De tabernakeldienst (149)

We verwonderen ons over een bijzondere gebeurtenis in het leven van Christus toen Hij aan het kruis hing, hetwelk alleen de evangelist Matthéüs beschrijft: En zij nederzittende bewaarden Hem aldaar (Matth. 27:36). Er stonden op Golgotha drie kruisen en aan elk een hing een veroordeelde. Het opmerkelijke was dat de Romeinse hoofdman met zijn soldaten alleen aan de voet van het míddelste kruis zat. Niet om ónderwijs van Christus te ontvangen, maar om Hem te bewáren. Werd Christus, de Zoon van God, de Middelaar en Zaligmaker van Zijn volk bewaard? Ja, daarom is deze gebeurtenis tot hun zaligheid. Zij ontvangen aan de voet van het kruis onderwijs dat Christus Zich liet bewaren door vijandige soldaten opdat zij bewaard zouden worden door vriendelijke engelen (Ps. 91:11-13).

Het kruisevangelie is echter voor de vrome Jood een ergernis en voor de geleerde Griek een dwaasheid (1 Kor. 1:23). Zolang wij met ons verstand dit heilgeheim willen begrijpen, blijven we Christus verachten. Alleen genade ontdekt dit heilgeheim tot zaligheid, zodat we met Paulus instemmen: Het zij verre van mij, dat ik zou roemen anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus (Gal. 6:14). Ook Petrus mocht weten dat Christus Zich liet bewaren, opdat hij en al Gods volk in Zijn kracht bewaard zouden worden tot de zaligheid (1 Petr. 1:5).

Deze bijzondere bewaring werd duidelijk afgebeeld in het eerste dekkleed van geitenhaar dat over het binnenkleed moest worden gelegd. Dit maakt het onderwerp juist zo dierbaar, om ons in de eerste plaats op het kruislijden van de Heere Jezus te kunnen richten. Hoe dor en droog zou het zijn als we de geestelijke betekenis van het kleed van geitenhaar op deze wijze niet zouden kunnen beschrijven. Het dekkleed van geitenhaar diende dus als een tent over de tabernakel en predikt ons de bescherming van Christus over Zijn Kerk.

Een tent over de tabernakel

In Exodus 26:7-14 kunnen we een volledige beschrijving van het kleed van geitenhaar lezen. Laten we beginnen met op te merken dat we bij dit kleed niet moeten denken aan geitenvellen die men aan elkaar hechtte, maar aan een kleed dat uit geitenhaar was geweven en tot een tent diende. Een tent van bedekking over de tabernakel.

Is er dan verschil tussen een tent en de tabernakel? Leggen we het niet dikwijls uit dat we met het woord tabernakel de tent des Heeren bedoelen? Het antwoord lezen we in vers 7: ‘Ook zult gij gordijnen uit geitenhaar maken tot een tent over den tabernakel’. In de grondtaal staan namelijk twee verschillende woorden, ieder met een eigen betekenis. De Heere maakt onderscheid tussen de tabernakel en een tent. Met de tabernákel wordt het gebouw bedoeld bestaande uit twee kamers: het heilige en het heilige der heiligen waarin verschillende voorwerpen staan. Met een tént worden de drie dekkleden bedoeld, van geitenhaar, roodgeverfde ramsvellen en dassenvellen die als bescherming voor de tabernakel dienen.

Nu we stilstaan bij het eerste van de drie dekkleden die tot de tent behoorden, kan de aandachtige lezer de vraag stellen of het binnenkleed waarvan we in vers 1 lezen: Van fijn getweernd linnen en hemelsblauw en purper en scharlaken, met cherubs, dan niet tot de tent behoorde. Ons antwoord is dat dit niet het geval was. Hoe we dit weten? Omdat de Heere bij de opdracht om het binnenkleed te maken níet de volgende woorden toevoegt: Een tent over den tabernakel. Het blijkt dus duidelijk dat het binnenkleed tot de ‘tabernakel’ behoorde en niet tot de ‘tent’ die tot bescherming diende.

Daarom zagen de priesters die in de tabernakel werkzaam waren wel de prachtige kleuren en geborduurde cherubs van het binnenkleed, maar niet de drie dekkleden die als een tent de tabernakel bedekten. Maar niettemin had de Heere voor dekkleden gezorgd die als een tent de tabernakel mét het binnenkleed beschermde tegen de wind en het woestijnzand.

Over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen

Dat ook het dekkleed van geitenhaar als een tent tot bescherming van de tabernakel diende zal voor onze lezers nu wel duidelijk zijn. Zoals we weten beeldde de tabernákel Christus’ heerlijkheid af, en de tént gemaakt van het kleed van geitenhaar, roodgeverfde ramsvellen en dassenvellen, Zijn bescherming.

De tabernakel was ook het beeld van Gods volk dat door Christus als Zijn heerlijke tabernakel wordt aangemerkt en door Hem beschermd en bewaard wordt. Weet u waar we nu met ontroering aan denken? Wat de profeet Jesaja schrijft: En de HEERE zal over alle woning van den berg Sion en over haar vergaderingen scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen (Jes. 4:5). Jesaja maakt de toepassing van wat we zo juist over de beschermende dekkleden hebben geschreven: Want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen.

We zijn begonnen met op te merken dat vijandige soldaten aan de voet van het kruis zaten waaraan Jezus hing: En zij nederzittende, bewaarden Hem aldaar (Matth. 27:36). Jezus werd bewaard als de grootste booswicht en had geen bedekking boven Zich, zodat Hij in grote benauwdheid uitriep: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten (Matth. 27:46). Vrienden, het lijden wat Christus daarvóór had geleden was onnoemelijk zwaar geweest. Maar nooit heeft Christus zo ontzaglijk geleden als toen Hij aan het kruis Zich van God verlaten voelde, omdat Hij geen vertroosting en beschutting gewaarwerd.

Volk des Heeren, hoor hier de droevige klacht van uw dierbare Borg, Die geen bedekking en vertroosting had. Hij kreeg geen vriendelijke blik te zien, geen troostvol woord te horen en geen versterking te gevoelen. Al leek het erop dat Zijn Vader Hem had verlaten, toch bleef Christus tot Hem de toevlucht nemen. Christus bleef op Zijn sterke God vertrouwen, zodat Hij gelovig uitriep: Mijn God, Mijn God, of zoals we het ook mogen lezen: Mijn Sterkte, Mijn Sterkte. God de Vader verliet Christus voor een tijd om de belofte op Zijn tijd in het leven van Zijn volk te vervullen: Want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen.

Een aansporing om tot Christus de toevlucht te nemen

Ziet u dat ook het dekkleed van geitenhaar op Christus’ dierbaar kruislijden wijst, zodat Hij een beschutting is voor allen in wie Hij met Zijn Geest woont? Dit dekkleed van geitenhaar is het beeld van de goede zorg, de trouwe bewaring en de krachtige bescherming die Christus over Zijn volk heeft. Het houdt toch wat in dat de Heere hen niet één dag maar áltijd Zijn bewaring belooft: Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen (Ps. 91:4).

Voelt u zich als een zwak en hulpeloos vogeltje of als een weerloos kuikentje, net als Hizkía die in grote nood verkeerde omdat Hij geen Borg voor zijn schuld en geen God voor zijn hart had? Voelt u zich net als Hizkía die de bedekkende gerechtigheid van Christus nodig had? Neem dan tot de Heere uw toevlucht en smeek met Hizkía of Hij uw Borg wil worden: Gelijk een kraan of zwaluw, alzo piepte ik, ik kirde als een duif; mijn ogen verhieven zich omhoog; O HEERE; ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg (Jes. 38:14). De Heere verhoorde hem en vergaf niet alleen zijn zonden door Christus’ bloed, maar vervulde ook de bijzondere belofte: Want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen. Laat het voor u in alle moeilijke omstandigheden tot troost zijn dat Christus uw uitgang en uw ingang zal bewaren van nu aan tot in der eeuwigheid! (Ps. 121:7).

Weet dat als u nog zonder Christus’ kleed van geitenhaar ofwel zonder Zijn bedekkende gerechtigheid leeft, u voor een heilig en rechtvaardig God niet kunt bestaan! We wensen u van harte toe dat u genade nodig krijgt en genade op grond van recht ontvangt, want dan alleen leert u op Gods tijd dat het dekkleed van geitenhaar Christus’ gerechtigheid afbeeldde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen