Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In Christus rechtvaardig voor God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Christus rechtvaardig voor God

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarlijk, ik weet dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig zijn bij God? Job 9:2

Geliefde lezer,

Hebben bovenstaande woorden van Job al weerklank gevonden in uw ziel? Hebt u met hart en mond leren zeggen: ’Waarlijk, ik weet dat het zo is, dat ik tegen al Gods geboden zwaar en menigmaal gezondigd heb. Ik ben buiten Christus verdoemelijk voor Gods aangezicht en daarom een erfgenaam van de eeuwige dood. Waarlijk, ik weet dat God rechtvaardig is in Zijn spreken en rein in Zijn richten. Hoe zou ik, die zo onrein, onheilig en onrechtvaardig ben, rechtvaardig kunnen zijn bij God, Die te rein en te heilig van ogen is dan dat Hij het kwade zou zien?’

Allen die zaligmakend door Gods Geest worden bearbeid, krijgen er met smart iets van te zien dat zij om eigen schuld verdoemelijk zijn voor Gods aangezicht, en dat terwijl zij vóór de val rechtvaardig waren voor God en een erfgenaam van het eeuwige leven. Zij leren door de Geest des oordeels en der uitbranding dat al hun gerechtigheden wegwerpelijke klederen zijn (Jes. 64:6). O, wat hebben zij geprobeerd om daarmee de schande van hun naakte ziel voor God te bedekken en God tot genade te bewegen! Wat hebben zij geprobeerd om het buitenste van de drinkbeker te reinigen! Zij hebben echter moeten leren wat de Heere Jezus tegen de schriftgeleerden en farizeeën heeft gezegd: Wee u, gij schriftgeleerden en farizeeën, gij geveinsden, want gij zijt den witgepleisterden graven gelijk, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen en alle onreinigheid (Matth. 23:27). Al hun pogingen om met hun godsdienstige werken rechtvaardig voor God te zijn waren niets anders dan blinkende zonden en vijandschap tegen God!

Geliefde lezer, het is niet te zeggen welk een vijandschap in het hart van een zondaar omhoog borrelt als zijn heilige huisjes één voor één door de noordenwind van Gods Geest omvergeblazen worden. En toch is dit zo noodzakelijk, want juist op deze wijze wil de Heere hem leren dat hij niet als een opgeknapt mens, maar als een goddeloze zondaar gerechtvaardigd moet worden.

Maar hoe zou de mens rechtvaardig zijn voor God? Wat is het antwoord op deze vraag van Job toch een verborgenheid voor de mens! Hoe noodzakelijk is het daarom dat het werkelijk eens een verloren zaak aan zijn zijde zal mogen worden, om dan als een in zichzelf verloren zondaar onvoorwaardelijk aan Gods zijde te mogen vallen, betuigend: ’Gij zijt volmaakt, Gij zijt rechtvaardig, Heere. Uw oordeel rust op d’ allerbeste wetten; Uw loon, Uw straf beantwoordt aan Uw eer’ (Ps. 119:69, ber.). Dit is de taal van één die geheel en al ontbloot is van alle vodden van eigengerechtigheid, en in het licht van de vlekkeloze heiligheid en majesteit Gods uitroept: Wee mij, want ik verga (Jes. 6:5a), maar die ook met de tollenaar zijn Rechter om genade bidt: O God, zijt mij zondaar genadig (Luk. 18:13b).

Er vroeg eens iemand aan Luther: ’Hoe heet u?’ Hij antwoordde: ’Mijn naam is zondaar.’ De man zei: ’Ja maar, ik bedoelde wat uw voornaam was.’ Luther antwoordde opnieuw: ’Mijn naam is zondaar.’ ’Wat is dan uw achternaam’, zo vroeg de man? ’Mijn naam is zondaar’, zo antwoordde Luther weer. Ten slotte stelde die man hem de vraag: ’Heeft u nog andere namen?’ Luther antwoordde: ’Mijn enige naam is zondaar, maar door de genade Gods ben ik een gezaligde zondaar.’ God de Vader, als Handhaver van het Goddelijk recht, had hem, zonder enige verdienste zijnerzijds, uit louter genade, de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus geschonken en toegerekend. Luther had deze schatten door een geschonken geloof mogen aannemen en zich toe-eigenen, zodat hij kon zeggen: ’Heere Jezus, ik ben Uw zonde en Gij zijt mijn gerechtigheid. Gij hebt het mijne genomen en mij het Uwe gegeven.’

Hoe kan een zondaar dus alleen rechtvaardig zijn bij God? Alleen door de toerekening en gelovige aanneming van Christus’ voldoening, gerechtigheid en heiligheid. Hebben we al iets van dat wonder leren kennen? Zeker, reeds van eeuwigheid heeft God de Vader Zijn Kerk in Christus uitverkoren en hen in Hem aangezien, maar daar krijgt Gods Kerk in de tijd ook kennis aan door het zaligmakend werk van Gods Geest, en dat alles naar de maat van het geloof.

Geliefde lezer, hoe staat het met u op reis naar de allesbeslissende eeuwigheid? Het is één van beide: óf u bent in Christus rechtvaardig voor God en een erfgenaam van het eeuwige leven, óf u bent nog steeds buiten Christus verdoemelijk voor God en een erfgenaam van de eeuwige dood! Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem (Joh. 3:36). Als het laatste op u van toepassing is, vlied dan toch de toekomende toorn. Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden (Ps. 2:12a). Als het eerste echter door genade uw deel mag zijn, geef dan eeuwig’ eer, onzen God en HEER’ (Ps. 99:8, ber.). Ja, loof Hem, die door Zijn goedheid hoog verheven de zonden al u gans’lijk heeft vergeven (Ps. 103:2, Datheen). Ten slotte, we hopen van harte dat er zowel jongere als oudere lezers mogen zijn wier diepste levensvraag het is geworden: ’Hoe zal ik rechtvaardig verschijnen voor God?’ Hebt u geleerd dat al uw deugd een wegwerpelijk kleed is? O, de Heere schenke u ogen des geloofs om op het Lam Gods te zien, alsook voeten des geloofs om tot Hem te vluchten. Haast u om in Hem gevonden te worden, niet hebbende uw rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, namelijk de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof (Filipp. 3:9). Dan zult u met ds. McCheyne mogen instemmen: ’Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis, dat Christus alleen mijn Gerechtigheid is.’

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2018

De Wachter Sions | 12 Pagina's

In Christus rechtvaardig voor God

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2018

De Wachter Sions | 12 Pagina's