Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

2. Blindelings volgen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. Blindelings volgen

Abraham, de vader aller gelovigen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ‘de God der heerlijkheid’ aan Abraham verscheen (Gen. 12), vond er een grote verandering in zijn leven plaats. De afgodendienst werd voor altijd vaarwel gezegd. Hij wenste de Heere blindelings te volgen. Toen de Heere aan Jesaja in Zijn heerlijkheid verscheen, riep hij uit: Wee mij, want ik verga (Jes. 6:5). Iets dergelijks komen we tegen in het leven van ds. Franciscus Junius (1545-1602). Ondanks zijn goede opvoeding als hugenoot was hij een godloochenaar geworden. Maar toen hij op een keer in de Bijbel las de woorden uit Johannes 1:14: En wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, kwam hij onmiddellijk tot inkeer. In die woorden merkte hij zoveel luister op dat het hem toescheen dat ‘de Heere daarin uit de hoogte donderde’, zoals hij zelf dat later in zijn levensbeschrijving beschreef.

De hemelse verschijning aan Zijn kinderen had dezelfde uitwerking als de roeping van Matthéüs in het tolhuis. Toen Jezus tot die tollenaar zei: ‘Volg mij’, was de uitwerking: En hij opstaande, volgde hem (Matth. 9:9). Zo gaf ook Abram als gevolg van de krachtdadige, inwendige roeping onmiddellijk gehoor aan de stem van ‘de God der heerlijkheid’ en hij trok meteen uit Ur der Chaldeeën weg om de Heere te volgen naar een voor hem nog onbekend land.

Op een dag verliet Abram met enige familieleden Ur en wat moet het voor de buren en kennissen een wonderlijke zaak zijn geweest dat hij wegtrok uit zijn land en niet wist naar welk land hij zou vertrekken. In Hebr. 11:8 lezen we: Door het geloof is Abraham geroepen zijnde, gehoorzaam geweest om uit te gaan naar de plaats die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende waar hij komen zou. Na een lange tocht van zo’n duizend kilometer te hebben afgelegd, kwam hij met de zijnen en zijn vee (schapen, ezels en mogelijk ook kamelen) in de plaats Haran aan. Hij was de karavaanweg gevolgd langs de lange Eufraat naar het noordwesten en was ten slotte in Haran in Mesopotamië (thans Harran, een plaats in Turkije), aangeland. Daar heeft hij met de zijnen een poosje gewoond, want we lezen in het laatste gedeelte van Gen. 11:31: En zij kwamen tot Haran en woonden aldaar. Er wordt gedacht dat Abram er een jaar heeft gewoond. In die tijd stierf zijn vader op de leeftijd van 205 jaar en daarna kwam opnieuw Gods roepstem tot hem om die plaats te verlaten.

Tijdens zijn verblijf in Haran had hij have verworven en zielen verkregen (Gen. 12:5). ‘Have’ ziet op zijn bezittingen en ‘zielen’ op zijn volgelingen: slaven, dienstknechten, dienstmaagden en kinderen. Na waarschijnlijk een kort verblijf in Haran vertrok hij om uit te gaan naar het land Kanaän, en zij kwamen in het land Kanaän (Gen. 12:5). Toen Abram Haran verliet was hij 75 jaar en zijn vrouw Sarai was 65. Trekkend langs Damascus ging hij zuidwaarts en kwam zo in het land Kanaän aan. Maar hij wist toen nog niet dat dit het land was dat de Heere hem en zijn nageslacht zou geven. Dat was nog altijd voor hem verborgen. Dat had de Heere gedaan om zijn geloof te beproeven en om Zijn kind afhankelijk van Hem te doen zijn. Ds. Philpot zegt dat Abraham eenvoudigweg door de Heere werd geleid, zoals Hij op die wijze in het algemeen Zijn volk leidt volgens Jes. 42:16a: En Ik zal de blinden leiden door den weg dien zij niet geweten hebben. Hierna kwam Abram op zijn eerste pleisterplaats in Kanaän aan. We lezen in Gen. 12:6: En Abram is doorgetogen in dat land, tot aan de plaats Sichem, tot aan het eikenbos Moré. Sichem lag in het midden van het land en aan weerszijden van de plaats lagen de bekende bergen Ebal en Gerizim. Als vreemdeling werd hij omringd door de Kanaänieten, want de Bijbel zegt: En de Kanaänieten waren toendertijd in dat land. De kanttekening zegt van dat volk: ‘Een vervloekt, afgodisch en goddeloos volk, afkomstig van Kanaän, Chams zoon’ (kantt. 16). Te midden van dat goddeloze volk hield Abram zich een ogenblik op. Maar in zo’n heidens land zou hij toch niet komen te wonen? Dan zou hij van de ene afgodische plaats Ur in de andere goddeloze plaats Sichem vervallen! Mogelijk heeft Abram het ook niet meer geweten. Maar de Heere liet Zijn kind niet in de steek. We lezen in vers 7: Zo verscheen de HEERE aan Abram en zeide: Uw zaad zal Ik dit land geven. Voor het eerst zei de Heere hem dat het land Kanaän zijn land en het land van zijn nakomelingen zou worden. Een land waar als hoogtepunt de Heere Jezus, de Zaligmaker van Zijn volk, zou worden geboren. Daarvan was op dit ogenblik nog helemaal niets te zien, maar de Heere zou op Zijn tijd de belofte aan Abram gedaan, vervullen: Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen. Die zegen hield niet alleen een tijdelijke zegen, maar bovenal een geestelijke en eeuwige zegen in.

Wat was Abram blij met die heerlijke toezegging. Uit erkentelijkheid, verwondering en dankbaarheid bouwde hij voor de Heere een altaar. Het was het eerste altaar in Kanaän dat voor de Heere werd opgericht.

(Volgende keer D.V. 3. Wees een zegen)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's

2. Blindelings volgen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's