Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Houd in gedachtenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Houd in gedachtenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Houd in gedachtenis dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, Welke is uit den zade Davids, naar mijn Evangelie. 2 Timótheüs 2:8

Het is een bijzonder woord dat de apostel Paulus geschreven heeft aan zijn geestelijke zoon Timótheüs. Hij had hem graag nog eens persoonlijk een bezoek willen brengen in Éfeze, maar aangezien hij duizenden kilometers van hem verwijderd was en bovendien ook nog eens gevangen zat, was dat onmogelijk. Daarom schrijft hij hem een zeer hartelijke, bemoedigende brief.
Zo wenst hij Timótheüs aan het begin van dit hoofdstuk toe gesterkt te worden in de genade die in Christus Jezus is. Het is alsof Paulus tegen Timótheüs wil zeggen: ’Timótheüs, als u in de gemeente van Éfeze, waar de Heere u gesteld heeft, hetzelfde zult moeten ondervinden als ik tijdens mijn verblijf te Éfeze heb ondervonden, dan staat u nog heel wat te wachten. Daarom wens ik u van harte toe dat de Heere u persoonlijk zal willen sterken in de genade die in Christus Jezus is. Zo zult u weer nieuwe moed en krachten mogen ontvangen om in uw gemeente uw ambtelijke arbeid te verrichten.’
Om Timótheüs nog meer moed in te spreken wijst Paulus hem op een bron waaruit hij altijd nieuwe kracht zal kunnen putten. Welke bron bedoelt Paulus? Bedoelt hij de bijzondere weldaden die Timótheüs uit genade heeft mogen ontvangen? Bedoelt hij de roeping tot het leraarsambt of de tekstwoorden waarmee hij in het ambt bevestigd is? Nee, ook nu heeft Paulus zich niet voorgenomen iets te weten dan Jezus Christus en Dien gekruisigd. Daarom wijst hij Timótheüs op dé Bron van alle troost en licht, namelijk Sions eeuwige Koning Die uit de dood is herrezen: Houd in gedachtenis dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, Welke is uit den zade Davids, naar mijn Evangelie.
Om hem in de strijd te bemoedigen verkondigt Paulus Timótheüs dus het Evangelie van de opgestane Levensvorst, Die dood geweest is maar levend is tot in alle eeuwigheid (Openb. 1:18). Welk een moedgeving en vertroosting is er in dit Evangelie te vinden, zult u vragen? Welnu, let dan allereerst eens op de manier waarop Paulus spreekt over Christus’ opstanding. Hij zegt: Houd in gedachtenis dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt. Hiermee wijst hij op de opstanding van Christus als het werk van God de Vader. Door Christus uit de dood op te wekken heeft God de Vader ’amen’ gezegd en een stempel gezet op het werk van Zijn geliefde Zoon. Hij is volkomen voldaan met Zijn werk. Alleen op grond van Zijn werk ziet de Vader geen zonden meer in Zijn Jakob en geen overtreding in Zijn Israël.
Is dit geen rijke bron van troost en bemoediging voor Timótheüs? ’Timótheüs, u bent zwak van moed en klein van krachten, en daarnaast zult u voortdurend moeten strijden tegen de overblijfselen der verdorvenheid in u, maar hebt goede moed, Timótheüs, Jezus Christus is door Zijn Vader uit de doden opgewekt en door eigen Goddelijke kracht uit de doden opgestaan. Hij heeft al Zijn en uw vijanden overwonnen! Daarom zal Zijn hand, hoe het ook ga, u sterken dag en nacht. Zijn arm zal u in nood voorzien van moed en kracht.’
Paulus wijst Timótheüs echter niet alleen op Christus’ dood en opstanding, maar ook op Zijn menswording als hij zegt: Welke is uit den zade Davids. Is dat ook tot bemoediging? Jazeker, want Hij heeft in de volheid des tijds de ware menselijke natuur aangenomen, en is alzo Zijn broederen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. ’Timótheüs, bent u benauwd? Weet dan dat Christus in al uw benauwdheid benauwd is geweest. Wordt u verzocht? Laat het u dan tot een sterke vertroosting mogen zijn dat Christus ook verzocht is geweest en u daarom te hulp kan komen.’
Paulus wekt Timótheüs op om dit alles in gedachtenis te houden. Hij wil als het ware zeggen: ’Timótheüs, verlies dit toch niet uit het oog.’
Wat is daartoe nodig? Om op een rechte wijze in gedachtenis te houden dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, zal er kennis van de Persoon des Middelaars in het hart moeten zijn gekomen. Welnu, dat mag Paulus op goede gronden van Timótheüs geloven, want in het vorige hoofdstuk zegt hij: Als ik mij in gedachtenis breng het ongeveinsd geloof, dat in u is, hetwelk eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Lois, en in uw moeder Eunice; en ik ben verzekerd, dat het ook in u woont (2 Tim. 1:5).
Paulus wist echter ook dat behalve de ware geloofskennis ook de rechte beoefening daarvan zo nodig is, opdat Christus zowel in de gangen van Zijn vernedering en verhoging opnieuw dierbaar zal worden voor de ziel. Dan zal opnieuw bevestigd worden: U dan die gelooft, is Hij dierbaar (1 Petr. 2:7).
Paulus wijst Timótheüs dus in deze opwekking en bemoediging op de vaste grondslagen der zaligheid van Gods Kerk, namelijk het werk van een Drie-enig God in het uitdenken, verdienen en toepassen van de eeuwige zaligheid. ’Dat werk’, Timótheüs, ’zal door de hand van de opgestane Levensvorst gelukkiglijk voortgaan. Hij is uw hoogste Profeet en Leraar, Die volkomen bekwaam en gewillig is om u te onderwijzen en te leren van de weg die u moet gaan. Hij is uw enige Hogepriester, Die met Zijn volkomen offerande uw schuld volkomen heeft verzoend en steeds bij Zijn Vader voor u tussentreedt. Hij is ook uw eeuwige Koning, Die u regeert, behoedt en beschermt.’
Geliefde lezers, kent u iets van dit gelovig in gedachtenis houden van Christus’ dood en opstanding? De Heere werke het ware geloof waar het gemist wordt en versterke het waar Hij het gewerkt heeft. Volk des Heeren, de Heere schenke u van alle moedbenemende omstandigheden af te zien en met geloofsogen omhoog te mogen zien op Hem, Die de dood verslonden heeft tot eeuwige overwinning, en aan de rechterhand van Zijn Vader gezeten is om voor u te bidden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 2015

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Houd in gedachtenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 2015

De Wachter Sions | 8 Pagina's