Dorre doodsbeenderen door Gods Geest levend gemaakt

Geliefde lezer(s),
Het welbekende visioen van de vallei vol dorre doodsbeenderen dat aan de profeet Ezechiël werd getoond heeft vanzelf een geestelijke betekenis. Het ziet op de verlossing die de Heere na een ballingschap van zeventig jaar aan het volk Israël zal schenken. Hij zal hen uit Babel naar hun land terugbrengen. Ezechiël behoorde tot degenen die weggevoerd waren, nog voor de algehele wegvoering. De Heere moest het oordeel voltrekken over het volk Israël. De Joodse kerk verkeerde in een zeer droevige staat en leek op een vallei vol dorre doodsbeenderen. Dit gezicht aan Ezechiël heeft ons veel te zeggen, ook in onze tijd.
De profeten hebben niet alleen gesproken van de komst van Christus, maar ook mogen wijzen op de uitstorting van de Heilige Geest. Ezechiël zegt in vers 2: En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en zie, er waren zeer vele op den grond der vallei; en ze waren zeer dor. Ezechiël moest er goed van overtuigd worden dat die beenderen zeer dor waren. Geraamten van mensen die allang waren gestorven lagen door elkaar. Hier wordt ons de mens in zijn natuurstaat getekend, de geestelijke doodstaat.
Maar nu moest Ezechiël tot die dorre doodsbeenderen gaan profeteren. Vandaar dat hij moest weten dat die beenderen zeer dor waren. Gods knechten moeten zelf ook die doodstaat kennen, alvorens ze die aan anderen kunnen voorhouden. Ze moeten kennis hebben aan dat levendmakende werk dat in hun eigen leven heeft plaatsgevonden. Alleen dan kunnen ze het soevereine werk Gods verklaren. Het is nodig dat ze door genade hun doodstaat meer en meer leren kennen, zodat ze het leven buiten zichzelf kunnen verkondigen, dat alleen in Christus te vinden is. Heel hun leven moeten ze daarom in die vallei van dorre doodsbeenderen wandelen en van de waarheid van de doodstaat van de mens steeds dieper overtuigd worden.
Ezechiël was dat goed te weten gekomen. Dat blijkt wel uit zijn antwoord op de vraag in vers 3. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, Gij weet het. Dit antwoord heeft ons veel te zeggen. Het was een ontzettend gezicht dat Ezechiël getoond werd. In onze natuurstaat zijn wij allen als die dorre doodsbeenderen die in dit hoofdstuk worden beschreven. Verloren in Adam.
Geliefde lezer, wij reizen op een ontzaglijke eeuwigheid aan. Zullen die dorre doodsbeenderen levend worden? Dat God alles kan, dat wist Ezechiël. Maar de Heere heeft hem niet gevraagd kúnnen, maar zúllen deze beenderen levend worden? Ezechiël mocht buigen voor Zijn hoge Majesteit. Heere HEERE, Gij weet het! Alsof hij zei: Ik weet Uw Goddelijke almacht wel, maar wat U met deze beenderen voor hebt en wilt doen, dat is alleen U bekend en U hebt het mij nog niet geopenbaard. Zouden die beenderen levend worden? Zou Hij Zijn almacht gaan openbaren? Het is het Goddelijk welbehagen om Zich in dode zondaren te verheerlijken. God alleen wist wat Hij met die beenderen voorhad. Dat ging Hij aan Ezechiël tonen.
Ezechiël krijgt in vers 4 te horen: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot hen: Gij dorre beenderen, hoort des HEEREN woord. Dat was toch wel bijzonder om tot deze beenderen te gaan profeteren. Hoe konden deze beenderen horen? De Heere zegt niet dat alle doden zullen horen, maar doden zullen horen de stem van de Zoon Gods. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven. Dan hoeft Ezechiël alleen maar te gehoorzamen. God zal er leven inbrengen.
Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid als ik profeteerde, en zie een beroering! En de beenderen naderden, elk been tot zijn been. De inhoud van Ezechiëls profetie wordt niet vermeld. Maar we kunnen het eigenlijk wel weten. Hij moest Jakob zijn zonden bekend maken en Israël zijn ongerechtigheden. God zet Zijn knechten in de vallei vol dorre doodsbeenderen. Zij moeten wijzen op de zondige staat waarin wij verkeren. God eist Zijn beeld terug dat wij niet meer kunnen geven. Dat moest Ezechiël profeteren.
…en er werd een geluid als ik profeteerde. Zulk een geluid is er ook op de Pinksterdag geweest. Toen werden er drie duizend tot God bekeerd. Zou er geen geluid en beroering komen wanneer de Heere Zijn ontzaglijke majesteit en heerlijkheid gaat tonen? En de beenderen naderden, elk been tot zijn been. De beenderen werden allemaal aan elkaar gehecht. Met zenuwen en vlees werden zij bekleed en een huid, zoals het lichaam van een mens. Er kwamen wel zenuwen op, maar nog geen geest. Hoe laat Gods Woord toch duidelijk zien, dat er uiterlijke bewegingen kunnen zijn, zonder dat er een geest in is. Maar die lichamen kregen ook het leven en een geest. Die geest moet erin geblazen worden. Buiten die werking van Gods Geest blijft een mens dood. Dat kan alleen God de Heilige Geest doen. En daar ging de Heere voor zorgen. Daarom komt Ezechiël geen eer toe. Zo zegt de Heere HEERE: Gij geest, kom aan van de vier winden en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden.
De prediking van Ezechiël ging met Gods Geest gepaard. Dat lezen we in vers 10. Toen kwam de geest in hen, en zij werden levend en stonden op hun voeten, een gans groot heir. Wat een wonder! God doet Zijn volk uit het graf opkomen wat van ’s mensen kant onmogelijk is. Hoor toch wat we in vers 14 lezen. En Ik zal Mijn Geest in u geven en gij zult leven. Door die Geest schenkt Hij het dierbare geloof en mag de weg der zaligheid ontsloten worden en de ogen geopend worden voor die dierbare Middelaar. En dat voor een doodschuldige. Hij is voor doodschuldigen de dood is ingegaan om hen tot de zaligheid te brengen.
Geliefde lezer, mocht die Pinkstergeest nog in onze gemeenten willen werken. Ontwaak, Noordenwind, en kom, Gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten! (Hooglied 4:16).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen