Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HER KLOPT HET HART VAN HET RUSSISCHE VOLK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HER KLOPT HET HART VAN HET RUSSISCHE VOLK

33 minuten leestijd

Dr. J.A. Hebly werd in 1923 in Geldermalsen geboren, studeerde theologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, waar hij in 1962 promoveerde op een proefschrift over Het proselitisme, verkenning van een oecumenisch vraagstuk. Was NH-predikant te Enschede en keerde in 1970 naar de Utrechtse universiteit terug als adjunct-directeur van de afdeling Oecumenica van het Interuniversitair Instituut voor Misslalogie en Oecumenica.Publlkatles: Protestanten in Rusland, Kampen, 1973; Kerken in Oost-Europa, Baam. 1975.

vraaggesprek met Dr. J.A. Hebly

Wat weten de Russische christenen van de kerk in het Westen?

- Ik heb eens contact gehad met Levitin (Krasnov), de bekende Russisch-orthodoxe opposant — een essayist eigenlijk, die leraar is geweest en o.a. veel heeft geschreven in het Journaal van het Moskouse Patriarchaat en later ook allerlei brieven. Hij heeft trouwens een geweldige lijst met pubUcaties op zijn naam staan, die lang nog niet allemaal zijn uitgegeven. Nu heeft het instituut Glaube in der zweite Welt te Zurich in een van haar bulletins een aantal stukken van hem opgenomen; in een van die stukken schrijft hij dat hij wel respect heeft voor Luther, Calvijn en ZwingH, maar dat zij toch de kerk hebben verlaten en dat ze miljoenen mensen met zich mee hebben gesleept, terwijl de uitkomst dat tenslotte niet rechtvaardigde. Met zo'n opmerking van Levitin Krasnov ben ik het helemaal niet eens. Als hervormd kerklid zeg ik dan: ik heb een heel ander besef van de Hervorming en de uitkomst daarvan. Maar ik kan aan de andere kant zo'n opmerking van Levitin best begrijpen, want hij kent het protestantisme helemaal niet; hij is opgevoed in de Russisch-orthodoxe kerk. De protestantse groepen in Rusland noemen zij sectariërs en daar bedoelen zij dan niets denigrerends mee, maar zo duiden zij ze. De historische kerken van de Reformatie kennen zij in Rusland als zodanig niet. We moeten niet vergeten dat de informatie van deze mensen over het Westen heel beperkt is. Maar dat rechtvaardigt natuurlijk nog niet de kritiek van Levitin, temeer daar hij, nu hij is uitgeweken naar het Westen toch wel langzamerhand de kerken van de Reformatie moet hebben leren kennen. Daarom móet je met hem daarover in discussie treden. Maar wat betreft de mensen in Rusland zelf. . ., laat ik een voorbeeld geven: toevallig was ik enige tijd geleden in Rusland met een reisgezelschap en nu zijn nog niet zo lang geleden de gedichten van Mandelsstam uitgegeven, maar die kun je alleen kopen in speciale winkels in Moskou en Leningrad waar met buitenlands geld betaald moet worden. Zodat het voor een Rus practisch onmogelijk is

om er aan te komen. Er is in Rusland een ontzaggelijke leeshonger. Aan kerkelijke en godsdienstige literatuur is helemaal gebrek. Dat heeft te maken met de tactiek van de Russische overheid om de kerk zoveel mogelijk het zwijgen op te leggen - ze moet langzamerhand afsterven en geen kans krijgen om opnieuw op te bloeien. Ook de Russische klassieken, zoals bijvoorbeeld Dostojewski, Ljeskov en noem maar op, zijn moeilijk te krijgen. Ze worden dikwijls gedrukt in een beperkte oplage of in verkorte vorm en zijn daarom altijd heel snel uitverkocht.

Hoe is uw interesse gegroeid voor de christenen achter het ijzeren gordijn?

— Die is gegroeid op verschillende manieren. In de eerste plaats heb ik na de oorlog gewerkt in Frankrijk in een oecumenische organisatie die zich bezig hield met vluchtelingenwerk. Daar heb ik zeer intensief contact gehad met allerlei groepen vluchtelingen uit Oost-Europa. Verder heb ik een proefschrift geschreven over het proselitisme, waarin ik me vooral heb bezig gehouden met de verhouding tussen de Oosters-orthodoxe kerk en de Westerse kerk, zowel de protestantse als de rooms-katholieke. En dan zie je hoe tussen de orthodoxie en de kerken in het Westen in de loop der eeuwen een geweldige vervreemding is ontstaan, hoe groot de spanningen zijn geweest en hoe agressief men tegenover elkaar heeft gestaan. In dat nieuwe boek van ons Kerken in Oost-Europa heb ik een hoofdstuk geschreven over de geünieerde kerken, kerken die zijn ontstaan uit het streven van de rooms-katholieke kerk om het schisma met de orthodoxe kerken (1054) op te heffen en te komen tot hereniging met de gehele orthodoxie; een typisch voorbeeld hoe men elkaar als kerken in de loop van de geschiedenis heeft miskend. Men had allerlei karikaturele beelden van elkaar. De pogingen van de rooms-katholieke kerk om in het Oosten met Rome geünieerde kerken te stichten zijn niet altijd in dank afgenomen door de Oosters-orthodoxe kerken. Zij verweten het Westen proselitisme d.w.z. de zucht om bekeerlingen te werven. En daar heb ik begrip voor. In de derde plaats is mijn belangstelling gegroeid door het toetreden van de Oosters-orthodoxe kerken in 1961 tot de Wereldraad van Kerken, waardoor er een intensief contact is ontstaan met de kerken in Oost-Europa. Bovendien is in die tijd de Conferentie van Europese kerken opgericht, waar Oost en West ook samen inzitten, en daar ben ik vrij intensief bij betrokken geweest. Ik ben naar verschillende vergaderingen van die Conferentie geweest en ik heb daar veel persoonlijke contacten gelegd met christenen uit Oost-Europa, waar ik veel baat van heb gehad tijdens mijn reis in Rusland in 1965. Ik heb toen ook mogen spreken in de Baptistenkerk en dat vond ik een reusachtige ervaring. Dan word je doordrongen van het geweldige geestelijke leven dat daar is. Enige tijd geleden heb ik weer die Baptistenkerk bezocht — de enige in heel Moskou. Zondags worden er drie diensten van gemiddeld tweeënhalf uur gehouden en door de week nog eens drie. De kerk zit dan altijd stampvol. En niet alleen met oude vrouwtjes. Ook veel jongeren en zelfs militairen in uniform. Zo'n dienst maakt op mij altijd weer een geweldige indruk. Vooral als je let op de intense betrokkenheid van deze mensen, de ernst van hun gebeden en de indrukwekkende, meeslepende liederen die ze zingen op een gedragen langzame wijze. Dan denk je bij jezelf: hier klopt het hart van het

Russische volk. Ook de broeders die je hebt ontmoet op oecumenische vergaderingen zie je dan zitten, want ook de Baptisten doen daar actief aan mee, vaak op een hele sympathieke wijze, moet ik zeggen. En dan vraag ik me af: oordelen we vaak niet te snel over deze mensen die op vergaderingen in het buitenland alleen mogen zeggen wat de Russische communistische partij welgevallig is? Want de Russische overheid duldt geen kritiek, zeker niet op het gebied van de politiek, zoals u weet. Ze zijn daardoor sterk gebonden.

Ook in persoonlijke gesprekken?

— Dan ligt dat vaak heel anders. Het gaat dan tenslotte om het contact van gelovige tot gelovige. Maar ik bedoel als je deze mensen daar ziet in de dienst van werkelijke devotie, aanbidding, gebed, openheid voor Gods Woord en je beseft wat ze daar in hun gewone leven voor moeten doorstaan, dan ga je toch genuanceerder spreken over het feit dat ze zo trouw en gebonden zijn aan de partijopvattingen wanneer ze op oecumenische vergaderingen zijn. Want als christenen worden ze natuurlijk toch als tweederangs burgers gezien. Dat wordt uiteraard ontkent: de Sowjet-wetgeving verbiedt discriminatie op grond van geloof. Om een voorbeeld te noemen ~ ik wil niet eens zeggen dat een gelovige geen burgemeester van Moskou kan worden - : een christen kan zelfs geen gids worden bij Intourist. Het hele leven is gestempeld door de partij, door de ideologie en als je die niet aanhangt in zijn diepste dimensie dan val je er buiten. Vooral de jongeren blokkeren als zij bij de kerk horen een deel van hun wereldse toekomst. Maar het irriteert ons soms wel dat ze bij openbaar spreken zo trouw zijn aan de partijopvattingen. En dan zeggen we: "Zijn dat nu zulke meelopers? "

Toch moet je je daardoor niet op sleeptouw laten nemen. Als je ziet wat een strijd zij voeren om het bestaan in deze atheïstische samenleving. Wat ze niet hebben moeten doorstaan voor hun geloof. Wat ze er niet voor hebben moeten opofferen! Daar kom je van onder de indruk, ook al sta ik kritisch tegenover de claim van de partij op de kerk en zie ik ook wel de schaduwzijde van het conformisme van heel veel kerkleden en kerkleiders. Dat blijkt wel uit mijn bijdrage aan het boek dat we pas hebben uitgegeven. Toch moet ik zeggen, dat mijn kritiek geuit wordt vanuit een verbondenheid, een solidariteitsgevoel met deze mensen, die daar werkelijk kerk-zijn.

De kerkleiders balanceren op het slappe koord, veroorzaakt door de kleine ruimte die ze toegewezen hebben gekregen. Aan de andere kant kan de Russische overheid ook weer niet te ver gaan met haar eis van loyaliteit aan de partij. Zij heeft er m.i. alle belang bij dat het gewone kerkvolk niet te veel wordt vervreemd van haar werkelijke leiders. Wanneer zij haar greep wil behouden op de kerk als zodanig dan moet zij ook water bij de wijn doen.

- Natuurlijk heeft de Russische overheid er belang bij dat de verschillende kerkelijke groeperingen niet uit elkaar vallen. En daarom zijn ze vaak wel gedwongen om bepaalde concessies te doen. Een kerkleider die voet bij stuk houdt kan veel voor zijn kerk bereiken, zij het

binnen een bepaalde marge.

Hoe is eigenlijk de verhouding tussen de Russisch-orthodoxe kerk en de Evangelie-christenen/Baptisten? Weten de orthodoxe leiders bijvoorbeeld dat de afgescheiden Baptisten, de initiativniki, worden vervolgd en worden belemmerd in de uitoefening van hun godsdienstige plichten?

- Ze zijn daarvan op de hoogte. De relaties op officieel niveau tussen de Russisch-orthodoxe kerk en de Baptisten zijn erg goed. Ook op het niveau van de gewone gelovigen groeit er steeds meer begrip voor elkaar. Men voelt heel goed aan dat men in dezelfde situatie verkeerd, dat de nood gemeenschappelijk is. En men weet ook dat er nieuwe broederlijke relaties moeten groeien. De Russisch-orthodoxe kerk moet zich losmaken van haar verleden als staatskerk en ze heeft dat ook langzamerhand wel gedaan voor een deel. Aan de andere kant zijn de orthodoxe gelovigen wel eens een tikkeltje verbaasd over het feit dat de Baptisten zich zo uitbreiden in bepaalde streken van Rusland. Vooral in de Oekraïne neemt het Baptisme sterk toe. Men heeft wel eens gezegd dat de Russisch-orthodoxe kerk meer aantrekkingskracht heeft voor de intellectuelen en voor de mensen die traditioneel Russisch denken - de orthodoxe kerk is zo ontzettend verweven met de geschiedenis van Rusland —, terwijl de Baptisten hun gelovigen vooral recruteren uit de beste elementen onder de arbeidende bevolking. Er circuleren trouwens over de afgescheiden Baptisten in de pers veel belasterende verhalen. Er is een verhaal dat een Baptistenmeisje van een jaar of veertien tijdens een godsdienstoefening werd geofferd. Een belachelijke aantijging natuurlijk, maar het wordt toch maar in de krant geschreven. Achteraf bleek dat het meisje was aangerand en vermoord door een lid van de communistische partij. Nu wil ik daar de communistische partij niet voor verantwoordelijk stellen, want die is heel streng in haar morele opvattingen, maar de werkelijke toedracht wordt naderhand niet meer gerectificeerd in de pers. De mensen echter die in de bedrijven samenwerken met de Baptisten hebben vaak diep respect voor ze. Ze onderscheiden zich, omdat ze met roken en drinken, en vooral dat laatste is in Rusland heel bijzonder. En bovendien zetten ze zich daadwerkelijk in voor hun medemens in nood. Ook in Rusland zijn er mensen in nood, al wordt dat officieel ontkend.

Hangt dat samen met de presentatie van het regime naar buiten toe en de werkelijkheid waar zij reëel mee te maken heeft?

- Een interessant probleem, omdat de officiële presentatie anders is dan de gewone werkelijkheid. Bij ons heb je vaak de indruk dat de werkelijkheid wat te zwart wordt voorgesteld, terwijl de socialistische wereld het altijd zo weet voor te schotelen alsof het op dat gebied geen problemen kent. Dat merk je ook inzake de verhouding van kerk en staat. Als u een willekeurige Rus interviewt over de verhouding van kerk en staat, dan krijgt u een heel acceptabel en goed verhaal, waarin de wetgeving wordt uiteengezet en waarin wordt verteld

dat er vrijheid van geweten is, dat er scheiding is tussen kerk en staat, dat de kerk zich niet bemoeit met de staat en de staat niet met de kerk, dat er niemand gediscrimineerd mag worden op grond van zijn geloofsovertuiging. Kortom, zoals het volgens het boekje moet zijn. Twee belangrijke dingen worden dan niet verteld. In de eerste plaats wordt niet verteld dat de toepassing van deze wetten, de administratieve regelingen vaak recht tegen de grondwet ingaan. Dat merk je tussen haakjes ook uit de protesten van bijvoorbeeld de afgescheiden Baptisten; zij beroepen zich altijd op de tekst van de grondwet, waarin uitdrukkelijk de scheiding van kerk en staat is vastgelegd. Maar er gaapt een geweldige kloof tussen wat officieel op papier staat en de toepassing daarvan in de praktijk. In de tweede plaats aanvaardt men wel de Verklaring van de rechten van de mens, maar men geeft daar een geheel eigen interpretatie aan. Men zegt wel: er is vrijheid voor een ieder, maar niet om het verkeerde te doen. En het verkeerde is alles wat de partij niet goed vindt. Dat wordt dan als volgt toegelicht: natuurlijk is een boer vrij om zijn koeien 's middags om 12 uur of's nachts om 12 uur te melken, maar als hij dat doet kan hij wel inpakken als boer, want hij moet zich houden aan de wetten van de natuur. Zo zijn er ook de wetten van de samenleving. En die wetten kent de partij. De partij is "objectief gefundeerd" op de enig wetenschappelijk juiste maatschappijopvatting. Nu heeft men natuurlijk wel de vrijheid om daar tegen in te gaan. Wanneer echter de mensen die neipng hebben moeten ze tegen zichzelf in bescherming worden genomen, want het is onzinnig om tegen het goed in te gaan. Het is bijzonder moeilijk om elkaar op dat punt juist te verstaan. Onze opvatting over vrijheid van de kerk of scheiding van kerk en staat is volstrekt anders. We gebruiken wel dezelfde woorden maar die hebben bij hen een heel andere inhoud.

Is er in Oost-Europa en Rusland een echte dialoog mogelijk tussen christenen en maxisten?

- Een dialoog tussen christendom en marxisme bestaat niet in Oost-Europa. Hoe kan — zo zegt men - een wetenschappelijk gefundeerde wereldbeschouwing een werkelijke dialoog voeren met bijgeloof? Dat rijn geen partners om te praten. Wel wil men dat de christenen meewerken met de marxisten, maar dan op voorwaarden die door de marxisten zijn gesteld, d.w.z. in de lijn van de marxistische maatschappijopvatting. In sommige Oosteuropese landen zijn er zelfs nog christelijke partijen. Denk bijvoorbeeld aan de D.D.R. Daar wordt de vraag van de dialoog het scherpst gesteld. Als ik nu denk aan bisschop Krusche, de Lutherse bisschop van Maagdenburg, wat hij zegt over de dialoog ... dat vind ik bijzonder moedig. Hij zegt namelijk - en nu zeg ik het even in mijn eigen woorden - : "We moeten altijd bereid zijn om de dialoog te voeren, maar dan moet het ook een echte dialoog zijn. Als ons wordt gevraagd om samen te werken met de marxisten in het kader van gemeenschappelijke, humanistische opvattingen, dan moeten ook wij over ónze achtergronden kunnen spreken waarvanuit wij werken als we aan de opbouw van mens en samenleving bezig zijn. Het moet niet zo zijn dat we alles maar gedicteerd krijgen en alleen maar mogen luisteren; dat we onze opvattingen aan de kapstok moeten hangen voordat we mee mogen doen aan de opbouw van mens en samenleving." De communistische partij in de D.D.R. wil onvoorwaardelijke mede-

werking van de christenen, geen kritische medewerking. Want zeggen ze: je kunt je niet buiten de maatschappij opstellen en vandaaruit de maatschappij bekritiseren. Ze wUlen heel duidelijk alleen maar een samenwerking op hun voorwaarden, en dat is niet direct wat ik onder een dialoog versta. Destijds in Praag, voor 1968, toen was er echt sprake van een dialoog. En daar is ook een geweldige invloed van uit gegaan. De poging van Dubcek om in Tsjecho-Slowakije het socialisme met een menselijk gezicht (!)in de praktijk te brengen is mede tot stand gekomen door de dialoog tussen het christendom en het marxisme. Maar in 1968 reden daar de tanks overheen. Een Poolse theoloog vertelde me eens dat je over een dialoog niet hoefde te sclirijven, omdat dat toch werd gecensureerd.

Zou u een korte (sic! ) uiteenzetting willen geven van de positie van de onderscheiden kerken en gelovigen in de Soyjet-Unie en Oost-Europa? De aantekening die men daarbij kan maken is dat deze vraag een vrij genuanceerde beantwoording vergt, maar zonder het aan de orde stellen van deze problematiek blijft men mijns inziens toch te veel steken in algemeenheden.

- Het is inderdaad heel moeilijk om in kort bestek een overzicht te geven van de situatie van de kerk in de verschillende Oosteuropese landen. Want u hebt volkomen gelijk als u zegt dat de situatie niet in alle landen gelijk is. Daarbij spelen een aantal factoren een rol. In de eerste plaats de historische factor: hoe was de kerk voor de revolutie? ; heeft die kerk zich bijvoorbeeld sterk gecompromitteerd met fascistische regimes? ; hoe was de verhouding van de kerk met het volk in het algemeen? ; enz. Een enkel voorbeeld om dat te verduidelijken; de Russisch-orthodoxe kerk was zo verbonden met het tsaristisch regime dat een aanval op de tsaren gelijk stond met een aanval op de Russisch-orthodoxe kerk. Dat is één factor. In Bulgarije is naar mijn besef de secularisatie vrij sterk doorgedrongen, al voordat er sprake was van een communistisch regime. Dat is één kant. Aan de andere kant is de kerk in Bulgarije nooit een onderdrukkende macht geweest, maar veeleer een symbool van het vrijheidsverlangen van het Bulgaarse volk. Pas in 1876 — meen ik - heeft het Bulgaarse volk het juk van de Turkse overheersing afgeworpen. Nog maar een goeie honderd jaar geleden eigenlijk. Zodoende heeft de kerk daar een andere plaats in het volksleven dan in een ander land van het Oostblok. Ze heeft niet die onderdrukkende functie gehad; ze hoorde er gewoon bij. Dat is ook één van de factoren die je moet verdisconteren, n.l, dat die landen niet allemaal dezelfde geschiedenis hebben gehad. In de tweede plaats moet je heel duidelijk onderscheiden over welke kerkje het eigenlijk hebt. Heb je het bijvoorbeeld over een protestantse kerk, zoals het geval is in de D.D.R., of heb je het over een rooms-katholieke kerk, zoals bijv. in Polen, of heb je het over hoofdzakelijk orthodoxe kerken, zoals in Bulgarije, Roemenië en Rusland. Dat maakt nogal verschil. Je hebt bovendien nog landen met een godsdienstig gemengde bevolking, zoals Hongarije en Tsjecho-Slowakije. Een orthodoxe kerk aanvaardt gemakkelijker dat men geen catechisatie mag geven aan jongeren, terwijl de protestantse kerken dat niet over hun kant kunnen laten gaan. Een protestantse kerk ziet zichzelf nooit in de eerste plaats als alleen maar een cultusgemeenschap, maar als een dienende gemeenschap, die ook buiten de kerkdiensten zijn invloed wil laten gelden. Zij kent zichzelf een diaconale, maatschappelijke, sociale, culturele taak toe en dat maakt een hemelsbreed verschil met de orthodoxe kerken. Het is daarom ook niet zo merkwaardig dat de situatie in de D.D.R. voor de partij niet zo gemakkelijk ligt. En dat is in Polen, waar de rooms-kathoheke kerk de heersende is, eigenUjk precies zo. Je zou kunnen opmerken: "Die arme communistische partij in Polen!" Zij kan niets doen als de kardinaal zegt: "Het gebeurt niet." Want hoe moeilijk en spanningsvol die verhouding tussen kerk en staat ook is, je moet zeggen dat de kerk in Polen nog steeds machtig is. Dit heeft onder andere tot gevolg dat er in die kerk nog maar weinig is doorgedrongen van de vernieuwingen na het tweede Vaticaans concilie. Voor een priester die zoekt naar vernieuwing in de kerk, de liturgie of in de kerkelijke pastorale arbeid is daar dan ook bijna geen plaats, omdat hem dan verweten wordt dat hij niet solidair

is met de kerk, dat hij de kerk verzwakt. Het feit dat je één blok moet blijven vormen houdt in de rooms-kathoUeke kerk van Polen de vernieuwing tegen.

De kerk in de landen Albanië en Bulgarije staat er dacht ik toch heel wat slechter voor? Wanneer men bijvoorbeeld leest in het boek van Mitko Matheeff Terreur in het rode paradijs, dat in Bulgarije onder het communistisch-athei'stisch regime van partijchef Chivkov de meer dan honderdjarige evangelische traditie, tot op een paar resten na, volledig is uitgedoofd, dan is er toch wel sprake, om het zacht uit te drukken, van een onderscheiden situatie.

— Voor wat betreft Albanië wel, maar voor Bulgarije zou ik dat niet direct willen zeggen. Ik geloof niet dat de situatie in Bulgarije voor de gelovigen nu zoveel slechter is dan b.v. in Roemenië. Alleen is Roemenië veel kerkser dan Bulgarije. Wel hebben de kleine protestantse groepen het erg moeilijk. Die zijn pas ontstaan in de tweede helft van de vorige eeuw door evangelisatie van Amerikaanse kant. Ze lopen dan ook het gevaar een beetje als buitenlandse groepen beschouwd te worden. Het gewone volk keek wat raar tegen ze aan. Verder moet je zeggen dat een boek als dat van dominee Matheeff historisch geplaatst moet worden in de eerste tijd na de omwenteling. Toen heeft er in die landen een scherpe kerkvervolging plaats gevonden. Een vervolging die in de loop van de vijftiger jaren is verminderd en veranderd. Want de positie van de kerk is toch wel veranderd na de eerste spanningen en problemen.

Er vindt toch nog steeds vervolging plaats, misschien niet meer op zo'n grote schaal, maar het gaat toch te ver om dat helemaal uit te vlakken? U wilt toch niet zeggen dat dat nu niet meer het geval is?

— Inderdaad wordt de vrijheid van de kerk nog steeds sterk beknot. Daar zou je het woord vervolging voor kunnen gebruiken, maar ik persoonlijk zou het woord vervolging willen reserveren voor die periode in de kerkgeschiedenis van Oost-Europa toen de gelovigen écht werden vervolgd. Zoals het geval was in de dertiger jaren in Rusland en direct na de revolutie. Aan het eind van de dertiger jaren waren er b.v. in Rusland nog maar vier bisschoppen in functie en waren er nog maar een paar honderd kerken open. Op het ogenblik geloof ik niet dat we met het woord vervolging precies weergeven wat daar gebeurt. Er is wel sprake van vrijheidsberoving van de kerk, van het gebruiken van de kerk voor de doeleinden van de staat; de Russische overheid probeert de kerk zoveel mogelijk gelijk te schakelen en de mensen die dat niet mee wÜlen maken wordt het leven zuur gemaakt, worden vaak ook ontslagen in de kerk of zelfs gevangen genomen en veroordeeld. Dat laatste is vooral het geval met de afgescheiden Baptisten; zij tellen de meeste gevangenen. Ook de verschillende pinkstergroepen hebben het erg moeilijk. En de Jehova's getuigen niet te vergeten, die zijn in de meeste Oostbloklanden verboden. Maar in z'n algemeenheid geloof ik niet datje nu over kerkvervolging zou kunnen spreken in die zin zoals dat het geval was b.v. in de dertiger jaren. Wel streeft men er nog steeds naar om de kerk als zelfstandige geestelijke kracht in de

samenleving uit te schakelen.

Ik ben wel met u eens dat wanneer we het he!e kerkelijke leven in de Oosteuropese landen en in Rusland in ogenschouw nemen dat we dan ons oordeel wat moeten matigen, maar ik kan aan de andere kant ook veel begrip opbrengen voor mensen als Wurmbrand en Matheeff, die aan den lijve hebben ondervonden wat het zeggen wil om in een communistisch land openlijk voor je geloofsovertuiging uit te komen.

- Persoonlijk vind ik het jammer als het spreken over de kerk in Rusland gezien wordt als een anti-communistische actie met politieke consequenties. Als je de beknotting van de kerk door een communistisch-atheistisch regime kritiseert en openbaar maakt dan moet je toch proberen — met alle kritiek die je hebt op de Russische overheid - om het niet te veel te plaatsen in het kader van een anti-communistische campagne in de zin van een koude oorlog. Dat vind ik gevaarlijk. Mij interesseert het niet in de eerste plaats als de Russen met elkaar besluiten om de productiemiddelen te socialiseren of te nationaliseren. Omdat ik vind dat in een samenleving waar je dit soort dingen doet, je toch de kerk de vrijheid moet geven om het Woord te verkondigen. In iedere samenleving moet de kerk vrijheid van godsdienst eisen, vrijheid van informatie, van gewetensovertuiging, vrijheid om je kinderen op te voeden e.d.

De moeilijkheid is echter dat in Rusland het marxisme-leninisme in principe geen ruimte laat voor zelfstandige or^nisaties; zij dienen zo snel mogelijk gelijk geschakeld te worden. De kerk is naar de rand van de samenleving weggedrukt; het is de Russische overheid niet gelukt om ze helemaal uit de samenleving te doen verdwijnen. De eis dat de kerk in Rusland volkomen vrijheid moet hebben om het Woord te verkondigen staat dat niet gelijk met het bevorderen van een revolutie in Rusland?

— Indirect misschien wel, want ik geloof dat je hiermee het regime in zijn ideologische kern aantast. Maar ik vind niet dat je moet gaan proberen om dit politiek uit te gaan buiten. Of dat je mensen die überhaupt niet geïnteresseerd zijn in de kerk nu opeens warm moet maken voor de kerk in Oost-Europa, terwijl ze de kerk in eigen land aan hun laars lappen. Ik zou zelfs een communist hier op willen roepen om met mij mee te doen als het gaat over de vrijheid van de kerk en de vrijheid van overtuiging en geweten. Er zijn gelukkig in de communistische partij in het Westen sterke weerstanden tegen dit totalitaire, dogmatische regime, vooral de Italiaanse communistische partij heeft zich scherp uitgesproken. En ik vind dat een communistische partij in het Westen zich hierover moét uitspreken. Natuurlijk moet je wel de gevaren zien voor de vrijheid van de mensen, die in het communisme verborgen liggen. Ik ben altijd bang voor een herleving van de koude oorlogsmentaliteit. Je moet er voor oppassen dat je daar niet voor gebruikt wordt. Vooral de kerk moet zich daarvoor hoeden. Hoewel ze op moet komen voor de mensen daar die verdrukt worden en hoewel ze de fouten van het regime zeker aan de kaak moet stellen.

Volgens de verwachting van het marxisme-leninisme sterft het christelijk geloof vanzelf uit als men de maatschappij in communistische zin vernadert. In Rusland noemt men soms het jaartal 1980, wanneer dat het geval zal zijn. Maar aan de andere kant, nu blijkt dat het geloof hardnekkiger stand houdt dan was voorzien, is men gaarne bereid om daarbij een handje te helpen door het geloof met overheidsmacht te bestrijden. Zodoende blijven de gelovigen in een hachelijke positie verkeren. Denkt u dat de tijd ze zal uitkopen? Wat zijn uw verwachtingen voor de lange termijn?

— Het gevaar zit er in dat de communistische ideologie meer en meer verstart, met als mogelijk gevolg dat de Russische overheid steeds verkrampter gaat optreden. Aan de andere kant is er op dit ogenblik een opbloei van het geestelijk, godsdienstig leven in Rusland, die ongehoord is en ons in het Westen beschaamd moet maken. Er is een enorme belangstelling voor geestelijke zaken. Men vraag en zoekt... Er is ook een geweldige discussie aan de gang onder de filosofen, de jonge wetenschappers, de intelligentsia; er is een nieuw geestelijk élan ontstaan dat hartverwarmend aandoet. De officiële ideologie is versteend en bereikt de mensen nauwelijks meer. Grotendeels aanvaardt men de ideologie alleen nog maar om maatschappelijk op te klimmen en dan kan men volstaan met een belijden met de mond alleen. Op dit moment zoekt de mens in Rusland naar de christelijke kerk. Denk aan de grote klassieke schrijvers van Rusland die duidelijk heel positief tegenover het geloof hebben gestaan. Er bestaan onder de Russische opposanten uiteraard verschillende stromingen. Zo is er ook een democratisch-humanistische stroming met als de edelste vertegenwoordiger Sacharov, de vader van de Russische waterstofbom. Zij houden zich gelukkig de laatste tijd steeds meer bezig met de kerkeUjke ontwikkelingen in hun landen. Zo is Sacharov opgekomen voor de veroordeelde Baptistenpredikant Vins en voor andere vervolgde christenen. Hoewel er een duidelijke onderscheiding is aan te brengen binnen de oppositionele groeperingen, toch moet je zeggen dat er over het algemeen een grote belangstelling bestaat voor het leven van de kerk. Ze zeggen dan wel in Rusland dat de kerk iets is voor de oude vrouwtjes en dat de jeugd van de partij is, maar dat gaat tegenwoordig niet meer op. Het is anders wel een probleem voor de orthodoxe kerk om de jongeren op te vangen. De kerkdiensten zijn zeer traditioneel en de jeugd die zich niet zozeer stoort aan bepaalde gebruiken, wordt dikwijls terecht gewezen door de oude vrouwtjes. De Russische vrouwen vertegenwoordigen een geweldige macht; zij hebben zou je kunnen zeggen de kerk gedragen door de stormen heen. Dat is toch iets geweldigs! En het zijn niet alleen de hele oude vrouv/tjes, want er zijn er een hele hoop bij die na de revolutie zijn geboren. De kerk is echt niet alleen een overblijfsel van een pre-revolutionaire periode.

De christenen in de communistische landen stellen zich niet alle gelijk op. Er zijn er die heel vergaan in het aanvaarden van het communistisch-atheistische regime, terwijl er ook christenen zijn die elke vorm van samenwerking met de communisten afwijzen. Voor welke houding opteert u?

— Er bestaan inderdaad verschillende houdingen. In de D.D.R. b.v. heb je de beweging Christenen voor het socialisme, die zich helemaal binnen het kader van de partijopvattingen wil bewegen, afgezien dan van het atheïstisch voorteken van de communistische partij. Zij aanvaarden de samenleving zoals die is met inbegrip van de sociaal-economische orde. We moeten daar niet te gauw negatief over doen, hoewel ze in bepaalde opzichten wel in een erg eenvoudig schema denken. In de trant van: bij ons is de samenleving al ideaal of bijna ideaal en in het Westen wordt ze alleen maar slechter. Dat schema is voor ons moeilijk aanvaardbaar en als we de kans hebben, moeten we daarop ook wijzen. Op zichzelf vind ik het belangrijk dat er binnen de communistische samenleving kritiek is die probeert de ideologie te ontmythologiseren. Vooral de bekende Duitse theoloog GoUwitzer heeft het daar telkens weer over in zijn boeken, n.l. hoe belangrijk het is dat er mensen zijn die openlijk het atheïstisch karakter van het marxisme bestrijden, al zou het alleen maar zijn door hun houding. We moeten daarbij echter niet vergeten dat deze mensen weinig vrijheid van meningsuiting hebben om het marxisme in zijn wortels te kunnen bekritiseren: men moet het erg versluierd en voorzichtig doen. Maar alleen al het feit dat er een kerk, dat er een groep mensen is, die voor wat betreft haar diepste levenswortel geënt is op het christelijk geloof en niet op het marxisme-leninisme, dat is toch wel een heel belangrijk iets.

Walter Kolarz zegt: "Heel de geschiedenis van de Soyjet-Unie door is de godsdienst het meest zichtbare ideologische alternatief voor het kommunisme gebleven."

— Ik moet zeggen dat je dat niet direct op het spoor komt. Het is niet zo dat iedereen bij een kerk hoort of dat alle intellectuelen geloven. Zoals ik al zei: er is wel een geweldige bloei van het geestelijk leven, maar ook een kritisch volgen van de ontwikkeUngen in het Westen. Maar om even op de vorige vraag terug te komen: er is ook een groep mensen die de blik naar binnen richt. Je kunt dat doen door jezelf te werpen op het bestuderen van de Russische literatuur, of jezelf te verdiepen in de reUgieuze kunst (ikonen), of in de geschiedenis van de Russische kerk. Daar vind je als het ware een toegestande uitlaatklep voor je godsdienstige instelling. Dat het geloof in Rusland soms sterk zich concentreert op het innerlijk leven, wil ik in eerste instantie positief waarderen, omdat alle andere mogelijkheden zijn afgesneden. Daardoor vallen allerlei culturele activiteiten weg en blijft er alleen een primaire oriëntatie op het hart van het Evangelie over. Er zijn ook mensen die zich bewust buiten het hele maatschappelijke gebeuren plaatsen; die daar niets van moeten hebben. Sommige groepen daarentegen, zoals de dissidenten — schrijvers en wetenschapsmensen — willen bewust midden in de samenleving staan. Zij hebben het bijzonder moeilijk. Maar mensen die zich helemaal uit de samenleving terug trekken, hebben het daarom niet gemakkelijker. De ideologie ligt overal op de loer. Denk alleen maar aan de opvoeding van de kinderen, wat voor problemen dat niet met zich meebrengt. Waar ik wel bang voor ben is het sterk oplevend nationalisme; het spreken over moedertje Rusland, waar vooral de kerk zich aan schuldig maakt. Ik geloof niet dat we weer die kant op moeten.

Solzjenitsyn schrijft ergens dat volgens hem de christenen de enigen waren die de naam — hij heeft het over het verzet in de kampen — "politieke gevangenen" ten volle verdienen, en met wie hij zich duidelijk het best kan identificeren. Hoe moeten we zo'n uitspraak interpreteren?

— Misschien bedoelt hij dat zij zich wezenlijk antithetisch tegenover het regime opstellen. Toch zijn zij geloof ik niet de enigen. Zojuist noemde ik de stroming Sacharov, die ook in de oppositie zit. En oude nationalistische groepen. Naast de kerkelijke is er ook heel duidelijk een politieke oppositie. Hoewel de kerk zo nauw verbonden is met het Russische volk, dat iemand zelfs eens heeft geschreven: "Zou het gevaar niet kunnen bestaan als de ideologie van het marxisme op de een of andere manier verdwijnt dat de Russische orthodoxe kerk de plaats zou gaan irmemen van de marxistische ideologie? " Dat het christelijk geloof weer wordt geïdeologiseerd en de kerk weer staatskerk wordt zoals in de tijd van de tsaren? Die hele staatskerkideologie leeft nog sterk binnen de orthodoxie. Nogmaals; ik ben daar erg huiverig voor.

We hebben het er al over gehad, maar toch zou ik nog even terug willen komen op het volgende: in uw artikel "Tussen loyaliteit en martelaarschap" schreef u: "Zelfs de afgescheiden Baptisten spreken zich openlijk uit als voorstanders van het regime, verzetten zich echter tegen de inmenging van de staat in de aangelegenheden van de kerk en de beperkende bepalingen ten aanzien van de godsdienst." In hoeverre is dat nu tactiek? De slavist Karel van het Reve schrijft in dit verband in een artikel over "Het ondergrondse Rusland", dat het beoordelen van de werkelijke meningen van Russische dissidenten even moeilijk is als een onderzoek tijdens de tweede wereldoorlog naar de politieke overtuiging van de leden van de Nederlandse Unie. En hij vervolgt dan: "Om een voorbeeld te noemen: als een dissident, agerende voor vrijheid van informatie, zich beroept op een uitspraak van Lenin, wil dat dan zeggen dat hij oprecht meent dat Lenin een voorstander was van vrijheid van informatie? "

— Ik kan me voorstellen, als we die geweldig grote Lenin-verering in aanmerking nemen, die er op dit moment in Rusland is, dat dissidente groepen er op hameren dat wat Lenin heeft geschreven en gezegd ook letterlijk zo moet worden geïnterpreteerd en toegepast. Dat men zegt: wat jullie nu doen, dat klopt helemaal niet. Wanneer men zich op Lenin beroept, maakt men duidelijk dat men toch in zekere zin de sociaal-economische en politieke veranderingen die er hebben plaatsgevonden aanvaardt. Men aanvaardt de veranderingen, maar men zegt erbij: "het gaat een hele verkeerde kant op, als je Lenin vereert als de Vader des vaderlands dan moet je je ook aan hem houden". Als men iets wil bereiken is het wel taktisch om zo te handelen, want dan sta je sterk. Nu kunnen wij wel zeggen: dat is tactiek, maar binnen de beperkte mogelijkheden die er zijn om te komen tot een meer rechtvaardiger samenleving, lijkt het me niet onverstandig om het zo te doen. Ook voor de christenen.

Solzjenitsyn schrijft ergens dat volgens hem de christenen de enigen waren die de naam — hij heeft het over het verzet in de kampen — "politieke gevangenen" ten volle verdienen, en met wie hij zich duidelijk het best kan identificeren. Hoe moeten we zo'n uitspraak interpreteren?

— Misschien bedoelt hij dat zij zich wezenlijk antithetisch tegenover het regime opstellen. Toch zijn zij geloof ik niet de enigen. Zojuist noemde ik de stroming Sacharov, die ook in de oppositie zit. En oude nationalistische groepen. Naast de kerkelijke is er ook heel duidelijk een politieke oppositie. Hoewel de kerk zo nauw verbonden is met het Russische volk, dat iemand zelfs eens heeft geschreven: "Zou het gevaar niet kunnen bestaan als de ideologie van het marxisme op de een of andere manier verdwijnt dat de Russische orthodoxe kerk de plaats zou gaan irmemen van de marxistische ideologie? " Dat het christelijk geloof weer wordt geïdeologiseerd en de kerk weer staatskerk wordt zoals in de tijd van de tsaren? Die hele staatskerkideologie leeft nog sterk binnen de orthodoxie. Nogmaals; ik ben daar erg huiverig voor.

We hebben het er al over gehad, maar toch zou ik nog even terug willen komen op het volgende: in uw artikel "Tussen loyaliteit en martelaarschap" schreef u: "Zelfs de afgescheiden Baptisten spreken zich openlijk uit als voorstanders van het regime, verzetten zich echter tegen de inmenging van de staat in de aangelegenheden van de kerk en de beperkende bepalingen ten aanzien van de godsdienst." In hoeverre is dat nu tactiek? De slavist Karel van het Reve schrijft in dit verband in een artikel over "Het ondergrondse Rusland", dat het beoordelen van de werkelijke meningen van Russische dissidenten even moeilijk is als een onderzoek tijdens de tweede wereldoorlog naar de politieke overtuiging van de leden van de Nederlandse Unie. En hij vervolgt dan: "Om een voorbeeld te noemen: als een dissident, agerende voor vrijheid van informatie, zich beroept op een uitspraak van Lenin, wil dat dan zeggen dat hij oprecht meent dat Lenin een voorstander was van vrijheid van informatie? "

— Ik kan me voorstellen, als we die geweldig grote Lenin-verering in aanmerking nemen, die er op dit moment in Rusland is, dat dissidente groepen er op hameren dat wat Lenin heeft geschreven en gezegd ook letterlijk zo moet worden geïnterpreteerd en toegepast. Dat men zegt: wat jullie nu doen, dat klopt helemaal niet. Wanneer men zich op Lenin beroept, maakt men duidelijk dat men toch in zekere zin de sociaal-economische en politieke veranderingen die er hebben plaatsgevonden aanvaardt. Men aanvaardt de veranderingen, maar men zegt erbij: "het gaat een hele verkeerde kant op, als je Lenin vereert als de Vader des vaderlands dan moet je je ook aan hem houden". Als men iets wil bereiken is het wel taktisch om zo te handelen, want dan sta je sterk. Nu kunnen wij wel zeggen: dat is tactiek, maar binnen de beperkte mogelijkheden die er zijn om te komen tot een meer rechtvaardiger samenleving, lijkt het me niet onverstandig om het zo te doen. Ook voor de christenen.

Een laatste vraag ter afronding: op welke wijze kunnen wij in het Westen het beste onze solidariteit met de christenen achter het ijzeren gordijn tot uitdrukking brengen? Door het onderhouden van officiële contacten, die tussen haakjes nogal worden bekritiseerd en niet altijd ten onrechte volgens mij, of door contact van gemeente tot gemeente c.q. van gelovige tot gelovige?

Juist wanneer je officiële contacten onderhoudt, maak je het mogelijk dat ook ontmoetingen op andere niveaus kunnen plaats vinden. Ik ben bang dat als je zegt: we willen met de officiële vertegenwoordigers van de kerk niets te maken hebben, maar we willen alleen contact hebben op het niveau van de gelovigen, dat je dan niets bereikt, omdat je die officiële contacten moet hebben om de andere contacten te kunnen krijgen. Dat houdt onlosmakelijk verband met elkaar. Er is geen mogelijkheid van uitwisseUng van studenten en gemeentengroepen als je er niet met de leiding van de kerken over confereert. Anders lukt het gewoon niet. Je moet echter wel weten wat je in het gesprek met die leiders nastreeft. Je moet er telkens weer op blijven hameren dat je nu ook wel eens andere mensen wil zien dan alleen maar degenen die altijd mogen reizen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1975

Zicht | 60 Pagina's

HER KLOPT HET HART VAN HET RUSSISCHE VOLK

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1975

Zicht | 60 Pagina's