Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven over belangen van Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven over belangen van Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde Vriend !

Donderdag 20 Nov. 1890, zal voor Nederland een gedenkwaardigen dag blijven. Op dien dag was het in onze residentie al vroeg op te merken, dat er iets bijzonders zou plaats hebben. Onder een zeer gemengd gevoel van droefheid en blijdschap bewoog zich een groote menigte volks door de straten om getuige te zijn van de tegenwoordigheid van H. M. de Koningin, die, van de sponde van haar kranken en doorluchtige gemaal, op het Loo hier gekomen, in eene vereenigde zitting der Staten- Generaal, bij eede, overeenkomstig de grondwet, als Koningin-Regentes de regeering zou aanvaarden, ‘t Was een indrukwekkend oogenblik, toen alles daartoe gereed was en de heer Mr. A. van Naamen van Eemnes, als voorzitter dier vergadering, het woord nam en op gevoelvolle wijze aldus sprak:
Mevrouw !
Ik heet Uwe Majesteit welkom in dit plechtig maar smartelijk oogenblik. Nederland, gedurende meer dan 40 jaren tevreden en gelukkig door de grondwettige regeering van zijn geeerbiedigden Koning, is sedert eenigen tijd met diepe droefheid vervuld. Door de langdurige ziekte van zijn geliefden vorst, waarvan de genezing — hoezeer ook afgebeden — steeds onzeker blijft. In deze donkere dagen is het een heldere lichtstraal, dat iedereen Uwe Majesteit heeft leeren hoogachten en liefhebben als gemalin, als moeder, als koningin.
Daarom ziet het Nederlandsche volk, nu Uwe Majesteit geroepen is in zijn plaats te regeeren, met vol vertrouwen tot Uwe Majesteit op, omdat het vast overtuigd is, dat Uwe Majesteit met geheele toewijding van hart en geest, het goede voorbeeld van uwen koninklijken gemaal zal volgen.
Daarom ook verheugt de Volksvertegenwoordiging zich zeer, dat Uwe Majesteit, aan haar eenparige roepstem gehoor gevende, bereid is het regentschap te aanvaarden.
Als haar Voorzitter, neem ik thans de vrijheid Uwe Majesteit eerbiedig te verzoeken den door de Grondwet van den regent gevorderden eed in mijne handen te willen afleggen.»
Na deze toespraak staat Hare Majesteit van haar zetel op.
Plechtig oogenblik voor de Vorstin, nu zij zich voor het oog des Almachtigen met nieuwe banden aan haar volk zal hebben te verbinden. De handschoen van haar rechterhand uitgetrokken, neemt zij in de andere hand het papier, waarop de eedsformule geschreven stond. Met heldere stem, en drukkende op ieder woord, sprak de Koningin, terwijl zij in ademlooze stilte werd aangehoord, het volgende:
«Ik zweer trouw aan den Koning ; ik zweer, dat ik in de waarneming van het koninklijk gezag, zoolang de Koning buiten staat blijft de regeering waar te nemen, de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven.
«Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied des Rijks met al mijn vermogen zal verdedigen en bewaren, — dat ik de algemeene en bijzondere vrijheid en de rechten van alle des Konings onderdanen en van elk hunner zal beschermen en tot instandhouding en bevordering van de algemeene en bijzondere welvaart alle middelen aanwenden, welke de wetten ter mijner beschikking stellen, gelijk een goed en getrouw Regent schuldig is te doen.»
En daarop, met eenige verheffing in de stem, zegt Hare Majesteit op plechtige en hoogsternstige wijze:
Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig! »
De Voorzitter richtte tot de Koningin nog de volgende woorden:
«Moge de Almachtige God steeds aan Uwe Majesteit Zijn besten zegen schenken op de gewichtige, maar moeilijke taak, door Uwe Majesteit aanvaard.
«Moge Hij ons dierbaar Vaderland en ons geliefd Vorstenhuis altijd nabij zijn en behoeden!» —
Hiermede was de plechtigheid afgeloopen. De Koningin verliet met haar gevolg de vergadering van de vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk ; en de zitting werd gesloten.
In de Staats-Courant No. 175, nog dienzelfden dag uitgegeven, verscheen de volgende

PROCLAMATIE.

In naam van Zijne Majesteit Willem III, bij de gratie Gods Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Wij Emma, Koningin der Nederlanden, Regentes van het Koninkrijk.
In de ernstige dagen, waarin ‘s Konings toestand ons allen met droefheid vervult, treed Ik op als Regentes van het Koninkrijk.
Ik gevoel al het gewicht der taak, die Mij is opgelegd, maar uit liefde tot het Nederlandsche Volk aarzel Ik niet haar te aanvaarden, n u de Staten-Generaal met eenparigen, vertrouwen wekkenden, aandrang Mij daartoe riepen.
Mijne kracht en wijsheid zoek Ik bij den Almachtigen en Alwijwijzen God. Ik reken op den trouwen steun van het geheele Nederlandsche Volk, dat Mij door zoovele blijken van liefde en verknochtheid voor altijd aan zich verbond.
De Koning, mijn geliefde en geeerbiedigde Gemaal, gaf Mij altoos een hoog voorbeeld van de vorstelijke plichtsbetrachting en de werkzaamheid in het belang van Land en Volk, die het Huis van Oranje steeds onderscheidden. Ik acht het mijn plicht, dat voorbeeld na te streven.
Moge God het lijden van Onzen Koning verzachten en Nederland nemen onder Zijne heilige hoede.
Lasten en bevelen, dat deze Proclamatie in het Staatsblad zal worden geplaatst.
Gedaan ,te ‘s-Gravenhage op heden den 20sten November 1890.
EMMA
(Volgen de handteekeningen van al de Ministers).

En wat dien dag nog niemand vermoedde, reeds den daaropvolgenden Zondag 23 November werd door het gansche land de treurmare vernomen : «De Koning is dood.» De berichten werden bevestigd ; — in den vroegen morgen was Z. M. Willem III, onze beminde Koning, overleden. Daarmee is de lang gevreesde slag gevallen. Die slag treft ons volk, dat zijn Koning zoo innig liefhad, diep. Ons volk treurt. Geheel de natie is in rouwe over dat zoo smartelijk verlies. Eerst stierven onze Prinsen, de een na den ander, en nu ten laatste, naar Gods ondoorgrondelijken raad, onze regeerende Vorst. Zij de algemeene rouw en deelneming van het Nederlandsche volk, onze beminde Koningin-Regentes eene verkwikking in haar smart, bij de zware taak, door haar zoo bereidwillig aanvaard. En spare de Heere onze God, onze jeugdige Koningin Wilhelmina; — neme Hij haar in zijne genadige en almachtige hoede !
Als gij, mijn vriend! dezen brief zult ontvangen, zal het koninklijk lijk van het Loo naar de residentie zijn overgebracht.
Maandag 1 Dec. is de daartoe bepaalde dag. Blijft de voorloopig vastgestelde dag van begrafenis, dan zal op 4 Dec. de plechtige ter-aarde-bestelling te Delft plaats hebben. —
Het eenige, dat ik in mijn reeds te lang geworden brief niet vergeten mag U te melden, is, dat in onze Tweede Kamer, toen het adres van rouwbeklag aan de orde werd gesteld, door den afgevaardigde Domela Nieuwenhuis daartegen is geprotesteerd.
Vooreerst omdat, naar zijne bewering, de natie niet vertegenwoordigd was, en daarom niet namens deze kan worden gehandeld ; maar in de tweede plaats omdat voor rouwbeklag ook oorzaak voor rouw dient te zijn. En deze oorzaak bestond voor Domela Nieuwenhuis niet!!
Welk eene schande en smaad wordt de gansche volksvertegenwoordiging en geheel ons Oranjelievend en rouwdragend volk met zulke taal aangedaan. Geheel de Kamer heeft met een minachtend zwijgen dezen onverdragelijken hoon beantwoord.
Welke vaderlandlievende en deelnemende menschen moeten zij zijn, die in zulke ernstige oogenblikken zich zóó kunnen gedragen!
Met vriendschappelijke groete. Uw vriend

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1890

Het Wekkertje | 4 Pagina's

Brieven over belangen van Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1890

Het Wekkertje | 4 Pagina's