Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

61. Davids zonde in de volkstelling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

61. Davids zonde in de volkstelling

Het leven van David. De man naar Gods hart

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opnieuw werd na het voorval van de Gibeonieten of al daarvoor - we weten het niet goed -, Gods toorn ontstoken tegen Israël, want we lezen de opmerkelijke woorden: En Hij - dat is de Heere - porde David aan tegen henlieden - dat is tegen Israël - zeggende: Ga, tel Israël en Juda (2 Sam. 24:1). In 1 Kronieken 21: 1 lezen we die geschiedenis ook en daar staat: Toen stond de satan op tegen Israël, en hij porde David aan dat hij Israël telde.

Vanzelfsprekend moeten we dit goed lezen. Niet de Heere, maar de satan en ons boze hart zetten ons aan en stoken ons op om tegen de Heere te zondigen.

Omdat het volk met David opnieuw was afgeweken van de Heere, verwekte de satan de zondige begeerte van hoogmoed in Davids hart. Het was de allereerste paradijszonde die de vorst der duisternis in het hart van Adam verwekte toen hij sprak: Maar God weet, dat ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden; en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad (Gen. 3:5). Intussen weten we wat het rampzalige gevolg is geweest van het luisteren naar de boze raad van de satan. Door goddeloze hoogmoed viel de mens van de Heere af. Ook Davids hart werd door de vorst der duisternis tot hoogmoed aangepord om het volk van Israël te tellen. Het tellen op zich was natuurlijk niet iets verkeerds. Een herder mag zijn schapen tellen en een koning mag zijn volk tellen. Maar het verkeerde van David zat in de bedoeling ervan. Hij wilde het volk tellen om te zien hoe groot en machtig hij intussen was geworden. Het was de ijdele hoogmoedsgedachte die later Nebukadnezar bezielde toen hij pochend uitriep: Is dit niet het grote Babel. dat ik gebouwd heb tot een huis des koninkrijks, door de sterkte mijner macht en ter ere mijner heerlijkheid! (Dan. 4:30).

Satan verwekte de hoogmoed in Davids zondige hart en de Heere liet die zondige begeerte toe en weerde om de zonden van David en het volk die verkeerde begeerte niet. Gods kinderen weten dat zij zondige mensen zijn en steeds tot zondige begeerten worden aangepord. Niet voor niets heeft de Heere Jezus in de zesde bede Zijn kinderen leren bidden: Leid ons niet in verzoeking, om in Zijn kracht en door Zijn genade de geestelijke strijd te mogen aanbinden tegen hun doodsvijanden: de duivel, de wereld en hun eigen vlees (zie Zondag 52). Die weerhoudende genade onthield de Heere in Zijn toorn Zijn kind David en meteen viel hij in de zonde.

Geen wonder dat Gods kinderen bang zijn voor zichzelf en steeds smeken of de Heere hen in Zijn genade wil bewaren voor de zonde. David bad daar in zijn psalmen voortdurend om. Denk maar aan Ps. 38:18: Want ik ben tot hinken gereed. Toen de Heere hem maar een ogenblik losliet, viel hij in de zonde van hoogmoed en hij gaf aan zijn krijgsoverste Joab bevel het volk te gaan tellen. De koning wilde weleens weten hoe sterk en machtig hij was en hij vergat dat al zijn macht en sterkte alleen maar lag in de bewaring en kracht van de Heere.

Hij riep Joab tot zich en sprak: ’Ga en tel al de stammen van Israël van Dan in het noorden tot Berséba in het zuiden.’ Maar de brute Joab was het met die opdracht niet eens. Hij voelde meteen aan dat Davids hoogmoed hem parten speelde. Daarom sprak hij: ’Waarom wil de koning het volk tellen? Wat is de bedoeling ervan?’ Maar David liet zich door zijn krijgsoverste niet gezeggen. Per slot van rekening was hij koning en Joab had heel eenvoudig maar te doen wat hem werd opgedragen. Dus ging Joab met een aantal mensen aan het tellen. Hij begon in het Overjordaanse in het zuiden, trok daarna naar het noorden, stak de Jordaan over naar Dan en kwam al tellend naar het zuiden in Berseba terug. Hierna keerden de tellers naar koning David in Jeruzalem terug. Het hele werk had ruim negen maanden in beslag genomen.

Toch stuitte de hele telling Joab tegen de borst. Hij liet zelfs na om de stammen van Levi en Benjamin te tellen, want we lezen: Doch Levi en Benjamin telde hij onder dezelve niet; want des konings woord was Joab een gruwel (1 Kron. 21:6). Maar het allerergste was wat we in het volgende vers van dat hoofdstuk lezen: En deze zaak was kwaad in de ogen Gods; daarom sloeg Hij Israël (vers 7). Het aantal getelden werd aan David meegedeeld: ruim een miljoen (1.100.000) waren er in Israël en een half miljoen (500.000) waren er in Juda geteld.

Toen dat alles achter de rug was, zag David het zondige en verkeerde van zijn gedrag in. We lezen in de Bijbel: En Davids hart sloeg hem, nadat hij het volk geteld had (2 Sam. 24:10). Maar toen was het kwaad helaas al geschied en de straf van de Heere over het gedane kwaad zou niet uitblijven. Dat begreep David heel goed. We lezen: En David zeide tot den HEERE: Ik heb zeer gezondigd in hetgeen ik gedaan heb; maar nu, o HEERE, neem toch de misdaad Uws knechts weg, want ik heb zeer zottelijk gedaan (2 Sam. 24:10).

We horen dat David zijn zonde een misdaad noemde en dat hij de Heere om vergeving smeekte. De Heere stuurde daarna vroeg in de morgen de profeet Gad naar de koning en David mocht uit drie straffen kiezen: Drie jaren honger in het land of drie maanden vluchten voor de vijanden of drie dagen pest. De profeet besloot zijn boodschap met de woorden: ’Koning, kies nu één van de drie straffen en laat mij weten wat antwoord ik Dien zal wederbrengen, Die mij gezonden heeft’ (vers 13).

(Volgende keer D.V. 62. Davids berouw over de volkstelling)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's

61. Davids zonde in de volkstelling

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's