Spurgeon

»Onze beminde herder is Zondagavond 11.5 den Hemel binnengegaan.” Zoo luidde het doodsbericht van den wereldberoemden kanselredenaar, aan den tabernakel te Londen aangeplakt.
Charles Haddon Spurgeon was den 19en Juni 1834 te Kelveden, in Essex, geboren, uit eene familie, wier namelijke leden sedert verscheidene geslachten predikanten waren geweest en die oorspronkelijk uit Holland afkomstig en wegens geloofsvervolging naar Engeland gevlucht waren.
Reeds op zeer jeugdigen leeftijd openbaarde Spurgeon een buitengewonen aanleg tot preeken. Wetenschappelijke opleiding heeft hij weinig gehad, ofschoon hij deze niet verachtte. Spurgeon was en is tot zijn dood toe gebleven: een door en door praktisch man.
In 1859 hield hij zijn intrêe-rede in de Metropolitan Tabemacle, te Londen, — een gebouw dat vijf- tot zesduizend menschen bevatten kan. Met groote opgewektheid sprak hij daar tot de duizenden. Niet slechts als prediker van het Evangelie der genade, ook als philanthroop is Spurgeon ijverig en met zegen werkzaam geweest. Twee zendingsmaatschappijen — een voor binnenlandsche zending en eene andere tot verbreiding van het Christendom in Noord-Afrika — stonden onder Spurgeon’s leiding. Daarenboven zijn omstreeks 30 zendingszalen en scholen aan zijne kerk Verbonden.
De gelden daartoe worden gemakkelijk gevonden uit de ruime inkomsten der kerk. Engelschen zijn niet karig in ’t geven, als ij weten, dat het goed besteed wordt. Op zijn zilveren bruiloft in 1879 werd Spurgeon een geschenk van 80.000 gulden overhandigd en in 1884, toen hij zijn 50ste jaar bereikte, werd hem ongeveer 60.000 gulden geschonken, waarvan het grootste gedeelte voor liefdadige doeleinden werd besteed.
Zijne werken, vele in getal, vormen een geheele bibliotheek. Zijne preekbundels, »juweeltjes,” «Praatjes van Jan Ploeger” en andere werken zijn zeer bekend en gezocht. Zijn meesterwerk, eene verklaring van de psalmen, heeft veel opgang gemaakt. Wekelijks werden 25000 ex. van zijne, in den tabernakel uitgesproken leerredenen n druk uitgegeven.
Voor eenige jaren begon Spurgeon te lijden aan eene aandoening van de nieren, gepaard met jicht, waaraan hij eindelijk bezweek.
Met hem dalen schitterende gaven en buitengewone krachten ten grave, maar de man zelf geniet nu de rust, voor al het volk van God bereid.
Zalig de dienstknecht, welken de Heere zal vinden alzoo doende! Hij zal het loon, den getrouwen dienstknecht toegezegd, niet verliezen.
Ontzachelijk veel wordt in Spurgeon verloren ; doch bij alles wat heengaat en ontvalt: de Meere blijft. Zij in Hem alleen al ons heil en onze eere!
P.S. Het lijk van Spurgeon, zal gebalsemd en in den tabernakel worden tentoongesteld. De olijfhouten kist draagt het opschrift: »Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd, ik heb het geloof behouden.” Dit waren de laatste bijbelwoorden, welke hij vóór zijn verscheiden nog uitsprak.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen