Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VORMING VAN EEN COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VORMING VAN EEN COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

door A.C.Ph. Hardonk burgemeester van Oldebroek

De vorming van een college van burgemeester en wethouders is veelal een aangelegenheid, die plaatselijke politici en poUtiek betrokken burgers zeer intensief bezighoudt. Niet ten onrechte, want het is bepaald niet klein te achten als dit college, dat van zo grote betekenis is voor het dagelijkse bestuurlijke gebeuren in een gemeente, een zo goed en evenwichtig mogelijke samenstelling krijgt. Per slot van rekening is het college van burgemeester en wethouders het door de wet geroepen orgaan om een stuk dagelijks bestuur uit te oefenen en het kan en mag niemand onverschillig laten hoe en door wie dit geschiedt. Daarbij komt nog, dat het college van burgemeester en wethouders — dat als het goed functioneert vrij dicht bij publiciteitsorganen leeft en intensief burgers op zijn weg ontmoet - sterk „beeldbepalend" is voor de gemeente ten behoeve waarvan het functioneert; d.w.z. de indruk die van de gemeente naar buiten wordt gewekt, bijv. naar de eigen burgerij, naar de overige overheidsorganen en naar de pers, is in veel gevallen afkomstig van het college van burgemeester en wethouders. Dat moet politici er toe nopen het college van burgemeester en wethouders een zodanige samenstelling te bezorgen, dat de indruk die dan wordt gewekt getrouw is. Daarbij moet tevens in ogenschouw worden genomen, dat ingevolge artikel 209 van de gemeentewet aan het college van burgemeester en wethouders o.a. is opgedragen het behoorlijk voorbereiden van al hetgeen in de raad ter overweging en beslissing moet worden gebracht. Met name juist deze laatste taak van burgemeester en wethouders is dusdanig belangrijk, bezien in het Hcht van het functioneren van de lokale democratie, dat met reden kan worden gesteld dat de samenstelling van het college van burgemeester en wethouders met de grootst mogelijke zorgvuldigheid dient plaats te vinden.

Verantwoording vooraf

Straks zal worden ingegaan op de „collegevorming" en wat daarmede annex is. Stilgestaan zal worden bij de onderscheidende soorten qua basis van colleges van burgemeester en wethouders, terwijl - ik schrijf dit zeer nadrukkelijk zo neer — ik tevens opiniërend te werk wü gaan als ik gedachten wijd aan de rol die de SGP daarin kan en soms moet vervullen. Het lust mij niet een louter klinisch verhaal te schrijven; daarvoor zou ik kunnen verwijzen naar de verschillende handboeken die op het terrein van het gemeenterecht in de loop der tijd zijn geschreven.

Ik stel mij op het standpunt dat de SGP zich alleen al door haar deelname aan verkiezingen in het politieke krachtenveld begeeft en dus politieke beslissingen en keuzen niet uit de weg kan gaan. Dat zij zich daarbij geleid weet door godsdienstige inzichten, maakt de SGP tot de

partij die wij liefhebben, doch geeft ons niet het recht in vertegenwoordigende üchamen de politiek te mijden en „kerkje" te gaan spelen. Om misverstand te voorkomen schrijf ik meteen neer, dat deze uitspraak niet impliceert dat het getuigende karakter geen plaats mag hebben. Integendeel, meer dan eens zal een SGP-er zijn stem in principiële zin moeten verheffen. Als hij echter alleen dat doet en praktische politieke vraagstukken laat voor wat zij zijn, verstaat hij zijn politieke taak niet. Zo ook is het omgekeerde het geval; als hij uitsluitend belangstelling aan de dag legt voor de praktische pohtieke vraagstukken en de principiële kant laat liggen, doet hij het evenmin goed. Indachtig het Schriftwoord waaruit blijkt dat bidden en werken niet los van elkaar kunnen worden gezien, zal hij een verantwoord evenwicht tussen het afleggen van een principieel getuigenis en het bedrijven van praktische politiek moeten zoeken en betrachten. Overdaad schaadt daarbij naar weerszijden. De vorenstaande exclamatie is fundamenteel voor al wat hierna volgt. Dit stukje denken vormt de context waarop steeds dient te worden teruggevallen.

Het SGP-gemeenteprogram

Alvorens gedachten over de vorming van het college van burgemeester en wethouders aan het papier toe te vertrouwen, Ujkt het mij juist de in dit verband toepasselijke artikelen uit het SGP-gemeenteprogram te citeren. Wij hebben tenslotte dit gemeenteprogram niet voor niets en het vormt mijns inziens voor de onderhavige mat.erie een uitstekende leidraad. Van belang zijn de volgende artikelen:

Artikel 1

Grondslag

1. De Staatkundig Gereformeerde Partij streeft naar een bestuur van de gemeenten geheel op de grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods en staat mitsdien voor de handhaving van het onverkorte artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (art. 1 Program van beginselen).

Doel

2. De Staatkundig Gereformeerde Partij stelt zich ten doel de beginselen van Gods Woord op staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen in de gemeente. Haar streven is niet zozeer gericht op de meerderheid van de kiezers, als wel op de handhaving en de doorwerking van de beginselen, door haar beleden, waarvan haar program een korte samenvatting vormt. (art. 2 Program van beginselen).

Artikel 2

Bestuursorganen

2. Bij de vorming van het college van burgemeester en wethouders wordt het bepaalde in artikel 1, eerste en tweede lid, zoveel mogelijk nagestreefd.

De samenstelling van het college van burgemeester en wethouders

Als orgaan van het gemeentebestuur bestaat het college van burgemeester en wethouders uit mensen. Vast gegeven daarin is de burgemeester, die ingevolge de wet de voorzitter is. Het aantal wethouders is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente; er zijn ten minste twee wethouders, terwijl in de grootste gemeenten maximaal zes wethouders aanwezig zijn. (Van dit laatste aantal wethouders kan de raad, onder goedkeuring van gedeputeerde staten afwijken.)

In tegenstelling tot de burgemeester, die door de Kroon wordt benoemd, worden de wethouders door de raad uit zijn midden benoemd. Zij komen derhalve voort uit het bij uitstek pohtieke krachtenveld, dat door de bevolking door middel van de raadsverkiezingen is geschapen. De wethouders worden gekozen voor vier jaren, behoudens tussentijdse verkiezingen. Zij treden af op de dag van aftreding van de leden van de raad.

De burgemeester: politicus of symbool van neutraliteit?

Burgemeestersbenoemingen zijn pohtieke benoemingen. Het burgemeestersambt is een poHtiek ambt. De burgemeester beïnvloedt en neemt deel aan het overheidsbestuur, hetgeen niet anders dan tot de politieke aktiviteiten kan worden gerekend. Zeker komt dit tot uitdrukking als hem portefeuilles ter behartiging worden toevertrouwd, doch zelfs indien dit niet het geval is kan hem een politieke rol niet worden ontzegd. Te denken valt slechts aan de omstandigheid dat hij in de raad de eerste woordvoerder van het college van burgemeester en wethouders is en dat bij staking van stemmen in het college van burgemeester en wethouders zijn stem doorslaggevend is.

Merkwaardig genoeg ziet men heel vaak dat burgemeesters, eenmaal benoemd zijnde, hun pohtieke rol inperken en zich zogenaamd boven de partijen plaatsen. Dit gebeurt dan onder het voorwendsel van onpartijdigheid. Deze handelswijze kan gemakkelijk leiden tot volstrekte

neutraliteit en zweemt naar de opvatting dat onpartijdigheid gelijk is aan partijloosheid of a-politiek gedrag. Dat nu kan in mijn gedachtengang niet bestaan, want de burgemeester, eenmaal voortgekomen uit een politieke partij met uitgangspunten die met zijn maatschappijvisie corresponderen, blijft zich geplaatst weten voor het afwegen van allerlei zaken, voor het nemen van beslissingen en het doen van keuzen.

Neen, onpartijdigheid is niet hetzelfde als partijloosheid. Onpartijdigheid betrachten is het met behoud van eigen identiteit recht doen wedervaren aan de opvattingen van hen met wie men samenwerkt, het zorgen — met name in de raad, binnen het college van burgemeester en wethouders en ten aanzien van de bevolking — dat zonder aanzien des persoons wordt gehandeld.

Van belang is hier te vermelden, dat het hoe langer hoe meer acceptabel wordt geacht dat ook een burgemeester politieke denkbeelden mag koesteren en belijden Zelfs is van een toenemende politisering van het burgemeestersambt sprake, waarmede bij de vorming van het college van burgemeester en wethouders zeker rekening ware te houden. Bepaald onjuist is het als men zich buigt over de vorming van een college van burgemeester en wethouders de poUtieke kleur van de burgemeester buiten beschouwing te laten.

De wethouders

Tot voor een vrij beperkt aantal jaren kon van de benoeming van wethouders in het algemeen worden gezegd, dat de raad het eerst keek naar een zo redelijk mogelijke politieke vertegenwoordiging van de raadsfracties in het college van burgemeester en wethouders. Vrijwel onmiddellijk in het verlengde daarvan lag de opvatting, dat slechts die raadsleden tot wethouder moesten worden benoemd, die over bestuurlijke capaciteiten en deskundigheid beschikten. Dat de fracties in de raad elk voor zich goed in de gaten hielden dat zij zelf niet ondergewaardeerd en andere fracties niet overgewaardeerd werden, is duidelijk - en beslist niet verwerpelijk-, waarbij echter gesteld moet worden dat de zwaarte van sommige wethoudersportefeuilles zeker in de beschouwingen werd betrokken.

Toen politisering en polarisatie hun intrede deden, veranderde er op dit stuk nogal het een en ander. Gevoeglijk durf ik te stellen, dat honger naar macht de begrippen bestuursbekwaamheid en deskundigheid deden vervagen en dat in veel gevallen slechts werd gewerkt met het begrip politieke vertegenwoordiging en dan nog wel zo te verstaan, dat wie — al of niet in samenwerking met en tegelijk met uitsluiting van anderen - de macht kon grijpen dat ook deed door alle beschikbare wethouderszetels voor zich te claimen.

Wethouders vormen samen met de burgemeester het dagelijks bestuursorgaan van de gemeente, het college van burgemeester en wethouders. Alleen optredend vormen zij slechts onderdeel daarvan en missen zij besUssingsbevoegdheid. In de grote steden echter kan de werkwijze van het college van burgemeester en wethouders zodanig zijn, dat wethouders namens het college van burgemeester en wethouders beslissingen nemen. Deze beslissingen worden dan geacht te zijn beslissingen van het college van burgemeester en wethouders en binden dat college dan ook.

In kleinere gemeenten is er dikwijls binnen het college van burgemeester en wethouders

eveneens een taakverdeling tot stand gebracht (de zgn. portefeuilleverdeling), doch wordt in de regel niet de figuur aangetroffen dat wethouders individueel namens het college van burgemeester en wethouders besUssingen nemen. Daar worden de wethouders meer gezien als de eerst verantwoordelijken voor de onderscheidene sectoren van beleid van het college van burgemeester en wethouders en dat college neemt dan ook als orgaan de vereiste beslissingen.

Hieruit moge wel worden geconcludeerd, dat wethouders zeer bepaald belangrijke personen zijn en dat met zorg en verantwoordelijkheidsgevoel tot de benoeming ervan moet worden gekomen. Aan deze benoeming mag niet licht worden getild.

Komt het wethouderschap op iemand af - en dit geldt ook voor een SGP-er! ! ! - dan zal hij zich daarvan niet zonder meer kunnen distantiëren en zal hij gegronde motieven moeten kunnen aanvoeren om een dergelijke benoeming van zich af te werpen.

Verschillende typen van colleges van burgemeester en wethouders

In het navolgende zal aandacht worden besteed aan de verschillende typen van colleges van

burgemeester en wethouders. Wij zullen voorbij gaan aan de typen die alleen theoretische betekenis hebben en ons bepalen tot

— afspiegelingscolleges, waarin de onderscheidene raadsfracties met inachtneming van de verkiezingsuitslag zo evenredig mogelijk zijn vertegenwoordigd

— meerderheidscolleges, bestaande uit vertegenwoordigers van die raadsfracties, die bij de verkiezingen samen een absolute meerderheid hebben verkregen

— programcolleges, bestaande uit vertegenwoordigers van die raadsfracties, die elkaar vóór of na de verkiezingen op een bepaald program hebben vastgelegd.

Afspiegelingscolleges

De vorming van een afspiegelingscollege, waarin de krachtsverhoudingen binnen de raad zo goed mogelijk tot hun recht komen, heeft in de kringen der SGP steeds voorkeur gehad. Heden ten dage wordt wel getracht bij de onderhandelingen over de vorming van een dergelijk college daaraan een program te verbinden. Uiterste voorzichtigheid is daarbij zeker geboden en afwijzing van een program is raadzaam indien de naleving ervan dwingend wordt voorgeschreven en het element bevat of kan bevatten, die een SGP-er krachtens zijn politieke uitgangsstelling niet kan onderschrijven. Denkbaar is echter, dat een dergelijk program een SGP-er niet verhindert deel te hebben aan het college van burgemeester en wethouders, in welk geval zo lang mogelijk constructief meedenken aan te bevelen is. Voorzover de ruimte daarvoor aanwezig is, moet aan de bezetting van een wethouderzetel door een SGP-er zo lang mogelijk worden vastgehouden. Bepalend is daarbij niet uitsluitend het kunnen onderschrijven van het program, maar tevens de vrijheid om naar eis van het beginsel te kunnen handelen.

Afspiegelingscolleges komen echter doorgaans tot stand zonder dat van een program sprake is. Ik beveel SGP-ers aan daarover mee te denken en te spreken totdat dit onverhoopt niet meer kan (bijv. indien het in de totaUteit bezien om volstrekt niet acceptabele overige toekomstige wethouders gaat). In principe moet een SGP-er dagelijkse bestuursverantwoordelijkheid willen dragen, doch hij moet zich te allen tijde de vrijheid van een eigen, desnoods afwijkende, mening voorbehouden, evenals het recht die als minderheidsstandpunt naar voren te brengen. Het is namelijk geen kunst moord en brand te schreeuwen over alles dat verkeerd gaat; als zich de gelegenheid opent om als SGP-wethouder bijsturend op te treden, moet die gelegenheid niet ongemotiveerd ongebruikt worden gelaten.

Meerderheidscolleges

Meerderheidscolleges worden in de regel gevormd door en uit die fracties, die in de politiek meestal nauw samenwerken en bij de verkiezingen samen de meerderheid behaalden. Zij leveren dan exclusief de wethouders.

De vorming van een meerderheidscollege kan totstandkomen:

— zonder afspraken

— met afspraken na de verkiezingen

— met afspraken vóór de verkiezingen

Omdat we met de twee laatstgenoemde mogelijkheden in feite bij het programcollege belanden en daaraan in het navolgende een afzonderlijk onderdeel wordt gewijd, zal ik mij voor wat de meerderheidscolleges betreft hier beperken tot het meerderheidscollege zonder afspraken.

Indien bij de onderhandelingen over de vorming van een meerderheidscollege de SGP tot de uitgenodigde partijen behoort, dient de uitnodiging niet bij voorbaat te worden afgeslagen. Wanneer bij de onderhandelingen blijkt, dat van in persoonlijk opzicht absoluut onacceptabele mede-kandidaat-wethouders geen sprake is en een mogelijke SGP-wethouder zijn vrijheid als SGP-er behoudt, dan is deelneming in een meerderheidscollege zonder afspraken zeker te overwegen. (Zie ook de slotzin van het voorgaande onderdeel.)

Programcolleges

Zoals reeds geschreven is, komen programcolleges tot stand met afspraken na de verkiezingen of vóór de verkiezingen en worden zij in stand gehouden door die partijen, die elkaar op een bepaald program hebben gevonden en vastgepind. Soms wordt een dergelijk college slechts gedragen door één partij, die bij de verkiezingen de meerderheid heeft behaald.

Ik ben geen voorstander van dit soort colleges, om de eenvoudige reden dat zij de eigenschap hebben de minderheid van de raad permanent buiten spel te zetten en daarmede de verfoeilijke polarisatie in de hand te werken. Eerlijk gezegd zie ik ook niet, dat hetzij vóór hetzij na de verkiezingen de SGP aan de totstandkoming van een gemeenschappelijk program kan

meewerken, dat zij zelf volledig onderschrijft en dat ook door één of meer andere politieke partijen volledig wordt onderschreven. Als dat zou kunnen, zou het program van de SGP de flexibiliteit bezitten, die wij andere partijen vaak verwijten en van beginselloosheid of op zijn minst van beginselonvastheid blijk geven.

Voorkeur

Met inachtneming van mijn opvatting, dat de SGP in volle omvang aan het politieke bedrijf deelneemt en zichzelf niet bij voorbaat buiten spel dient te zetten als het om de vorming van het college van burgemeester en wethouders gaat, zie ik bepaald mogelijkheden om tot de benoeming van SGP-wethouders te geraken. Voorkeur daarbij heeft een afspiegelingscollege zonder afspraken; tevens kan worden overwogen deel te hebben aan een afspiegelingscollege met een program (in hoofdlijnen). Deelneming aan een meerderheidscollege zonder afspraken is eveneens goed denkbaar. Een programcollege als omschreven wordt afgewezen.

Het voorgaande wordt neergeschreven met daarbij de duidelijke beperking, dat geen onvoorwaardelijke onderwerping aan een gemeenschappelijk program of afspraken plaatsvindt en dat de vrijheid wordt gewaarborgd dat de eigen mening onder alle omstandigheden kan worden beleden of zelfs als minderheidsstandpunt kan worden uitgedragen.

Overige beperkingen

Uit het hiervoor neergeschrevene is wel komen vast te staan, dat in het geval van deelnemen van de SGP in de vorming van een college van burgemeester en wethouders er sprake is van een bepaalde vorm van samenwerking. Dat kan ook niet anders, want per slot van rekening moet er toch een dagelijks bestuur van de gemeente worden geformeerd en moet er toch worden geregeerd. Deelneming van de SGP moet echter niet ten koste van alles gaan en samenwerking met andere partijen is niet onder alle omstandigheden mogelijk. Offers aan de principiële uitgangspunten zullen nooit en te nimmer mogen worden gebracht.

Het door de SGP niet tonen van de bereidheid tot samenwerking met andere partijen, leidt gevoeglijk tot de opvatting dat de SGP niet de bereidheid tot het mede dragen van bestuursverantwoordelijkheid heeft of deze bereidheid slechts dan heeft als zij zelf de meerderheid vormt. Laat de SGP zich toch opstellen als een reële politieke partij met een duidelijk principieel gezicht en de bereidheid tonend de schouders onder het dagelijks bestuur der gemeente te zetten! Maar zoals gezegd, niet ten koste van alles. Destructieve partijen, waarmede ik in grote lijnen bedoel aan te duiden die partijen die een duidelijk ondermijnend karakter tonen ten opzichte van het gezag of de maatschappij of anti-godsdienstig zijn, komen in mijn opvatting voor de bedoelde samenwerking niet in aanmerking. Welke die partijen zijn, kan men in de gemeenten waarin straks de wethoudersverkiezingen aan de orde zijn het best beoordelen. De personen die aan deze partijen gestalte geven, vormen voor de beoordeling van het karakter van deze partijen veelal een goede graadmeter.

De SGP moet serieus worden genomen

Wanneer de SGP niet bereid is wethouders te leveren in situaties waarin zij niet de meerderheid bezit en dat doet omdat de partijen die de overige wethouders leveren niet dezelfde grondslag hebben als de SGP, maakt de SGP zich tot een ongeloofwaardige deelneemster aan het politieke bedrijf. Voorzover mij bekend is er slechts één gemeente in ons land, waarin de SGP in de raad een meerderheid heeft en het zou dan die gemeente moeten zijn, die de enige SGP-wethouders in Nederland oplevert. Nog afgezien van het feit, dat de SGP in die gemeente slechts één wethouder levert en de andere wethouderszetel doet bezetten door de minderheid van de raad, wordt deze veronderstelling gelukkig ook al gelogenstraft door het feit dat er in ons land tientallen SGP-wethouders zijn. Het kan dus blijkbaar wel!

Het levert geen strijd op met ons gemeenteprogram als wij in bepaalde situaties trachten wethouderszetels te bezetten. Integendeel, wij zijn dan bezig met de beginselen van Gods Woord op staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen in de gemeente. Evenzeer zijn wij dan bezig met de handhaving en de doorwerking van de SGP-beginselen. (Zie artikel 1, lid 2, van het SGP-gemeenteprogram.)

Wij komen evenmin in conflict met artikel 1, lid 1, van het SGP-gemeenteprogram, dat zegt dat de SGP streeft naar een bestuur van de gemeente geheel op de grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods en mitsdien staat voor de handhaving van het onverkorte artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Dat zij en blijve immer ons streven, doch wij moeten er van uitgaan dat dit streven ons onder alle omstandigheden en in allerlei situaties voor ogen dient te staan en niet alleen dan als wij de heerschappij op het gemeentelijke poUtieke vlak bezitten.

Als ten slotte artikel 2, lid 2, van het SGP-gemeenteprogram ons nog voorhoudt, dat bij de vorming van het college van burgemeester en wethouders het bepaalde in artikel 1, eerste en tweede lid, van het SGP-gemeenteprogram zoveel mogelijk wordt nagestreefd, dan zou ik dit aldus willen verstaan:

Met alle kracht die in ons is, met geheel ons vermogen en met geheel ons verstand, dienen wij ons er voor in te zetten, dat de SGP-beginselen worden gehandhaafd en doorwerken; de bezetting van wethouderszetels door SGP-ers kan daaraan zeker dienstbaar zijn. Het is een van werkelijkheidszin getuigende manier van streven naar een bestuur der gemeente overeenkomstig Gods Woord. Binnen dat kader past grote terughoudendheid bij het ontlopen van verantwoordelijkheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978

Zicht | 48 Pagina's

DE VORMING VAN EEN COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978

Zicht | 48 Pagina's