Leerrijk allerlei

GRAAF STOLBERG

„En eindelijk zijt allen eensgezind, medelijdend, de broeders liefhebbende, met innerlijke barmhartigheid bewogen, vriendelijk.”

Op een der landgoederen van graaf Stolberg wordt met de meeste zorgvuldigheid een kruiwagen bewaard, omdat genoemde graaf zelf die gebruikt heeft.
In een tijd dat de levensmiddelen heel duur waren, vraagden de arbeiders van graaf Stolberg om eenige toelage bij hun loon, omdat zij bij de geringe voeding, waarmede zij zich moesten behelpen, niet in staat waren hun zwaren arbeid te verrichten. De rentmeester van den graaf zeide, dat het niet behoefde, want hun werk was niet zoo vermoeiend; waarop de graaf antwoordde: »Nu, wij zullen het eens zelven probeeren.” Daarop nam hij een kruiwagen, schepte dien vol en reed dien weg, kwam met den ledigen wagen en zoo arbeidde hij een tijdlang voort, waarna hij tot zijn rentmeester zeide: »Nu moet gij het doen; dan kunnen wij ons oordeel over de zaak uitspreken.” .Hoe ongaarne ook, de rentmeester moest het doen; doch hij vond den arbeid nu wel moeielijk, en de arbeiders verkregen hun wensch.

DE LEDIGE KERK

»Gedenkt den Sabbatdag, dat gij dien heiligt”.
Exod. 20:8.

Toen de welbekende Fénelon nog hof-prediker van Lodewijk XIV was, kwam de koning op een Zondag in de kerk, en zag, dat er in plaats van de talrijke menigte, die anders het bedehuis vulde, in de kerk zich niemand bevond, dan hij en de geestelijke.
»Wat beteekent dat?” vraagde de koning, Fénelon antwoordde: »Ik heb laten rondzeggen, dat Uwe Majesteit heden niet in de kerk zou komen, opdat gij en ik eens konden zien, wie er komt om den koning te vleien”.
Vraagt u zelven eens af, waarom gij naar de kerk gaat, lezer!

KEIZER JOZEF II

»Komt, laat om aanbidden en nederbukken, laat ons knielen voor den Heere, die ons gemaakt heeft”.

Den 3den Juli 1787 woonde keizer Jozef II eene plechtige godsdienstoefening bij te Luxemburg. Toen men hem lot de prach-tig versierde plaats had geleid, welke men voor hem bestemd had, ging hij die voorbij, en zette zich midden onder het volk neder.
Toen men zich daarover verwonderde, zeide hij: »Laat mij hier zitten; want in Gods huis zijn wij voor den Koning der Koningen allen één en aan elkander gelijk”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen