Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag bevestigingsdienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag bevestigingsdienst

ds. A. Geuze tot predikant van de Reformed Congregation in North America te Chilliwack B.C., Canada

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woensdag 22 juni 2011 was een bijzonder dag voor onze gemeente in Chilliwack daar ds. A. Geuze tot eigen herder en leraar werd bevestigd. De bevestigingsdienst werd geleid door ds. J. Roos. Tijdens deze dienst waren de meer dan 1100 zitplaatsen in het kerkgebouw allemaal bezet door leden van de gemeente, afgevaardigden van andere gemeenten in dit werelddeel, en bezoekers uit Nederland. Een tweetal leraars uit Nederland
(ds. A. van Voorden en ds. M. Krijgsman) evenals twee leraars uit de Gereformeerde Gemeenten te Canada
(ds. P. van Ruitenburg en ds. C. Sonnevelt) waren ook aanwezig. Elders werd er meegeluisterd via de kerktelefoon of een internetverbinding.

Aan het begin van de Engelstalige dienst werd gezongen Psalter 414:2/Psalm 3:2:
Maar trouwe God, Gij zijt
Het schild, dat mij bevrijdt.

Na het lezen van Romeinen 8:22-39 door ouderling Barten ging ds. Roos voor in gebed. Vervolgens werd gezongen Psalter 128/Psalm 46:1, 3, en 4.
Ds. Roos begon zijn predicatie met het citeren van een gezegde van wijlen ds. Verhoeks: ”Bijzondere gelegenheden veroorzaken vaak bijzondere spanningen.” Hij wenste ds. Geuze toe dat hij op deze dag van bijzondere spanning ook bijzondere afhankelijkheid aan de Heere en bijzondere zegen van de Heere mocht ervaren.
Daarna sprak hij een inleidend woord naar aanleiding van Johannes 16:33. Daar lezen wij de bekende waarschuwing: In de wereld zult gij verdrukking hebben. Verdrukking is het lot van ieder van Gods knechten en volk. Dat heeft ds. Geuze ook al ondervonden. Maar die waarschuwing staat tussen twee bemoedigende beloften in. In de eerste belofte zegt de Heere Jezus: opdat gij in Mij vrede hebt. Daarna voorzegt Hij allerlei verdrukking. En dan volgt de andere belofte: Maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen. Ds. Roos memoreerde de woorden uit Psalm 20 die ds. Krijgsman op de classisvergadering had gesproken. Die woorden bevatten een vergelijkbare belofte: De HEERE verhore u in den dag der benauwdheid; de Naam van den God Jakobs zette u in een hoog vertrek.
Eertijds is ds. Geuze bevestigd met de tekstwoorden uit 2 Timótheüs 2:3: Gij dan, lijdt verdrukkingen, als een goed krijgsknecht van Jezus Christus. Die tekstwoorden zullen uw gehele leven toepasselijk blijven, aldus ds. Roos. Ondanks al de aanvallen van satan en de tegenstand van mensen zal de Heere ook de twee beloften uit Johannes 16:33 zeker waarmaken.

Daarna las ds. Roos de tekstwoorden uit Romeinen 8:31 en 32: Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven; hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?

Het thema van de preek was: Gods onbegrijpelijke liefde voor Zijn volk en knechten verklaard.
1. Waarom de Heere voor Zijn volk en knechten is;
2. Wat de Heere Zijn volk en knechten geeft.

1. Waarom de Heere voor Zijn volk en knechten is
Johannes 3:16 getuigt van deze liefde Gods: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Ds. Roos merkte op, deze liefde niet te kunnen begrijpen en niet te kunnen verklaren. Paulus kon dat ook niet. Daarom roept hij uit: O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! (Rom. 11:33). Niet één nietig schepsel kan die liefde begrijpen of recht verklaren.
Die liefde heeft haar grondslag in het eeuwige welbehagen Gods. Mogen wij dat soevereine welbehagen verzwijgen? Moeten wij alle nadruk leggen op de verantwoordelijkheid van de mens? Nee, iedere leraar moet de volle raad Gods verkondigen. De verkiezing mogen wij niet verzwijgen: zij is de onbeweeglijke grondslag der zaligheid. Evenwel het vaste fundament Gods staat, hebbende dit zegel: De Heere kent degenen die Zijne zijn (2 Tim. 2:19).
Romeinen 8:1 getuigt ook van deze eeuwige liefde: Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. De Heere Jezus heeft de hemel verlaten en is ter helle nedergedaald om Zijn volk dat aan de verdoemenis onderworpen was van het eeuwige oordeel te verlossen. Wie kan dat begrijpen? Wie kan dat verklaren?
Verder spreekt het teksthoofdstuk van de ketting der zaligheid die de Heere een ieder van Zijn volk schenkt. In de versen 29-30 noemt Paulus de vijf paarlen die aan deze ketting zijn gehecht: 1e. te voren gekend, 2e. verordineerd, 3e. geroepen, 4e. gerechtvaardigd, en 5e. verheerlijkt. Ook deze ketting des heils wijst duidelijk terug naar het raadsbesluit Gods.
De leer van soevereine genade verwekt veel tegenstand. En de leraars die deze leer recht verkondigen kunnen veel tegenstand verwachten van de duivel, de wereld, en hun eigen boze bestaan. Maar als alles hier tegenop komt, dan mogen Gods knechten teruggrijpen naar de aangehaalde beloften uit Joh. 16:33, alsook die wij uit Psalm 46 hebben gezongen: ”God is een toevlucht voor de Zijnen, Hun sterkt’, als zij door droefheid kwijnen”. Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
De Romeinen, aan wie deze zendbrief was gericht, dachten misschien wel dat die vertroosting alleen Paulus gold. Maar in onze tekstwoorden gebruikt hij viermaal het woordje ’ons’. Deze roemtaal is dus niet alleen voor Paulus: nee, die geldt ook voor de verdrukte Romeinen. Ze werden vervolgd, van goederen beroofd, en gelasterd. Ze waren vaak vol twijfel en vreesden voor zelfbedrog. En toch, zo God voor hen is, wie kan hen dan kwaad doen? En die belofte geld ook voor de kerk van alle eeuwen; ook voor de gemeente van Chilliwack en haar nieuwe leraar.
Soms vraagt de ware Kerk zich af: als God voor ons is, waarom dan zoveel moeilijkheden? Waarom moet ik dan zo’n smal en onaangenaam pad bewandelen? Daar wist Paulus ook wat van: zijn weg was vaak door de diepten. In Efeze waren zijn tegenstanders als wilde beesten (1 Kor. 15:32). Ook had de Heere hem een scherpe doorn in het vlees gegeven, namelijk een engel des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen (2 Kor. 12:7). Hiervoor heeft hij de Heere driemaal gebeden, opdat hij van mij zou wijken. En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Ds. Roos wenste zijn ambtsbroeder toe dat dit ook zijn deel mag zijn. Nu kwam de vraag tot kinderen en ouders: is God vóór ons? We gebruiken vaak gewichtige termen zonder de inhoud recht te verstaan. Van nature is God niet vóór ons. Als gevolg van de zonde is Hij tégen ons. Als Hij ons dat doet zien, dan is er voor ons geen hoop. Dan ontvalt ons alle eigengerechtigheid. Dan aanvaarden wij het recht Gods en weten ons der verdoemenis waardig. Zo maakt de Heere plaats voor Zijn Zoon en Zijn verworven gerechtigheid.

2. Wat de Heere Zijn volk en knechten geeft
In vers 32 lezen we dat de Heere Zijn volk en knechten alle dingen zal schenken. Ds. Roos veronderstelt dat ds. Geuze naar sommige dingen uitziet: vrede en eenheid in de gemeente, opening in Gods Woord, welsprekendheid in de predicaties. Die dingen zijn wenselijk. Maar de tekst begint met iets anders: Hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Dus Christus is de eerste Gift; het alles overtreffende Geschenk van de Vader. De Vader heeft Zijn eigen Zoon niet gespaard maar Hem overgegeven om als de plaatsbekledende Borg van Zijn volk de straf op de zonde weg te dragen. In de volheid des tijds is Hij gekomen. Als hun Borg is Hij gekruisigd. Alleen Hij kon de prijs der ziel betalen; alleen Hij kon het rantsoen voldoen. Aan het kruis heeft Hij het uitgeroepen: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Hoe kan God God verlaten? Noch Luther, noch Melanchthon noch wie dan ook kan dat begrijpen. Er is een eeuwigheid voor nodig om dat te bewonderen en God daarvoor groot te maken.
Christus is dus het voornaamste Geschenk. Daarom moet Hij ook het centrale punt zijn in iedere predicatie. Hij is toch de Fontein des levenden waters? We staan hier weer in onze geliefde eerste gemeente. Het is onze innerlijke wens en verzuchting dat deze Liefste tot dit deel van Zijn hof kome; dat Hij de Noordenwind en de Zuidenwind wil zenden om de hof te doorwaaien en Zijn specerijen te doen uitvloeien. Hij is de Bron van alle goed; Hij is de Weg, de Waarheid, en het Leven. Hij is de Fontein des levens; de Fontein der hoven. Omdat Hij gekomen is kan niemand beschulding inbrengen tegen de uitverkorenen Gods. En wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? In dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons heeft liefgehad. Hier kennen wij Hem maar ten dele. Straks zullen wij Hem in volmaakte heiligheid, liefde, en kennis mogen aanschouwen en eeuwig grootmaken. Laten we daar van zingen uit Psalter 32:2 en 4/Psalm 17:4 en 6.

Formulier en toespraak
Na het voorlezen van het formulier tot het bevestigen van de dienaren des Goddelijken Woords beantwoordt
ds. Geuze de drie hem gestelde vragen met een duidelijk: Ja ik, van ganser harte. De gemeente zingt hem dan staande de bekende zegenbede uit Psalter 436:3/Psalm 134:3 toe. Daarna richt ds. Roos een persoonlijk woord tot de nu-bevestigde predikant van de gemeente in Chilliwack en andere aanwezigen:
Geachte broeder en vriend, we kennen elkaar al vele jaren. U hebt hier eerst gewerkt als leerkracht op de school van de gemeente. Toen had u niet kunnen denken dat u eenmaal terug zou komen om de herdersstaf op te nemen. We hebben u in Gouda bevestigd met deze woorden: Gij dan, lijdt verdrukkingen, als een goed krijgsknecht van Jezus Christus. U hebt u als een goede krijgsknecht gedragen. Wij hopen dat de tekstwoorden uit Romeinen 8 uw devies zullen worden: Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
Velen in de gemeente wonen in de donkere hoeken en verborgen plaatsen van de Kreupelstraat. Zij staan van verre en kunnen geen grote dingen bespreken. We hopen dat de Heere u wil gebruiken om dezulken tot een meerdere kennis van Christus te brengen. In Barneveld was er onlangs een vrouw die 45 jaar in het duister had verkeerd. Enkele weken voor haar dood heeft de Heere ons werk aan haar willen zegenen. Op haar sterfbed riep ze uit: Wat is dat meegevallen! En zo zakte ze weg in een coma. Kerkenraad, wij hopen dat u ds. Geuze zult ondersteunen zoals Aäron en Hur de lasten van Moses hebben verlicht. Bid voor uw leraar; geef hem de tijd om te studeren, en sta hem terzijde in de vele pastorale werkzaamheden in de gemeente.
Gemeente, bijna 24 jaar geleden heeft ds. Mallan ons in uw midden bevestigd. Nu hebben wij ds. Geuze in uw midden mogen bevestigen. Dat er gebed mag zijn voor uw herder en leraar. Er is veel gebeurd in de gemeente maar ze mag nog bestaan. Het brandende braambos werd niet verteerd en al de tegenheden hebben de gemeente niet kunnen verwoesten omdat de Heere over u heeft gewaakt.
Mevr. Geuze, u hebt uw man mogen volgen. We begrijpen dat deze weg voor u een moeilijke weg is geweest. Hier bent u ver van uw kinderen, kleinkinderen en ouders. Moge de Heere u de nodige sterkte schenken en de prediking van uw man aan u willen zegenen. Kinderen, jullie hopen naar Nederland terug te keren. Een dochter blijft hier in Chilliwack. De Heere mocht jullie allemaal gedenken.
Ds. Van Ruitenburg (en vanzelf ook ds. Sonnevelt), wij wensen u, uw kerkenraad en uw gemeente de zegen des Heeren toe.
Daarna richtte ds. Roos enkele woorden in het Nederlands tot ds. Krijgsman, ds. Van Voorden, de vele aanwezigen uit Nederland, en degenen die via de kerktelefoon of anderszins meeluisterden.
Na het lezen van het dankgebed uit het Formulier en het zingen van Psalter 202:2/Psalm 73:13 eindigde ds. Roos met de zegenbede.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2011

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Verslag bevestigingsdienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2011

De Wachter Sions | 8 Pagina's