Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leerrijk allerlei

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leerrijk allerlei

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

SNEEUW IS ZACHT MAAR DOORDRINGEND
«Hartstochtelijke woorden verschrikken lichtgeloovige zwakke zielen, en dat nog maar op het oogenblik zelf ;—bewijzen en argumenten werken veel meer uit. De sneeuw, die zoo zachtkens neervalt, dringt diep in den grond. Toen de storm woedde, sliep de Heere; als de hartstocht zich laat hooren, is de waarachtige ijver gewoonlijk in slaap.” Hoe zachtkens vallen de sneeuwvlokken, maar hoe zeker dringen zij in den grond; een stortregen is niet half zoo doeltreffend. De stem der sneeuwvlokken wordt niet gehoord, maar haar invloed wordt gevoeld. Bewijzen uit den Bijbel, bedaard en vriendelijk aangevoerd, zullen de overwinning behalen, omdat Jezus door zulke middelen de harten wil treffen en niet door heftigheid en driftige woorden. Sommige menschen schijnen te denken, dat heftige woorden het spoedigst ingang vinden, maar dat is niet zoo.
Harde waarheden worden het best in zachte bewoordingen ingekleed; de felheid van het weerlicht wordt niet verhoogd door den donder. Gramschap verzwakt eene redeneering; bedaardheid daarentegen zet baar dubbele kracht bij. Dat vergeten wij, helaas! te dikwijls en roepen onze booze hartstochten te hulp in onzen heiligen strijd. Dan slaapt onze christenzin en is de duivel klaar wakker. Ik vrees maar al te zeer, dat het protestantisme meer tegengewerkt dan bevorderd wordt door de heftigheid, waarmede sommigen er voor strijden. Aan sommige van de twistvragen, die heden ten dage aan de orde zijn, moeten wij wel deelnemen, zullen wij getrouw blijven; maar wij mogen nooit vergeten, dat wij, om der waarheid getrouw te zijn, ons niet boos behoeven te maken op tegenstanders. Waarheid en liefde zijn van een en dezelfde afkomst, en zijn het lieflijkst, wanneer zij hand in hand gaan.
Het is wel eens gebeurd, dat iemand uit verkeerd geplaatste liefde, geen vinger durfde uitsteken om der waarheid het leven te redden, alleen uit vrees, dat hij iemand van andere zienswijze zou grieven. De zaak zal er echter evenmin door verbeteren, wanneer wij in den strijd voor de waarheid zoo verwoed te keer gaan, dat wij bommen en granaten werpen naar de liefde. Onderricht Gij ons, Heere! want wij dwalen zeer lichtelijk in deze zaak. Geef ons vrijmoedig en duidelijk te spreken, wanneer het pas geeft, en laat ons geheele optreden de blijken dragen, dat Uw Geest in ons woont. Laat ons eigen ik nooit de bovenhand krijgen, opdat geene bedreigingen of bittere woorden uit onzen mond gehoord worden. Laat ons ten allen tijde gelijk zijn aan het zwaard, dat van Christus mond uitging: scherpsnijdend, maar heilaanbrengend; vlammend, ja, doch vlammende van heilige liefde.

SPURGEON

HET KRUIS.
Een jeugdig meisje, dat bij een bakker in dienst was, beklaagde zich bitter over haar meester. Inzonderheid was het onvergeeflijk, dat zij op Goeden Vrijdag met brood moest loopen; dit kon zij maar niet verkroppen.
Ds. Blumhardt, die dit hoorde, riep haar bij zich en zeide: «Meisje, bedenk wel, dat Jezus dien dag zijn kruis heeft gedragen, en dit was veel zwaarder dan uw mandje, W’aar gij brood in wegbrengt.”

DE OVERTUIGING VAN EEN STERVENDEN SOLDAAT.
Een soldaat lag in het hospitaal op sterven. Een krankenbezoeker vroeg hem: „Tot welke kerk behoort gij?” — „Tot de kerk van Christus,” was het antwoord. „Ik bedoel, welke is uwe overtuiging?” hernam de vrager. „Overtuiging,” zeide de stervende man, met ten hemel geslagen oogen: „ik ben overtuigd (verzekerd) dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch eenig schepsel mij kan scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heer.

DE MATERIALIST.
Een handelsreiziger liet zich in een wagon met een predikant in een redetwist in, en poogde hem te bewijzen, dat er geen God besteiat, wijl hij hem nog niet gezien had. De predikant antwoordde: «Dan geloof ik met hetzelfde recht, dat gij geen verstand hebt: want ik heb tot hiertoe er ook nog niets van gezien.”

EEN SLAPENDE KONING.
Dr. South, kapellaan van Karel II van Engeland, predikte eens voor het hof en bemerkte midden in zijn rede, dat bijna allen sliepen. Op eenmaal hield hij op, veranderde van toon en riep verscheidene malen: »graaf Sanderdale!” Nadat deze w-as opgestaan, zeide de kapelaan doodbedaard: „Vergeef mij, mylord, dat ik u in uwe rust stoor, het was alleen, om u te verzoeken, niet zoo luid te snorken, wijl anders de koning lichtelijk wakker zou kunnen woorden.”

DE LAATSTE VRAAG.
Een kleine jongen lag op zijn sterfbed, en trachtte zijnen vader tot bekeering te brengen; maar, daar hij vreesde geen indruk gemaakt te hebben, zeide hij: «Vader, ik ga naar den Hemel; welke reden moet ik aan den Heere Jezus opgeven, waarom gij Hem niet wilt liefhebben?” De vader barstte in tranen uit, maar voor hij kon antwoorden, was deze lieve zondagscholier reeds in Christus ontslapen.

CHRISTUS ALLEEN.
Een Spaansch schilder was eens bezig met de schildering van: «Het Avondmaal.” Het was zijn voornemen al zijne kunst te besteden aan de beeltenis van den Heere. Maar hij plaatste op de tafel op den voorgrond eenige schalen en bekers, waarvan de bewerking uiterst schoon was. Toen zijne vrienden de schilderij kwamen zien, terwijl zij nog op het ezel stond, i-iepen zij allen: «Welke mooie schalen!” »O!” zeide hij, »ik zie, dat ik mij vergist heb; deze schalen leiden het oog af van den Heere, op wien ik al de aandacht van den beschouwer wenschte gevestigd te zien.” En dadelijk nam hij het penseel en wischte ze weg van het doek, opdat de kracht van de beeltenis des Heeren des te meer zou uitkomen.
Zoo moeten alle Christenen de verheerlijking van Christus tot hun voornaamsten arbeid hebben; en alles wat de menschen zou kunnen verhinderen Hem te zien in al de heerlijkheid van zijn persoon en daden moet worden uit den weggeruimd, «Het zij verre van mij, dat ik roemen zou anders dan in het kruis van onzen Heer Jezus Christus.”

R.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's

Leerrijk allerlei

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's