Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

17. Het drama van Nob

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

17. Het drama van Nob

Het leven van David. De man naar Gods hart

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na enige tijd verliet David de spelonk van Adullam om uit te wijken naar het land van de Moabieten. Mogelijk voelde hij zich toch niet veilig in de grot en zocht hij zijn heil in Moab. Lang geleden lezen we ook van een man die uitweek naar Moab. Er staat in Ruth 1:1: In de dagen als de richters richtten, zo geschiedde het dat er honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-Juda om als vreemdeling te verkeren in de velden van Moab, hij en zijn huisvrouw en zijn twee zonen. Het was het gezin van Elimélech en Naomi uit welk geslacht later Obed werd geboren, de zoon van Ruth en Boaz. Van Obed lezen we: Deze is de vader van Isaï, Davids vader (Ruth 4:17).

Er worden door de verklaarders twee redenen opgegeven waarom David naar Moab ging. De koning van Moab was een vijand van koning Saul en ook David werd door Saul gehaat. Vandaar dat de koning van Moab David een plaatsje in zijn land wilde toestaan. Verder kwam de moeder van zijn opa Obed, namelijk Ruth, uit Moab, waardoor hij hoopte in dat land een gunstig onthaal te krijgen. Als vesting kreeg David toen de plaats Mizpe aangewezen en hier hoopte hij enige tijd te verblijven. Onder de vierhonderd mannen van David, die algauw uitgroeiden tot zeshonderd mannen, was ook de profeet Gad. Deze knecht des Heeren zei dat David weer terug moest gaan naar het land van Juda. Hij sprak: Blijf in de vesting niet, ga heen en ga in het land van Juda (1 Sam. 22:5). De Heere wilde dat David in zijn eigen land werd voorbereid op het koningschap. Op dat woord keerde David terug en zocht het woud Chereth op. Chereth betekent ’woud’ omdat zich in dat heuvelland een flink bos bevond waarin hij met zijn mannen kon schuilen.
Daarna speelde zich het vreselijke drama van Nob af. Een afschuwelijke zwarte bladzijde in het leven van koning Saul, dat ons duidelijk laat zien hoe bergafwaarts het intussen met de koning ging.
Saul hoorde dat David door een aantal mannen werd vergezeld en de koning beklaagde zich dat hij door iedereen scheen verlaten te zijn. Mismoedig sprak hij tegen zijn knechten: ’Zal de zoon van Isaï, de man die mij het leven zuur maakt, straks over dit mijn land koning zijn? Het treurige is dat zelfs mijn zoon Jonathan zich met mijn vorige knecht in verbintenis heeft gesteld en zij samen er op uit zijn mij ten val te brengen. En ik vind het bovendien heel erg dat er zelfs onder al mijn knechten niemand gevonden wordt die zich mijn geval aantrekt en medelijden met mij heeft. Het lijkt wel dat ze me allemaal in de steek laten!’
Nauwelijks had de koning die woorden gesproken of er trad een man naar voren. Zijn naam was Doëg en de Bijbel vermeldt van hem dat hij een Edomiet was. De Edomieten waren de nakomelingen van Ezau en gezworen vijanden van de Israëlieten. De ware aard van Doëg openbaarde zich meteen, want nauwelijks was koning Saul uitgesproken of Doëg wist hem te vertellen dat David geholpen was door priester Achimélech, de zoon van Ahitub.
’Ja, koning, ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe de priester de Heere voor David heeft gevraagd, hem van voedsel heeft voorzien en aan hem zelfs het zwaard van Goliath heeft gegeven.’ zei Doëg. Meteen werden enige soldaten uitgezonden om Achimélech op te halen en toen de priester voor de koning verscheen, vroeg Saul: Hoor nu, gij zoon van Ahitub, waarom hebt gijlieden tezamen u tegen mij verbonden, gij en de zoon van Isaï, mits dat gij hem gegeven hebt brood en het zwaard, en God voor hem gevraagd, dat hij zou opstaan tegen mij tot een lagenlegger, gelijk het te dezen dage is? (vers 12 en 13).
Vanzelfsprekend verdedigde Achimélech zich, want hij was zich van geen kwaad bewust. Hij wist niet beter of David, die de schoonzoon van Saul was, moest een geheime opdracht voor de koning vervullen. Dát had David hem gezegd en dat had hij geloofd. Hij had juist alles gedaan om op die manier koning Saul te helpen. De koning legge op zijn knecht geen ding, noch op het ganse huis mijns vaders, want uw knecht heeft van al deze dingen niets geweten, klein noch groot (vers 15), verontschuldigde hij zich. Maar Saul geloofde zijn woorden niet en hij gaf zijn knechten de opdracht alle priesters des HEEREN te doden. Maar de soldaten deinsden voor zo’n gruwelijke moord terug en wilden hun hand niet uitsteken om op de priesters des HEEREN aan te vallen (vers 17). Toen gaf de koning Doëg de opdracht om hen te doden en hij doodde meteen vijf en tachtig mannen die den linnen lijfrok droegen (vers 18). Dat ’dragen van de linnen rok’ geeft aan dat zij bezig waren in de dienst des Heeren.
Onverwachts werden ze tijdens de uitoefening van hun ambt door Doëg en zijn mannen gedood. Alsof dit nog niet genoeg was, kreeg hij ook de opdracht het priesterplaatsje Nob aan te vallen en hij sloeg ook Nob, de stad dezer priesters, met de scherpte des zwaards, van den man tot de vrouw, van de kinderen tot de zuigelingen; zelfs de ossen en ezels en de schapen sloeg hij met de scherpte des zwaards (vers 19). Er wordt wel gedacht dat er zo’n driehonderd mensen zijn omgebracht. Wat een onschuldig bloed is er toen vergoten.
Intussen werd in deze wrede, gruwelijke en onrechtvaardige daad het oordeel van de Heere over het huis van Eli voltrokken. De Heere had immers door een profeet de oude Eli laten aanzeggen: Zie, de dagen komen, dat Ik uw arm zal afhouwen en den arm van uws vaders huis, dat er geen oud man in uw huis wezen al (1 Sam. 2:31).

(Volgende keer D.V. 18. David bevrijdt Kehíla van de Filistijnen)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's

17. Het drama van Nob

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's