Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is er voor mij nog genade?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is er voor mij nog genade?

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

We ontvingen een brief van een onbekend vijftienjarig meisje dat met zielenvragen worstelt en vraagt of er nog genade mogelijk is voor een zondaar zoals zij. Hoewel we weten waar zij zondags onder de prediking van Gods Woord opgaat, willen we hierover geen nadere mededelingen doen. We kunnen schrijven dat hoewel zij zich als een veroordeelde zondaar leert kennen, zij naar Gods huis blijft gaan omdat ze eerlijk behandeld wil worden. Zij is ontzettend bevreesd om zichzelf iets toe te eigenen. De eigenlijke reden van haar brief is om een Bijbels antwoord op haar vraag of er voor haar nog genade te krijgen is. We laten een gedeelte van de brief volgen:

Ik was ongeveer 13 jaar en kwam er achter dat ik een zondaar was. Dat ik tegen God had gezondigd en zonder Hem was. Ik kwam terecht in het paradijs, waar God de mens goed had geschapen, maar waar wij de diepe val hadden gemaakt. Tegen een goed God gezondigd. Daar is Gods toorn en de vloek over mij gekomen en dat alles door eigen schuld. De schuld werd steeds groter en we voelden ons steeds ellendiger. God werd ook zo heilig. Zo’n nietig mens gezondigd tegen zo’n heilige God? Gezondigd tegen alle geboden van Gods heilige wet? Daar kan maar één ding op volgen!
De doodstraf. Een ellendige, rampzalige, Godonterende, dode zondaar. Zal het dan worden: ’Was dood en blijft dood en was verloren en blijft voor eeuwig verloren?
O dominee, is er nog genade? Voor zo’n zondaar?
Het is allemaal maar zo kort verteld, maar het is veel erger. Ik dacht wel eens: was ik maar zo’n vogeltje, die fluit zijn lied tenminste tot eer van God! De duivel zegt steeds: ’Het zijn toch leugens, er is geen genade voor jou!’ En ach dominee, dat is rechtvaardig om voor eeuwig zonder God naar die plaats te gaan. Ik heb zo’n hemelhoge schuld.
Ik ben ook zo bang om te moeten sterven. Daar zal God zeggen: ’Gaat weg van Mij! Hoe pijnlijk, maar zo rechtvaardig. Ik ben bang dat het zo met mij zal gaan. Dat ik nooit meer genade kan ontvangen.


We stellen voorop, dat we enerzijds voorzichtig moeten zijn om een vraag te beantwoorden van iemand die we niet kennen en van wie we geen persoonlijke omstandigheden of achtergronden weten. Anderzijds kan het ook nuttig zijn omdat we dan een onbevangen antwoord kunnen geven.
We hebben jouw brief als een noodkreet gelezen waarin je ons niet zonder reden vraagt of er voor jou nog genade is. Wij kunnen die vraag niet zonder nadere uitleg bevestigend beantwoorden. Het is niet moeilijk om je te schrijven dat er voor de grootste of voornaamste zondaar genade bij God te vinden is. Doch dit zijn dan mijn woorden die - hoewel op Gods Woord gegrond - zonder Gods Geest geen kracht hebben. Tevens zijn we bevreesd om overhaast de handen van bevestiging op je te leggen. Doch als Gods Geest er in mee wil komen, dan mag je ervaren dat er genade voor je is, omdat God de Vader dit van eeuwigheid heeft uitgedacht, Christus deze genade op aarde zo duur heeft verdiend en de Heilige Geest dit in je hart schenkt en bevestigt. Zie, dan staan de Bijbelse woorden: Uit genade zijt gij zalig geworden (Ef. 2:8) als gouden letters in je ziel gegraveerd! Het zou voor ons werkelijk tot grote blijdschap zijn als we het middel in Gods hand mogen zijn om je tot Christus te brengen, Die deze bijzondere genade heeft verdiend om zondaars met God te verzoenen.

Zondaar
Je hebt ons geschreven dat je jezelf hebt leren kennen als een meisje dat tegen de goeddoende en heilige God heeft gezondigd. Je leeft niet alleen in dat je de Heere met je dadelijke zonden hebt vertoornd, maar ook dat je in Adam van Hem bent afgevallen en daarom moet sterven. Je ziet hoe heilig de Heere is en hoe onheilig jij bent, omdat je tegen Gods heilige wet gezondigd hebt. Je hebt wel hoge gedachten Wie de Heere is, maar lage gedachten van jezelf, want je schrijft hoe je jezelf leert kennen, namelijk als een ellendige, rampzalige, Godonterende, dode zondaar die de doodstraf heeft verdiend.
Dit laatste is waar, want je hebt niet anders dan de eeuwige dood en het straflijden in de rampzaligheid verdiend. Het is niet te zeggen wat het inhoudt dat een mens tegen de volmaakt heilige God zondigt. De heilige en rechtvaardige God kan nooit van Zijn heilig recht afstaan. Indien Hij dit wel zou doen, Hij zou geen God meer zijn. Doch omdat Hij God is, kan en wil Hij niet anders dan dat er aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede. De zaligheid is op rechtsgronden verdiend en zal alleen uit genade op grond van Christus’ werk als Borg en Middelaar geschonken worden (Jes. 1:27). In je ongekunstelde brief schrijf je dat dit alles je niet vreemd is gebleven.

Onvruchtbaar?
Jonge vriendin, toen we ongeveer net zo oud waren als jij, leefden we ook in hoe ellendig en bedroefd we waren omdat we tegen de Heere hadden gezondigd. We schreven aan iemand een brief waarin we vanuit de nood van onze ziel de uitdrukking deden: ’We leven zo in dat we in der eeuwigheid geen goede vrucht meer kunnen voortbrengen.’ We meenden dit oprecht en dachten dat we ons ook zo hadden leren kennen. Later hebben we ons erover geschaamd, omdat we dachten ons zo geheel onvruchtbaar te kennen, maar we kwamen er achter dat we ook toen nog vruchten probeerden voort te brengen om God te behagen. We ondervinden het tot op de huidige dag dat we zomaar geen onvruchtbare boom zijn die geen enkele goede vrucht buiten Christus, de Boom des levens kan voortbrengen!
Doch nadat we verschillende jaren later werkelijk inleefden als een dorre, onvruchtbare boom te zijn die nooit één vrucht tot Gods eer kon voortbrengen, werd het voor ons omkomen. De Heere kon toen geen onrecht doen wanneer Hij zo’n onvruchtbare boom zou uithouwen en in het vuur werpen. Wanneer we dan op ons horloge keken, konden we niet begrijpen dat de Heere ons in Zijn onbegrijpelijke lankmoedigheid en goedertierenheid nog weer enkele seconden had verdragen. Maar er kwam een tijd dat we ook daar niet meer op konden zien, omdat het naar eigen waarneming sterven werd en we voor eeuwig moesten omkomen. Weet je wat toen overbleef? Niet alleen de prangende vraag die je hebt gesteld: ’Is er voor mij nog genade?’, maar dat we onze Rechter om genade gingen smeken.

O God, zijt mij zondaar genadig
Dit zien we bevestigd in de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar, die Christus eeuwen geleden uitsprak (Luk. 18:9-13). De tollenaar had niets meer te verliezen en kende zich als een verloren zondaar. Doch dit dreef hem tot God uit om genade af te smeken.
Hoor hem uitroepen: O God, zijt mij zondaar genadig. Hij wás een zondaar, een doelmisser, een hellewicht. Hij kénde zichzelf als een van verrestaande en boetvaardige zondaar, die zelfs met zijn ogen niet naar de hemel durfde te zien, en tevens met zijn hand op de borst sloeg omdat hij wist dat daar zijn boze hart was waaruit al het kwaad voortkwam.
Maar let nu op, hij vroeg niet alleen of er nog genade voor hem was, maar hij kon buiten Gód niet leven en daarom horen we uit zijn boetvaardige mond het veelzeggende gebedje: O God, zijt mij zondaar genadig. We mogen het ook op de volgende wijze lezen: ’O God, zijt met mij verzoend.’ Hij gevoelde dat zijn hemelhoge schuld alleen door bloed verzoend kon worden; daarom smeekte hij zijn Rechter om door Christus’ bloed gewassen te worden.
We hopen van harte dat je hierop het ’amen’ mag leren zeggen. Gods Geest komt niet alleen als de Overtuiger, Die een zondaar laat zien wie hij is, maar Hij vervloekt, doorwondt en doodt ook door middel van Zijn wet. Wanneer je echter voor eeuwig meent om te moeten komen, dan laat de Heere je niet in de rampzaligheid wegzinken, maar – o wonder – Hij laat je neerzinken tot aan Christus’ gezegende voeten. Lager behoef je voor God niet te buigen!

Boekdelen van gelukzaligheid
Toen Christus in de Jordaan werd gedoopt, kwam de Heilige Geest als een hemelse Duif op Christus. Welnu, indien de Heilige Geest vanuit de hemel onderwijs geeft aangaande het dierbare bloed van Christus en Hij wijst je op Hem Die het in liefde voor je vergoten heeft, dan wint Hij je hart voor Jezus in en verheerlijkt Hem in je ziel. Indien Gods Geest tevens de waarheid van dat ene woordje ’genade’ in je ziel leert spellen, dan zul je ondervinden dat in dit ene woordje boekdelen van gelukzaligheid staan vermeld! Boekdelen van gelukzaligheid die niet uit te lezen zijn omdat ’genade’ zo ontzaglijk omvangrijk is. Boekdelen van gelukzaligheid die niet uit te leggen zijn omdat ’genade’ zo oneindig diep van inhoud is. Boekdelen van gelukzaligheid die niet uit te bewonderen zijn omdat ’genade’ zo hemels dierbaar is. Hoe gezegend zul je dan zijn als dat woordje ’genade’ voor tijd en eeuwigheid jouw deel mag zijn. Hoe gelukkig zul je dan zijn als de Heere je laat zien hoe duur Christus dit ook voor jou heeft moeten en willen verdienen. Genade in en door Hem alleen.
Genade, omdat God de Vader als Rechter door Christus verzoend is en Hij die vrede en gelukzaligheid in je hart geeft die alle verstand te boven gaat. Is dat geen genade wanneer God om Christus’ wil je als kind aanneemt en je dit door Zijn Geest bevestigd krijgt? Al zal de ene van Gods volk hiervan meer geloofskennis krijgen dan de ander, maar allen zullen leren wat vrije genade inhoudt. Doch niemand van hen zal dit ooit recht kunnen bevatten. De hele eeuwigheid door zal Gods volk van die gelukzaligheid nooit de diepte kunnen peilen of de hoogte kunnen meten.
God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest hebben voor deze bijzondere genade gezorgd. Dus er is een volheid aan genade in en door de Drie-enige Verbonds-God! Geen aards goud, paarlen of diamanten zijn met deze hemelse genade te vergelijken.
Jonge vriendin, wil je wel geloven nu we schrijven dat in het kleine woordje ’genade’ boekdelen van gelukzaligheid staan vermeld, ons hart opengaat, en God in Christus weer zo dierbaar wordt. We mogen dan weer eens geloven dat er nu genade is voor de grootste der zondaren. Dat er geen zondaar te veel gezondigd heeft, omdat genade zo eeuwig vrij valt.
Je stelde ons de verlegen vraag of het ook voor jou nog kan, of er voor jou nog genade is. We geven je het volgende antwoord: Wanhoop aan alles wat van jezelf is, maar wanhoop nooit aan de Heere. De Heere laat in de weg van zaligmakende overtuiging niet zien hoe slecht je bent om je wanhopig te maken, maar om op Zijn tijd de rijkdom van Zijn genade in Christus tot zaligheid te openbaren.
We willen het met een voorbeeld duidelijk maken. Als je in gedachten een weegschaal ziet, wat denk je wat voor soort gewicht bij de Heere doorslaat: óf de schaal met ernstige gedachten, gestorte tranen, uitgesproken gebeden, goede voornemens, gedane schulderkentenissen, zelf aangegrepen beloften en wat al niet meer daarin gelegd kan worden, óf de schaal met nieten en nullen? Menselijk gesproken slaat de eerste schaal door. Jonge vriendin, dit menen er zo velen, maar het zal wat zijn als straks zal gelden: Gij zijt in weegschalen gewogen, en gij zijt te licht bevonden (Dan. 5:27). Doch de Goddelijke wijsheid zorgt ervoor dat in Christus’ weegschaal nieten en nullen van het zwaarste gewicht zijn, omdat de Heere het gewicht van Christus’ gerechtigheid erbij legt!

Een vogeltje dat zingt
Je schreef ons: ’Ik dacht wel eens: was ik maar zo’n vogeltje, die fluit zijn lied tenminste tot eer van God!’ Weet, dat als de Heere het zuivere genadewerk in je hart heeft verheerlijkt, je op Gods tijd zeker als zo’n vogeltje zult gaan zingen.
Toen we dit van je lazen, dachten we aan de gelijkenis van het mosterdzaad (Luk. 13:18 en 19). Christus zegt dat dit kleine mosterdzaad tot een grote boom wordt en dat de vogelen des hemels in zijn takken nestelden. Dus wat belooft Christus hier? Dat allen die genade ontvangen, op Gods tijd als geestelijke vogels schaduw vinden en de lof des Heeren gaan zingen in de Evangelische mosterdboom. We hopen dat we nog eens van jou mogen zeggen: ’We horen muziek van een vogel des hemels, van een geestelijke nachtegaal, die het niet op kan dat de Heere een antwoord op haar vraag heeft gegeven: ’Is er voor mij nog genade?’ Je zult dan het antwoord uit genade geven: ’Ja, er is genade als vrucht van de verkiezende liefde des Vaders, van de Borgstelling van Christus en als vrucht van het dierbare werk van Gods Geest!’
Het kan zijn dat je in de Evangelische mosterdboom zelfs géén hemelse muziek laat horen. Niet? Nee, omdat je diep verwonderd bent vanwege de genade dat God in Christus op goddelozen ziet. Je ervaart dan wat de dichter van psalm 65 zingt:
De lofzang klimt uit Sions zalen
Tot U, met stil ontzag.

Jonge vriendin, op werk zitten we niet te wachten, maar wel op soortgelijke brieven.
We hebben met blijdschap je vraag beantwoord en hopen dat de Heere het voor jou en voor de andere lezers wil gebruiken. Weet dat het genade bij aanvang, genade bij voortgang en genade tot het einde toe zal zijn. We lezen in Zacharia 4:7: Want hij zal den hoofdsteen voortbrengen met toeroepingen: Genade, genade zij denzelven. Als je straks bij de Heere in de hemel mag komen, zul je weten wat je dan eeuwig zult gaan doen. Je zult dan met alle geestelijke vogels des hemels nooit moe worden om voor eeuwig te zingen: ’Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen’. Hier wordt men moe van de zonde, moe van het boze bestaan dat altijd onafhankelijk van Christus wil leven en moe van de ellende die overal te vinden is, maar daar in de eeuwige gelukzaligheid is God alles en in allen.
Ons hart is hierover vol en we zouden het liefst nog verder willen schrijven, maar we moeten nodig onze brief gaan beëindigen.
Wat staan er in dat ene woord ’genade’ toch boekdelen van gelukzaligheid vermeld. Och Heere, laat ons zo lang we kracht krijgen mosterdzaad zaaien, totdat we door genade de muziek van de vogels des hemels mogen oogsten. Ten slotte, we stemmen van harte in met de dichter van de berijmde psalm 103: ’En gij, mijn ziel, loof gij Hem bovenal!’

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Is er voor mij nog genade?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's