Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geschonken genade (36)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geschonken genade (36)

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk 5 – Het werk van de Heilige Geest -2 (5)

Het geestelijke leven wordt uitgestort opdat wij in deze wereld de weg der gehoorzaamheid zullen bewandelen, waardoor God verheerlijkt wordt. Dat lezen we in Éfeze 2:10: geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. Gewoonten verhouden zich tot daden als de stam tot de vrucht. Het is immers voor de vrucht dat we de onderstam poten en de takken daarop enten? Zo staat het in Ezechiël 36:26 en 27: Een nieuwe geest zal Ik geven in het binnenste van u, en Ik zal maken dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen en Mijn rechten zult bewaren en doen. Dat is het naaste of het rechtstreekse doel en oogmerk, niet alleen als het beginsel van leven voor het eerst in de ziel wordt uitgestort, maar ook in al het werk van de Geest daarna, om op te wekken, aan te sporen en te ondersteunen.

Wanneer nu dit beginsel van geestelijk leven is uitgestort, heeft dat een tweevoudige invloed op de gehoorzaamheid. Als deze gehoorzaamheid uit een innerlijk en levenskrachtig beginsel van genade voortkomt, maakt dit de gehoorzaamheid oprecht en waar. De schijnvrome komt in beweging door iets van buitenaf, zoals de bijval van mensen, het aanpassen van vleselijke belangen, de kracht van de opvoeding. Of ook: als er iets is dat hem van binnenuit beweegt, is het slechts eigenbelang, om zijn verontruste geweten te sussen en zijn ijdele hoop op de hemel te ondersteunen. Hij handelt echter nooit vanuit een nieuw beginsel en een nieuwe natuur, waardoor hij tot heilige daden wordt aangezet. De oprechtheid is voornamelijk daarin gelegen dat er harmonie en overeenstemming is tussen de daad en het beginsel. Het is vanuit dit ingestorte beginsel dat mensen hongeren en dorsten naar God, en dat ze tot hun plichten gaan, zoals mensen aan hun maaltijd, als ze merken dat hun maag leeg en hongerig is.

O, u die dit leest, stopt u hier eens even, voordat u verder gaat. Stel uw hart de vraag eens of het bij u zo is. Is er bij u een nauwe band met uw heilige plichten? Wordt uw ziel door een soort bovennatuurlijk instinct in beweging gebracht, achter God aan? Dan zal dit voor u een betrouwbaar blijk zijn van uw oprechtheid.

Uit dit beginsel van leven, dat in u is uitgestort, vloeit voort dat uw gehoorzaamheid niet alleen oprecht, maar ook uitnemend is. Immers, uit kracht hiervan, en om die reden wordt uw gehoorzaamheid vrij en vrijwillig, is zij niet gedwongen en verkrampt, maar druipt zij als honing uit de raat, en dat uit eigen beweging (Hoogl. 4:11), of als water uit een fontein, zonder dwang (Joh. 4:14). Een belijder die dit beginsel niet heeft, moet door de last van de aanvechting onder zware druk komen, voordat hij ook maar één traan zal voortbrengen, of een gebed zal uitstorten. Psalm 78:34: Als Hij hen doodde, zo vraagden zij naar Hem.

Welnu, de vrijheid in het gehoorzamen is ook de uitnemendheid ervan. Daarop slaat God heel vaak het oog (1 Kor. 9:17), ja, en de onveranderlijkheid in onze gehoorzaamheid, die er ook een bijzonder deel van is, vloeit daaruit voort. Wie vanuit een beginsel handelt, handelt gemakkelijk en volgens hetzelfde patroon. Er is een juiste verhouding tussen de delen van zijn wandel. Dat maakt ons heilig ’in alle wijze van wandel’, of: op elk punt en bij elke wending in onze wandel, wat het Griekse woord in 1 Petrus 1:15 betekent.

Daarentegen moet hij die door dit of dat toevallige motief van buitenaf wordt bewogen, noodzakelijkerwijs heel onvast zijn in zijn gang: als met ’de benen van een kreupele’, naar het woord van Spreuken 26:7, ’die niet gelijk zijn’. Daar is een woord van God - en dan wordt er wazig, spottend of ook vleselijk over gesproken. Alle gelijkmatigheid en alle evenwicht in de onderscheiden delen van het leven van een christen zijn de uitwerking van dit beginsel van geestelijk leven dat in hem is uitgestort.

Nog een doel en oogmerk van God bij het uitstorten van dit beginsel van leven is, dat Hij de ziel daardoor voorbereidt en geschikt maakt om Hem in de hemel te genieten: tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien (Joh. 3:3). Allen die deze erfenis bezitten, moeten er opnieuw toe worden verwekt, zoals de apostel zegt in 1 Petrus 1:3 en 4. Dit beginsel van genade is het wezenlijke zaad van die heerlijkheid; het is eeuwig leven in wortel en beginsel (Joh. 17:3). Hierdoor wordt de ziel voor die staat en voor dat werk geschikt maakt. Wat is het leven der heerlijkheid ánders dan dat de ziel God ziet, en dat zij door dat ’zien’ aan Hem gelijk wordt? Uit die twee dingen komen de onuitsprekelijke vreugde en de verrukking voort, die het verstand te boven gaan.

Maar hoe kan een ziel die nooit door het bovennatuurlijke beginsel van genade werd bezield, God zien, gelijk worden aan Hem, en vreugde in Hem hebben? De gesteldheid van zo'n ziel wordt onder woorden gebracht in dat droeve woord van Zacharia 11:8: Mijn ziel was over hen verdrietig geworden, en ook had hun ziel een walg van Mij. Het is door het ontbreken van dit levenskrachtige beginsel, dat precies dezelfde plichten en inzettingen, die voor de gelovigen een vreugde en de hoogste genieting vormen, voor anderen niet meer zijn dan enkel geestdodend werk en knechtschap (Mal. 1:13). De hemel zal voor een dode ziel geen hemel zijn. Dit beginsel van leven, in zijn dagelijkse groei en voortgang, vormt onze geschiktheid voor de hemel, en is er voor ons ook een blijk van. Dit alles vormt het belangrijkste doel waartoe dit leven wordt uitgestort.

Ten vierde. Vervolgens - naar de voorgestelde leerwijze - moet ik u nu laten zien dat dit levendmakende werk geheel en al bovennatuurlijk is. Het is het eigen werk van Gods Geest, het werk van Hem alléén. Dat spreekt Christus Zelf heel stellig uit, in Johannes 3:6 en 8: Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, dat is geest. De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk die uit de Geest geboren is.

Gelovigen hebben hun oorsprong, hun afstamming van de Geest, Die de nieuwe schepping in hen voortbrengt op een manier die niet te begrijpen is, niet eens door henzelf. Het gaat hun eigen kunnen om die schepping voort te brengen even ver te boven als het hun vermogen te boven gaat om de manier te begrijpen waarop die schepping wordt voortgebracht. Het is als wanneer u zou vragen: Weet u waar de wind vandaan komt? Nee. Weet u waar die naartoe gaat? Nee. Maar hoort en voelt u de wind als hij waait? Ja. Welnu, zo is ieder die uit de Geest geboren is. Hij voelt Zijn kracht en neemt de werkingen van de Geest in zijn ziel waar, maar hij kan de manier waarop die werkingen worden voortgebracht niet begrijpen of beschrijven. Het gaat niet alleen het vleselijke, maar ook het vernieuwde verstand te boven om dit te bevatten.

Wij kunnen er niets toe bijdragen, ik bedoel in actieve zin, om dit beginsel van leven voort te brengen. Zeker, er kan van ons gezegd worden dat we daarin passief met de Geest medewerken. Het wil zeggen dat er in ons een vermogen, een geschiktheid of ontvankelijkheid ten aanzien van dit beginsel van leven gevonden wordt. Onze natuur is met vermogens en krachten begiftigd die geschikt zijn om dingen te ontvangen, en met instrumenten om dit geestelijke leven te leiden. Het is God alléén die de met rede begaafde natuur met geestelijk leven bezielt.

(wordt vervolgd)

© 2008 Den Hertog B.V., Houten. Geschonken genade

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Geschonken genade (36)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2016

De Wachter Sions | 8 Pagina's