Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

4. De grote storm op zee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

4. De grote storm op zee

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jona ging aan boord. Hij zou een hele reis gaan maken en het kostte hem heel wat geld. Nee, hij kon niet voor niets mee. De Bijbel zegt: En hij gaf de vracht daarvan en ging neder in hetzelve om met henlieden te gaan naar Tarsis, van het aangezicht des HEEREN.
De kanttekening merkt over dat betalen op: ’Te weten van het schip. Hebr. het loon van hetzelve, te weten schip.’
We zien dat een wegvluchten van de Heere áltijd moet worden betaald. Terecht wordt wel eens gezegd: ’Een mens zondigt niet goedkoop.’ Vlucht iemand in de drank, hij zal er zwaar voor moeten boeten. Vlucht iemand in een losbandig uitgaansleven, hij zal er vroeg of laat voor betalen en de wrange vruchten ervan ondervinden. Verlaat iemand het Woord van God en Zijn dienst, het zal hem zwaar worden aangerekend.

Er zouden veel vormen van wegvluchten van God te noemen zijn. Trouwens, de mens heeft in Adam voorgoed afscheid van de Heere genomen en voor de dood gekozen. Wie onbekeerd is, is voortdurend op de vlucht voor God en wil niets met Hem te maken hebben. Wat het loon is voor die vlucht? De Bijbel zegt: Want de bezoldiging der zonde is de dood (Rom. 6:23). Het woord ’bezoldiging’ betekent soldij, loon.
Zelfs kinderen van God kunnen van de Heere wegvluchten en Hem ongehoorzaam zijn. Daarvan zouden verschillende voorbeelden uit de Bijbel aan te halen zijn en we zien het in de geschiedenis van Jona.

Toch moet de vluchtende profeet zich onrustig hebben gevoeld. Toen hij aan boord ging en de reis wilde betalen, hebben de scheepslieden een zekere gespannenheid en gejaagdheid bij hem opgemerkt. Vandaar dat ze hem vroegen waarom hij bij hen aan boord wilde komen. Toen heeft hij hen eerlijk verteld dat hij van des HEEREN aangezicht vlood (vers 10).
De scheepslieden hebben zijn bekentenis schouderophalend aangehoord en gedacht: Als het méér niet is, kan hij wel met ons mee. De godsdienst van die man zal hen niet hebben geïnteresseerd. Werd hij door de politie gezocht voor een of ander misdrijf, dan zou het een ander geval zijn geweest en was hem de toegang tot het schip waarschijnlijk geweigerd. Een voortvluchtige en gezochte door een aardse rechter zou misschien niet op hun schip zijn toegelaten.
Maar een voortvluchtige voor zijn God kon direct instappen en meevaren.
Is het vandaag anders? Een inbraak wordt terecht gestraft, maar een vloeker laat men ongestoord zijn gang gaan. De voorschriften van de wereld neemt men in acht, maar Gods voorschriften worden met voeten getreden.

De weigerprofeet kon op reis. Hij verliet zijn land en probeerde op die manier Gods opdracht te ontlopen. Voor de tweede keer lezen we dat hij vluchtte van het aangezicht des HEEREN.
Dan lezen we in vers 4: Maar de HEERE wierp een groten wind op de zee, en er werd een grote storm in de zee, zodat het schip dacht te breken.
We zagen dat vers 3 begon met: Maar Jona maakte zich op om te vluchten. En vers 4 begint met: Maar de HEERE wierp een groten wind in de zee.
Tegenover het ’maar’ van Jona, plaatste de Heere Zijn ’maar.’
De Heere kwam Jona tegen en daartoe maakte hij gebruik van gewillige knechten.
Wind, zee en alle natuurelementen gehoorzamen hem meteen, want: Zijn woord loopt zeer snel (Ps. 147:15).
Die storm werd veroorzaakt door de Heere.
Er zijn mensen die beweren dat vreselijke stormen van de duivel komen, maar dat is niet waar. Duidelijk lezen we: Maar de HEERE wierp een grote wind in de zee.
Er ontstond zo’n geweldige storm dat de zeelieden er iets bijzonders in hebben opgemerkt. Onverwachts ontstond een wind óp de zee en een grote storm ín de zee. Zó erg, dat het schip dacht te breken (vers 4).
Men verwachtte niet anders of het schip zou met man en muis vergaan.
Bijbelverklaarder Matthew Henry gelooft dat alleen het schip waarop Jóna zich bevond door die geweldige storm werd overvallen, zodat alleen dát schip dreigde te breken om in de diepte te verdwijnen. Het zou best mogelijk geweest kunnen zijn.

Hoe was het intussen met Jona gesteld?
Werd hij bang? Begreep hij waarom de Heere zo’n geweldige stormwind had ontketend? Verstond hij ’de sprake Gods’ in de natuurelementen?

(Volgende keer D.V. 5. De slapende Jona gewekt)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's

4. De grote storm op zee

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's