Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UITLEIDING UIT DE MARXISTISCHE ECONOMIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UITLEIDING UIT DE MARXISTISCHE ECONOMIE

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

boekbespreking door P. Mulder

Er zijn heel wat boeken die een inleiding willen geven in een wetenschap, tak van wetenschap of de gedachtenwereld van een denker. Zo zijn er diverse titels te noemen die in willen leiden in de denkwereld van Marx, de economie van Marx, idem van het marxisme enz. Ditmaal gaat het echter over een uitleiding. En ik denk dat prof. Van Doorn inderdaad bedoeld heeft eens en voor goed uit te leiden uit, c.q. af te rekenen met de marxistische economie. , , Zijn boekje is goed geschreven, systematisch, goed geargumenteerd", zo oordeelt zijn collega, professor Pen, in ESB.

Wetenschappelijk

Van Doorns kritiek op de marxistische economie is alomvattend en fundamenteel. Zo maakt hij duidelijk met diverse citaten en bewijzen dat de marxistische theorie in het geheel niet wetenschappelijk is. Dit is te schrijnender daar Marx en marxisten veelal pretenderen niet alleen wetenschappelijk te werk te gaan, maar ook de wetenschap te etaleren. , , Onthullend is dat Marx in het laatste hoofdstuk van het laatste deel van Das Kapital eindelijk eens serieus wilde ingaan op het difmiëren van de maatschappelijke klassen (Zoals bekend, één van de kernbegrippen van zijn theorie). Na anderhalve bladzijde breekt echter het manuscript af'. (16)

De hoeksteen van Marx' economie vormt de arbeidswaardeleer: de prijzen der produkten verhouden zich als de hoeveelheden arbeidsuren die aan elk ervan besteed zijn. Het belang van de faktor kapitaal wordt weggeredeneerd. Echter: in deel 3 van Das Kapital geeft Marx toe dat in de praktijk de hoeveelheid meerwaarde (winst) per arbeidsuur afhankelijk is van de hoeveelheid kapitaal per arbeider.

Met dit toe te geven haalt Marx allereerst zijn eigen arbeidswaardetheorie volledig onderuit, en geeft vervolgens impliciet toe dat winst niet alleen verkregen wordt door uitbuiting van de arbeider, maar juist (ook) door het gebruik van de faktor kapitaal.

De marxist Mandel gaat gelukkig wetenschappelijker te werk: „Als de waarde van de produkten alleen door arbeid geschapen wordt, is de gecumuleerde arbeidswaardequote gelijk aan 100% en als deze quote 100% is, dan is de geïncorporeerde hoeveelheid arbeid de enige relevante eigenschap die de ruilwaarde der waren bepaalt". De redenering van Mandel is inderdaad wetenschappelijk in de zin van innerlijk consistent. We kunnen zijn verhaal echter ook een tautologie noemen, zoals Van Doorn doet. (27)

Ook Engels wordt in dit verband aangehaald. , , Het communisme is geen doctrine, maar een beweging; het gaat niet van beginselen uit maar van feiten. De communisten gaan niet uit van deze of gene filosofie, maar van de gehele achter ons liggende geschiedenis en speciaal van haar huidige feitelijke resultaten in de geciviliseerde landen . . . Voor zover het communisme theoretisch is, is het de theoretische uitdrukking van de plaats van het proletariaat in de

strijd en de theoretische samenvatting van de voorwaarde voor de bevrijding van het proletariaat". (61) Van Doorn vervolgt dan met enkele vragen te stellen; „Is het uitgaan van de zogenaamde feiten geen filosofisch beginsel; is er geen behoefte aan een filosofische interpretatie van de zin der geschiedenis; is een theoretische visie op de taak en de toekomst van het proletariaat iets anders dan een sociale filosofie die berust op een willekeurige selectie der feiten? " (62).

Je zou Van Doorn hier kunnen verwijten dat het achteraf gemakkelijk kritiek leveren is en dat de manier van wetenschap beoefenen in een eeuw tijds wel wat veranderd is. Evenwel: Van Doorn kritiseert niet alleen Marx en Engels, maar ook hedendaagse (neo-)marxisten als Mandel (zie boven) en Marcuse. Belangrijker is echter, dat Marx ook reeds door zijn tijdgenoten niet als econoom van formaat werd erkend. , , Enerzijds was dit te wijten aan zijn primitieve arbeidswaardetheorie, die rond 1870 reeds als sterk verouderd werd beschouwd, en anderzijds aan zijn arrogantie en tactloosheid". (64) Marx schold zijn vakgenoten uit voor speeksellikkers van het kapitalisme, knoeiers en dwergeconomen. Natuurlijk moeten we een dergelijke benadering in het licht van die tijd bezien. Zoals we Marx evenmin kunnen verwijten, dat hij niet voorzien heeft dat , , de 20e eeuw zou volgen op de 19e" (67), waarmee

gezegd wil zijn dat hij de geweldige technologische en economische vooruitgang van deze eeuw niet heeft ingecalculeerd. Deze vooruitziende blik bezaten de meeste liberale economen van die tijd ook niet.

Toch geldt hier niet als excuus dat grote mannen in hun tijd vrijwel nooit begrepen zijn. Want zijn arbeidswaardetheorie was in die tijd reeds voldoende aangevochten, nota bene door Marx zelf ook. En toch bouwt hij zijn gehele economische theorie op deze leer, zoals boven weergegeven.

Verelendung

Inmiddels heeft de klassiek marxistische klacht , , tot het merg wordt d' arme uitgezogen" plaats moeten maken voor de neo-marxistische klaagzang dat de arbeider thans wordt volgestopt met allerlei overbodige en zelfs schadelijke goederen, zoals Marcuse oppert.

„Toen de marxisten niet konden volhouden dat onder het kapitalisme de arbeiders verpauperden zoals Marx beweerd had, trokken zij zich terug op de tweede verdedigingslinie, de 'relative Verelendung' (achterblijven van de reële loonstijging bij de welvaartsstijging der kapitalisten). Toen ook deze stelling statistisch niet te houden bleek, moest men wel terugvallen op de leer van de vervreemding: toen de arbeiders zich zichtbaar beter begonnen thuis te voelen onder het kapitalisme, schoot er niets anders over dan te beweren dat zij het slachtoffer waren geworden van een volledig vals bewustzijn.

Uit dit alles blijkt dat de (neo-)marxisten altijd in een of andere zin gelijk hebben omdat zij over het monopolie van het ware bewustzijn beschikken”. (39)

Van Doorn voert diverse bewijzen aan waaruit blijkt dat marxisten in hun dogmatische stellingname het gelijk altijd aan hun kant plaatsen. Zo stelt Mandel in 1974 (!)dat ai het handelen van een kapitalist onproduktief is, zelfs ook zijn consumptieve bestedingen! Een ander voorbeeld: „Onder het kapitalisme wordt de accumulatie als uitbuiting van de arbeidersmassa gebrandmerkt, onder het socialisme is ontbering ter wille van de accumulatie een sociale daad waar de arbeiders trots op mogen en zelfs moeten zijn . . . Onder het kapitalisme is loonsverhoging een poging tot omkoping van de arbeiders, onder het socialisme is loonsverhoging een bewijs van superioriteit van het socialistisch systeem”. (41)

Revolutie

Marx' theorie is vooral een voorspelling van die dingen die noodwendig in de geschiedenis van wereld en mensheid zich moeten afspelen. , , ln zekere zin is de belofte van de communistische heilstaat een „wissel op de eeuwigheid". Men ziet het communisme aan de horizon, maar het blijft onbereikbaar (in Rusland bijvoorbeeld). In de nog-niet-marxistische landen blijkt desondanks dat de marxistische agitatoren erg veel haast hebben met de revolutie. Zij zijn altijd gaarne bereid de ijzeren wetten der wereldgeschiedenis een handje te helpen dus de ineenstorting van het kapitalisme te bevorderen - door het organiseren van werkstakingen e.d. De marxisten zijn profeten die zelf hun uiterste best doen om dit deel van hun

profetieën in vervulling te doen gaan”. (6)

Een gedeelte van een interview in 1977 met een werknemer op de ADM-werf spreekt in dit verband duidelijke taal.

„Het marxisme geeft de revolutionair een wetenschappelijke vrijbrief voor het gebruik van geweld. Sterker nog: een politieke moord ter bevrijding van het proletariaat is geen misdaad maar juist een weldaad ... In het progressief jargon is het onderscheid van Lenin tussen onderdrukkend en bevrijdend geweld van fundamentele betekenis". (10) Een ethische fundering voor deze opstelling van het communisme wordt volgens het Communistisch Manifest gevonden in het feit dat de meerderheid het wil, of althans, dat de revolutie in het belang is van de overgrote meerderheid.

enzovoort, enzovoort . . .

Van Doorn veroordeelt het marxisme in alle opzichten; we gaven slechts enkele impressies weer. Het marxisme begrijpt de economische en sociale werkelijkheid van onze maatschappij niet, het geeft daarvan verkeerde voorstellingen, de historische ontwikkeling wordt door de marxisten niet verklaard en waar het marxisme aan de macht is, grijpt het naar de terreur om de eigen bevolking te onderdrukken. Het verafgoodt de partij; marxistische regimes vormen een gevaar voor andere landen. Het marxisme is een atheïstische leer. Het is immoreel en huiveringwekkend.

Onwillekeurig komt de vraag boven drijven: hoe komt het toch dat het marxisme op zoveel mensen zo'n aantrekkingskracht uitoefent? Van Doorn meent, dat dit komt doordat het marxisme een pseudo-religie is. Vooral in tijden van teleurstellende vooruitgang hebben de mensen daar behoefte aan. Daar komt bij dat sommige mensen behoefte hebben aan een duidelijk aanwijsbare vijand en veroorzaker van alle misere. Nu, Marx wijst de vijand wel aan. Ook geeft het marxisme aan de armen het vooruitzicht dat ze straks de machtigen zullen zijn en intellectuelen krijgen dan de kans hun progressief leidersschap ten uitvoer te brengen. Het lijkt me goed nog even stil te staan, bij het feit dat Marx' leer niet slechts een economische theorie is, maar veel meer: een alomvattende pseudo-religie.

Autonome mens

In zijn dissertatie heeft de toen nog zeer jonge Marx al gesteld dat „de filosofie alle hemelse en aardse goden verwerpt, die niet erkennen dat het menselijke bewustzijn de hoogste godheid is". (72) De voornaamste opgave van de filosofie is volgens Marx de overwinning van de religie. Deze is naar zijn oordeel namelijk de wortel van alle vervreemding en dus uiteindelijk van alle kwaad in de wereld. (Men leze in dit verband ook Solzjenitsyn).

Waar deze „tot god verheffing" van de mens toe leidt, kunnen we bij Lenin lezen: „Wij hebben een nieuwe code. Ons humanisme is absoluut, want gebaseerd op het glorierijke

ideaal van de afschaffing van tirannie en onderdrukking. Alles is ons geoorloofd, want wij zijn de eersten ter wereld die het zwaard trekken niet ten behoeve van slavernij en onderdrukking, maar voor de zaak van vrijheid en bevrijding uit de slavernij". (85) Boven is er reeds op gewezen dat in deze gedachtengang het doel alle middelen heiligt!

Tenslotte

Wie dit boekje van Van Doorn leest, zal met mij concluderen dat enerzijds het marxisme in zijn wortels blootgelegd en veroordeeld wordt. Maar anderzijds toch ook niet aan de indruk kunnen ontkom'en dat het marxisme veel weg heeft van iets demonisch. Nog één citaat: „De drie staatsmachten de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht - moeten worden gebundeld in één hand, die van de almachtige partij, die zichzelf tot god heeft gemaakt. Onder het marxisme begint de deïficatie van de mens bij de deïficatie van de partij, waardoor (en dat vormt de grote tragiek enerzijds, maar het demonische anderzijds, denk ik P.M.) het proletariaat tot onmondigheid en onvrijheid is gedoemd. Dit is in notedop de dialectiek van de bevrijding uit de kapitalistische slavernij en onderdrukking door de socialistische dictatuur van het proletariaat gedurende de overgangsperiode van onbeperkte duur”. (88)

Van Doorn neemt duidelijk en krachtig, geargumenteerd en op niveau stelling. Eén nadeel kon echter wel eens aan dit boekje kleven: misschien zegt het de waarheid te nadrukkelijk. En het is immers zo onder ons mensen dat wij een (te) sterk benadrukte waarheid (ook weer) niet geloven. Laat deze tragiek onder ons echter niet aan dit boekje te beurt vallen. Daarvoor is de analyse te knap en het onderwerp te ernstig!

n.a.v.: Prof. dr. A. van Doorn, Uitleiding uit de marxistische economie, 1978, 108 pag., ing., f 15, - , uitgave Stenfort Kroese, Leiden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1979

Zicht | 40 Pagina's

UITLEIDING UIT DE MARXISTISCHE ECONOMIE

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1979

Zicht | 40 Pagina's