Korte berichten

* De werkstakingen in binnen- en buitenland duren voort.
Bij onderstaande berichten daaromtrent voegen wij de vraag: Christenen! zijt gij in den dienst van uw Koning wel even ijverig als de socialisten en anderen, die deze verwoesting op aarde zaaien ? — De hand op het hart !
Te Praag heerscht een werkstakingskoorts onder de werklieden aan de machinefabrieken. Er hebben ernstige gevallen plaats gehad van mishandeling dei arbeiders, die wilden doorwerken. Een jong werkman werd tot driemalen toe in ’t water geworpen en ten slotte met moeite door de militairen gered.
De werkstaking der bakkers te Pest is bijna geheel geeindigd. Bijna alle gezellen hebben, voor zoover hun plaats niet door anderen was ingenomen, den arbeid hervat.
Te Hamburg zijn door de gasstokers ernstige ongeregeldheden veroorzaakt. In een der voorsteden werd een winkel geplunderd en bij vele openbare gebouwen werden de ruiten ingeworpen. De rustverstoorders waren halfwassen kerels.
De gaslevering is, gelijk gemeld werd, weder begonnen, daar de beambten der stadsreiniging in plaats van de werk-stakers voor de gasbereiding werden gebezigd.
Uit Appelscha schrijft men;
Er zijn geen arbeiders in de veenderij. De schippers laden zelf met enkele arbeiders. De burgemeester, politie en militairen zijn in de veenderij. Enkele arbeiders uit Smilde zijn teruggekeerd op aandrang der werkstakers.
Heden had er hier e ene vrouwen-vergadering plaats. Er waren omstreeks 220 werkstakers tegenwoordig, en er is uit haar midden eene vrouwenvereeniging opgericht.
De arbeiders en verveners zijn uitgenoodigd om morgen over een accoord te spreken.
De toestand blijft dezelfde.

* Het aantal misdaden is in België gedurende de laatste jaren zeer toegenomen. In 1860 werden er 71,720 personen veroordeeld, in 1887 155,888 en in 1888 176,645, — Letten wij er wel genoeg op wat deze dingen ons, christenen, te zeggen hebben ?

* Dezer dagen vervoegde zich ten huize van den PRESIDENT VAN HET GERECHTSHOF te ’s Hertogenbosch een welgekleed heer, die verzocht den president even te mogen spreken. De dienstbode liet hem in eene kamer, waarna zij de boodschap bij haren heer ging overbrengen. In de wachtkamer bevond zich een kastje, waarvan eene der laden, waarin eenige zilveren voorwerpen lagen, openstond. De bezoeker, aan de verleiding geen weerstand kunnende bieden, nam een dier voorwerpen weg en vertrok, toen hij vernam dat aan zijn verzoek door den president geen gevolg kon worden gegeven.
Na zijn vertrek werd de diefstal ontdekt. De politie deed onmiddellijk onderzoek, doch het is haar niet mogen gelukken den dief in handen te krijgen.

* In eene gemeente uit den omtrek van Aalst is een meisje, dat schijndood was, bijna begraven. Reeds lag zij in de kist toen zij uit haren doodslaap ontwaakte. Men kan zich de vreugde onder de bloedverwanten voorstellen. Het meisje is erg ziek van den doorgeatanen schrik, doch herstelt langzamerhand. — Op den rand des grafs dus. — En gij, lezer ?—

* Bij het hevige onweder van Dinsdagnacht zijn op vele plaatsen ongelukken voorgevallen.

* Nabij Hildesheim is de bliksem in de kerk geslagen op het oogenblik dat de geheele gemeente daar binnen verzameld was tot bijwoning van den bidstond voor den oogst. Er werden 4 personen gedood, 6 met lamheid, 10 met blindheid geslagen en een aantal anderen gekwetst.
Te Bruchem, gem. Kerkwijk, is een arbeider, Van der Heijden genaamd, in zijne woning, terwijl hij bij den schoorsteen zat, door den bliksem gedood.
Te Wijchen is de woning van J. Rijksck afgebrand. Te Dienden werd een molen getroffen; zoo ook te Leerbroek de watermolen van den polder Middelkoo. Te Blerik, gem. Maasbree, zijn drie woningen afgebrand. Te Heiden (L.) zijn de schuur en stalling van den molenaar W. J. vernield. Te Moordrecht, bij Gouda, is de beuk molen van den heer Tom door den bliksem getroffen en geheel afgebrand. Te Batenburg werd een molen getroffen, waardoor het malen gestaakt moest worden. —
En gij, christenvolk! beeft gij als de God der eere dondert? Psalm 29.

* Voor onze huismoeders deelen wij het volgende mede :
Doctor Heller schrijft in het « Munchener mediz. Wochenschrift,» om te voorkomen dat de kinderen des nachts noesten, het volgende: «Het gebeurt dikwijls, dat kinderen, die over dag volstrekt niet hoesten, zoodra zij des avonds naar bed gaan door een hardnekkiger koest worden gekweld.
«In de meeste gevallen is deze hoest het gevolg van een zoogenaamde neuscatarrh, waarvan de kinderen, als zij in beweging zijn, geen last ondervinden, omdat de slijm ziek dan gemakkelijk afzondert. Des avonds zet deze zich echter vast en vandaar het vaak zoo lastige en benauwde hoesten.
«Om dit hoesten te voorkomen, moet men de kinderen, voor zij naar bed gaan, met lauw water den neus uitspoelen; dan — zegt de heer Heller — zullen zij des nachts niet hoesten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen