat u dat mocht doen. Zie toch, dat gij niet één van deze kleinen veracht.

Zijn er door onweder voortgedrevenen? Die een last van zonden en plagen hebben. Gods deugden geschonden. Erf-en dadelijke zonden. Die zeggen: 'Ik zal U alles betalen'.

Geliefde broeder Schultink, dat u als een instrument gebruikt zou mogen worden om die wond in de ziel te verklaren en open te leggen. Dat gevoelt een prediker, als er die verborgen werking van de Heilige Geest mag zijn.

Naar het hart van Jeruzalem

Ons tekstwoord roept ook op tot een prediking naar het hart van Gods volk. Gaat door om Mijn Woord op uw lippen te nemen, zo is des Heeren opdracht aan Zijn knechten. Spreekt naar het hart van Jeruzalem. Gemeente, jeugd, wat leeft er in úw hart? De wereld? Mag hier een volk zijn waarbij Jeruzalem, de dienst des Heeren en de van bloed vloeiende altaren in het middelpunt van het verlangen mogen staan? Een separerende prediking is daarbij nodig. We moeten afsnijden alles wat erbuiten ligt. De prediking richt zich altijd op het Voorwerp des geloofs: Christus. Hij is al mijn hoop en lust, zegt de dichter. Dat begeert Gods knecht te prediken, daarbij biddend: 'Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest'.

Wat is het groot als zo de zielenroerselen van Gods volk verklaard mogen worden. Zij, die als hoeren en tollenaars in het hart gegrepen zijn. Nee, die zijn niet hoog bekeerd, maar die kloppen met Efraïm op de heup en roepen uit: Wee mijner dat ik zó gezondigd heb.

Broeder, dat er onder uw gehoor mogen zitten, die met een Persoonsgemis rondlopen en die niet kunnen rusten vóór ze mogen schuilen in die Rotssteen, Die het zoenoffer heeft aangebracht dat gans verteerd is. Ja, dat dezulken er mogen zijn, die uitzien naar de God huns heils, om op goede gronden te kunnen zeggen: 'Gij zijt de mijne en ik ben de Uwe'.

Versterking in de strijd

Wat een tedere woorden zijn dit toch: ”…en roept haar toe dat haar strijd vervuld is”. Roepen is luid en duidelijk spreken. Jesaja, zegt de HEERE, geef mijn volk een bemoediging. Zeg, dat hun strijd vervuld is. Zélf hebben ze geen geweer in de strijd tegen de driehoofdige vijand. Maar als u geen kracht meer hebt en er geheel tussen uit moet vallen, dan zal Ik u ondersteunen.

O, broeder, dat u als instrument gebruikt mocht worden voor dat arme, krachteloze volk. Roept ze nou eens toe, zegt de HEERE, dat hun strijd vervuld is, want Christus heeft voor hen de strijd gestreden. Om te mogen wijzen op Hem, Die het worstelperk is ingegaan en uit Wiens mond het heeft geklonken: Het is volbracht. Volkomen vervuld. Van eeuwigheid vervuld in de gedachten Gods en in de tijd volvoerd. Uw namen zijn in Christus' beide handpalmen gegraveerd. Dat de Heere u zou mogen gebruiken als instrumentje voor dezulken. Om hun toe te roepen met Jesaja dat haar ongerechtigheid verzoend is.

Maar ook wat er volgt in het laatste deel van de tekst: …dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden. Hier komt het grote werk van de Hogepriester naar voren. Er is een volk op aarde dat daar naar hunkert. Naar die zuivere gangen van Christus. Volkomen verzoening, maar ook volkomen reiniging door Zijn bloed en een recht op het eeuwige leven.

Dit bevel aan Jesaja, geliefde broeder, wordt u opgelegd.

Persoonlijke woorden

Na het zingen van Psalm 103 vers 6 ”Zo hoog Zijn troon moog' boven d' aarde wezen”, leest ds. Geuze het formulier ter bevestiging voor. Er gaat veel door de gemeente heen als ds. Schultink op de gestelde vragen antwoordt: Ja ik, van ganser harte.

Vervolgens spreekt ds. Geuze een persoonlijk woord tot zijn ambtsbroeder. Samengevat: Geliefde broeder, er zal veel door u en door uw echtgenote heen gaan. De Heere zegt: Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten en Mijn wegen niet uw wegen. Och, dan hebt u ook iets verteld over hoe het van binnen bij u stormde. Ik weet uit ervaring iets van die persoonlijke strijd als de Heere los gaat maken en de last van een andere gemeente op gaat leggen. Dan zijn wij geen gewillige knechten. Dan zitten we soms radeloos op onze studeerkamer. Maar bij Hém alleen is raad. Het kost een gehele mens.

In Bruinisse bent u in uw geliefde gemeente als in een oase geweest. We wensen u toe om nu alleen maar te zeggen: De wil des Heeren geschiede. Hij sterke u, als onze oudste ambtsbroeder, bij het klimmen der jaren. De Heere mocht u gedenken en u geven naar de rijkdommen Zijner liefde.

U, mevrouw Schultink, hebt de strijd van uw man gezien en aangevoeld. U hebt gezegd: Man, geef het toch over. Waarlijk, het is een grote zegen als een vrouw zo naast haar man mag staan en een hulp als tegenover hem is. Kinderen en kleinkinderen, och de Heere mocht jullie gedenken bij alle omstandigheden.

Kerkenraad, ik hoop dat u alle eer, liefde en ondersteuning aan uw leraar mag geven. Dat u ook met zijn zwakheid en gebreken rekening wilt houden.

Gemeente, bent u er één die waarlijk troost begeert? Ik hoop dat er lastdragers mogen zijn. De Heere beware u voor lastopleggers. Jeugd, uit jullie moet de kerk des Heeren gebouwd worden. Geve de Heere te bidden voor uw herder. Kom, laten we hem staande toezingen Psalm 134 vers 3:

Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal';

Hij schiep 't heelal Zijn naam ter eer; Looft, looft dan aller heren HEER.”

Na het eindgebed, het zingen van Psalm 146 vers 3 en het ontvangen van Gods zegen, verlieten de vele aanwezigen het historisch kerkgebouw.

Volgende keer D.V. hopen we een verslag te geven van de intrededienst van ds. Schultink.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Verslag bevestigingsdienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 2010

De Wachter Sions | 8 Pagina's