Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

26. David vlucht naar het land van de Filistijnen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

26. David vlucht naar het land van de Filistijnen

Het leven van David. De man naar Gods hart

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

David had opnieuw het leven van Saul gespaard. Hij had tot zijn neef Abisaï van de koning gezegd: Zo waarachtig als de HEERE leeft; maar de HEERE zal hem slaan, of zijn dag zal komen, dat hij zal sterven, of hij zal in een strijd trekken, dat hij omkome (1 Sam. 26:10). David wist dat de Heere hem op Gods tijd het koninkrijk zou geven. Hij hoefde niet voor zichzelf te strijden, want vandaag of morgen zou de Heere Saul door de dood wegnemen. Hij mocht berusten in het beleid van de Heere en Gods tijd afwachten.

Al had Saul schuld erkend, toch waagde David zich niet in zijn nabijheid, want we lezen in het laatste vers van hoofdstuk 26: Toen ging David op zijn weg en Saul keerde weder naar zijn plaats (vers 25). Ondanks dat er geen toenadering kwam, was David goed gesteld geweest en mocht hij zijn zaak aan de Heere toebetrouwen. Het was met hem als met de dichter van Psalm 43:5: ”Berust in ’s HEEREN welbehagen; Hij doet welhaast uw heilzon dagen. Uw hoop herleev’, naar Zijn gebod; Mijn Redder is mijn God.”
Maar bleef David in dat geloofsvertrouwen? Wat staat er in het eerste vers van het volgende hoofdstuk? Daar lezen we: David nu zeide in zijn hart: Nu zal ik een der dagen door Sauls hand omkomen (Sam. 27:1). Dr. Steenblok haalde in zijn preken nogal eens de uitdrukking aan: Zó genoten, zó weer toegesloten! Hij wilde daarmee zeggen: Gods kind mag het ene ogenblik op de Heere vertrouwen en in het licht verkeren, maar het volgende ogenblik kan dat geloofsvertrouwen ontbreken en bevindt Gods kind zich weer in het duister door ongeloof. Die toestand kunnen we ook lezen in Psalm 30, waar de dichter het ene ogenblik zegt: Ik zal niet wankelen in eeuwigheid (vers 7), maar daarna getuigt hij: Maar toen Gij Uw aangezicht verborgt, werd ik verschrikt (vers 8). Vanzelfsprekend blijft het geloof in Gods kind altijd aanwezig, want er is geen afval van de heiligen. Maar (zoals dat meestal wordt gezegd) de oefening of werkzaamheid van het geloof wordt soms gemist en daardoor komt Gods kind in het duister terecht. Een duidelijk voorbeeld hiervan is Thomas. Hij bezat het ware geloof, want hij was een kind van de Heere. Maar wat ontbrak de oefening van zijn geloof toen hij weigerde te geloven dat de Heere Jezus uit de dood was opgestaan. Toen kort daarna de Heere Jezus hem opzocht, brak het volle licht in zijn ziel weer door en juichte hij: Mijn Heere en mijn God!
Zo vrijmoedig David tot zijn neef over de Heere had gesproken van de zekerheid dat Saul zou sterven en hij in zijn plaats koning zou worden, zó duister werd het kort daarna voor hem, zodat hij moedeloos in zijn binnenste dacht: Nu zal ik een der dagen door Sauls hand omkomen! Hij dacht het in zijn binnenste, want hij zeide in zijn hart, lezen we. En de kanttekening merkt op: ’Dat is, bij zichzelven. Dit is een bewijs van de zwakheid van David in het geloof en het vertrouwen op de treffelijke beloften Gods’ (kantt. 1). Hij heeft die ongelovige gedachte dus niet hardop uitgesproken. Toch zou uit zijn daden blijken dat hij inderdaad dacht spoedig door Sauls hand te sterven. Daarom nam hij een verkeerd besluit.
We lezen verder in het eerste vers: Mij is niet beter dan dat ik haastelijk ontkome in het land der Filistijnen, opdat Saul van mij de hoop verlieze, in mij meer te zoeken in de ganse landpale Israëls; zo zal ik ontkomen uit zijn hand. Uit ongeloof week David met zijn zeshonderd mannen uit naar het land van de Filistijnen. Hij was weleens meer naar een ander land gevlucht, namelijk naar het land van Moab. Maar de profeet Gad had hem toen bevolen terug te keren naar Juda. We vinden die geschiedenis in 1 Sam. 22.
Deze keer zocht hij zijn bescherming bij de Filistijnen, de uitgesproken vijanden van Israël. Al was het menselijk gezien een begrijpelijke beslissing van hem, toch was het een daad uit ongeloof en daarom niet goed. Hij zou dan ook in zeer moeilijke omstandigheden geraken en dat alles om eigen schuld. Niet lang hierna maakte hij zijn opwachting bij Achis, de koning van Gath. Dat feit was ook spoedig bekend bij koning Saul, want we lezen in 1 Sam. 27:4: Toen Saul geboodschapt werd, dat David gevlucht was naar Gath, zo voer hij niet meer voort hem te zoeken. Hieruit kunnen we zien hoe de handlangers van koning Saul David nauwkeurig in de gaten hielden en precies zijn gangen nagingen. We moeten dan ook niet al te lichtvaardig over Davids besluit oordelen om zijn uitwijken naar het land van de Filistijnen. David en zijn mannen verkeerden in ellendige omstandigheden en hij zelf zag werkelijk de dood voor ogen! Hij dacht: Als ik me nu begeef onder de bescherming van koning Achis, die ook een vijand van Saul is, ben ik voorlopig veilig.
Toch voelde David zich in Gath niet op zijn gemak. Het was een koninklijke stad, de plaats van koning Achis, en hij wilde niet al te dicht bij die koning wonen. Bovendien was het ook de stad waar reus Goliath vandaan kwam. Daarom wendde David zich tot de koning met het verzoek naar een andere stad te mogen uitwijken onder het mom van dat hij de stad veel te deftig voor hem en zijn mannen vond.
Vandaar zijn nederig verzoek: Men geve mij een plaats in een van de steden des lands, dat ik daar wone; want waarom zou uw knecht in de koninklijke stad bij u wonen? (vers 5). Dat verzoek werd door Achis ingewilligd, want we lezen dat de Filistijnse koning hem de stad Ziklag schonk.

(Volgende keer D.V. 27. In dienst van koning Achis)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's

26. David vlucht naar het land van de Filistijnen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's