Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leerrijk allerlei

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leerrijk allerlei

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN HET HOSPITAAL

Een Amerikaansch meisje deelde eenigen tijd geleden het volgende treffende voorval mede. Men had haar toegestaan een hospitaal in Cairo te bezoeken, waar eenige gewonde soldaten waren binnengebracht. De drie uren, welke zij er vertoeven mocht, verschaften haar veel genoegen, »Vooral een jong soldaat van een Schotsch regiment boezemde mij veel belang in,” zoo verhaalt zij. »Hij had een arm verloren, en de dokter zeide, dat hij den volgenden morgen niet zou halen. Ik bleef bij zijn bed staan, om te zien of ik iets voor hem kon doen. Hij lag met gesloten oogen, voortdurend om zijne moeder roepend. Ik doopte mijn zakdoek in een kom met water, en leide dien op zijn door de koorts verhit voorhoofd. »O, dat doet goed!” zeide hij, zijne oogen opslaande. Toen hij zag, dat ik over hem heen gebogen was, greep hij mijne hand en kuste die. »Dank u, juffrouw,” zeide hij glimlachend, »het doet mij aan mijne moeder denken.”— »Kan ik naar uwe moeder schrijven?” vroeg ik. — »Neen,” zeide hij, »de sergeant heelt mij beloofd haar te schrijven, maar zoudt u niet iets willen zingen?” Een oogenblik wijfelde ik, en keek rond. De laatste stralen der ondergaande zon weerkaatsten in het gele water van den Nijl, en deden mij denken aan de rivier, welke deze jonge man weldra zou overtrekken.
Ik begon zacht het schoone lied te zingen: »Zullen wij ook eenmaal komen?” vele hoofden richtten zich op om beter te kunnen luisteren, toen bij het koor:

»Ja, wij zullen eenmaal komen,
Aan de zil’vren, zilv’ren stroomen,
Waar aan Kanans rijke zoomen,
Christus’ kerk ‘t Hosanna zingt,”

eenige zware bas- en schoone tenorstemmen medezongen. Toen het lied uit was, keek ik den zieke in het gelaat, en zeide: »Zult gij daar ook zijn?”
»Ja, want Jezus heeft voor mij plaats bereid,” antwoordde hij, met van vreugde stralende oogen.
Ik had wel kunnen weenen, toen ik aan zijne moeder dacht, die, ver in de Schotsche Hooglanden, berichten wachtte van haren zoon, die weldra den laatsten adem zou uitblazen in een Egyptisch hospitaal, en ik zong:

»O, hoe onuitsprekelijk heerlijk
Zal het in den hemel zijn!”

Mijn tijd was om, en na hem een kus op het voorhoofd gegeven te hebben, vertrok ik,
»Kom toch terug, juffrouw,” hoorde ik van alle zijden, toen ik wegging. Welnu, ik zal gaan, maar mijn jongen vriend zal ik er niet meer vinden, want hij zal dan reeds de rivier des doods zijn overgetrokken.”

Wat doet God? Hij vernedert den hoovaardige en verhoogt den nederige.

(A.)

Wanneer gij God zoudt willen danken voor elken zegen, dan zoudt gij geen tijd tot klagen hebben.

(LUTHER.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's

Leerrijk allerlei

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's