Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De toekomstvisie bij het communisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De toekomstvisie bij het communisme

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door drs. ƒ.ƒ. Verboom*

Heilloze weg naar de heilstaat

Wanneer Marx de inleiding van drs. J.J. Tigchelaar kon lezen, zou zeer ontstemd zijn. Hij een utopistisch toekomstideaal? ! Zijn leven lang heeft hij zich fel gekeerd tegen de utopisch socialisten met hun ideale toekomst. Een toekomst die nergens op gebaseerd was, behalve op eigen fantasie. Marx deed het anders, betrouwbaar, wetenschappelijk.

Op grond van een diepgaande studie en analyse van de ontwikkeling van de samenleving had hij het wetmatig verloop van de geschiedenis doorgrond. Via verschillende stadia die de geschiedenis doorlopen had en nog moest doorlopen, zou de mensheid terecht komen in een heilstaat, waarin ieder mens weer waar mens is en als mens behandeld wordt. Een toekomstbeeld dat miljoenen in de afgelopen anderhalve eeuw heeft geïnspireerd en in beweging gebracht. Een beeld dat sinds enkele maanden door vrijwel iedereen wordt verguisd.

MARX

K. Marx werd op 5 mei 1818 in Duitsland geboren. Tijdens zijn studie filosofie in Berlijn werd hij een links-liberaal die zich inzette voor de doorwerking van de denkbeelden van de Verlichting in het conservatieve Duitsland.

Na zijn studie werd hij journalist bij de Rheinische Zeitung. In Rheinland kwam hij in aanraking met de ellende en armoede van de kleine boeren en de arbeiders aan het begin van de industrialisering. In Parijs en later Londen maakte hij de ellende van de arbeiders nog veel sterker mee. Onder de invloed daarvan ontwikkelde hij zich van links-liberaal tot communist.

In het Communistisch Manifest, en nog sterker in zijn hoofdwerk Het Kapitaal, legt Marx zijn visie op de samenleving, zijn levensbeschouwing neer. Op enkele aspecten daarvan wil ik nader ingaan.

MATERIALISME

De Duitse filosofie in de negentiende eeuw stond sterk onder invloed van het Idealisme. Idealisme staat hier tegenover materialisme. Het gaat ervan uit dat de wereldgeschiedenis wordt gevormd door begrippen. Voor liberalen is het de idee van de 'vrijheid' die zich in de geschiedenis ontplooit. Bij Groen van Prinsterer zien wij hoe geloof en ongeloof de drijfveren zijn van het menselijk handelen.

Na zijn kennismaking met de diepe ellende en armoede keert Marx zich fel tegen dit idealisme. Het zijn niet 'begrippen' die het handelen van mensen bepalen, maar hun materiële situatie. Bij Marx wordt heel de geschiedenis bepaald door de economie. Op de economie (als onderbouw) zijn alle andere maatschappelijke aspecten, zoals het recht, de sociologie, de politiek, de filosofie enzovoorts (bovenbouw) gegrond.

Als pure materialist is Marx ook atheïst. Er is geen andere werkelijkheid dan de aardse werkelijkheid hier en nu. Godsdienst noemt Marx opium van het volk. In navolging van de filosoof Feuerbach ziet hij godsdienst louter als iets dat de mens zelf schept. De mens in nood heeft troost, zekerheid, uitzicht nodig en 'schepf daarom zelf een god en een hemel. Godsdienst leidt de mensen af van de werkelijke situatie; het weerhoudt de mens om hier op aarde in verzet te komen tegen onrechtvaardige situaties.

DIALECTIEK EN KLASSENSTRIJD

Onder invloed van de filosofie van Hegel ziet ook Marx de geschiedenis door

de dialectiek voortgestuwd. Dialectiek wil zeggen: beweging via tegenstellingen van these, anti-these, waarna een synthese wordt bereikt. Er is een situatie (these); die situatie roept tegenkrachten op die met de oorspronkelijke situatie botsen (anti-these). Als resultaat ontstaat er een nieuwe, betere situatie (synthese). Als voorbeeld van dialectiek kunnen wij een woestijn nemen. Oorspronkelijk groeit daar niets (these). Dan komt de mens. In confrontatie met het onvruchtbare land zal hij proberen om de aarde te irrigeren, vruchtbaar en bewoonbaar te maken (anti-these). Resultaat is dat er een stuk cultuurland ontstaat, waarop produkten geteeld kunnen worden en mensen kunnen wonen (synthese).

In tegenstelling tot Hegel ziet Marx de geschiedenis somber in. De dialectiek van de geschiedenis gaat niet van goed naar beter, maar van kwaad tot erger. In Marx' dialectische geschiedfilosofie spelen klassen en klassenstrijd een belangrijke rol. Klassen zijn groepen mensen die op grond van hun positie in het produktieproces gemeenschappelijke economische, sociale en politieke belangen hebben.

Oorspronkelijk waren er geen klassen. De mens functioneerde in de samenleving als mens en werd als zodanig door anderen behandeld. In de geschiedenis is de mens van het 'mens-zijn' vervreemd. Hij wordt niet meer als mens, maar als economische grootheid beschouwd, en zo ervaart hij het zelf ook. Hij is arbeider die zijn arbeidskracht verkoopt en zijn waarde ontleent aan zijn produktiviteit, of hij behoort tot de bezittende klasse en ontleent zijn status aan zijn eigendom. Afhankelijk van het produktieproces ontstaan nieuwe klassen in de samenleving. In de Middeleeuwen met een grotendeels agrarisch produktiesysteem, waren het de feodale adel tegenover de kleine boeren en lijfeigenen. In de nieuwe tijd veranderen door uitvindingen de produktiemiddelen. Als gevolg daarvan zien wij de opkomst van de burgerij, die volgens het dialectisch model botst met de adel. De maatschappij past zich aan de gewijzigde produktiemiddelen en economische verhoudingen aan en wordt van feodaal, burgerlijk. Na de industriële revolutie zijn wij volgens Marx in de voorlaatste, kapitalistische fase van de geschiedenis aangekomen. In deze periode zal door de economische ontwikkelingen de kloof in de samenleving steeds groter worden. Vanwege toenemende concurrentie zal zich een steeds grotere bedrijfsconcentratie en schaalvergroting voordoen. Door die concentratie en schaalvergroting zal de middenklasse in de samenleving steeds meer wegvallen. Er ontstaat een steeds kleiner wordende klasse van kapitalisten en een steeds groter wordende klase van proletariërs. Om winst te maken worden arbeiders steeds meer uitgebuit, totdat de maat vol is. Proletariërs zullen in opstand komen, het economisch-kapitalistische systeem zal ineenstorten, de heilstaat van een klassenloze maatschappij breekt aan.

STAAT EN HEILSTAAT

Voor Marx behoort de staat tot de bovenbouw, bepaald door de economische onderbouw. De staat is het middel van de heersende klasse die de produktiemiddelen in zijn bezit heeft. Via machtsmiddelen beschermt de heersende klasse zijn positie en via de wetgeving wordt die positie gelegitimeerd. Voor fundamentele verbeteringen is van de staat dan ook geen heil te verwachten. De stoot daartoe moet vanuit de maatschappij zelf, van uit de arbeidersklasse komen. In de crisis zullen zij naar de politieke macht moeten grijpen. Als dat gebeurd is, zal er in eerste instantie een 'dictatuur van het proletariaat' ontstaan. Deze dictatuur is een tussenfase in de verwezenlijking van de heilstaat. Proletariërs zullen op hun beurt de staat als middel gebruiken om aan alle burgerlijk-kapitalistische elementen in de samenleving een einde te maken. Het privé-bezit wordt afschaft, banken en handelsinstellingen komen in handen van de gemeenschap. Het verschil met de 'burgerlijke' dictatuur is, dat

het nu gaat om een dictatuur van de meerderheid over de minderheid. Wanneer aan alle burgerlijk-kapitalistische elementen een einde is gemaakt, zullen de klassen in de samenleving verdwijnen. Ieder mens is weer vrij en gelijk mens; de vervreemding is opgeheven. Mensen worden niet meer beoordeeld als economische produkten. De produktiemidddelen komen aan de gemeeschap, waardoor bezit en uitbuiting, rijkdom en armoede niet meer voorkomen. De staat als instrument van de heersende klasse zal dan ook vanzelf ophouden te bestaan.

COMMUNISME IN DE PRAKTIJK

Aan het einde van de negentiende eeuw zien wij in het communisme zich twee stromingen aftekenen. Enerzijds zijn er de 'orthodoxen' die vast blijven houden aan de leer van Marx, de communisten. Anderzijds zijn er de 'revisionisten', die de ideeën van Marx willen aanpassen aan de veranderende situatie in de praktijk. De ineenstorting van het kapitalistische stelsel kwam niet, de voorspelde 'Verelendung' bleef eveneens uit. In plaats van revolutie wilden de revisionisten de positie van de arbeiders geleidelijk verbeteren door middel van de parlementaire democratie. De revisionisten ontwikkelden zich tot de sociaal-democraten, waarover elders in dit blad geschreven is. Wanneer het gaat om communisme in de praktijk, volstaan wij met te verwijzen naar de Sovjet-Unie, waar het communisme het eerst aan de macht kwam en dat model heeft gestaan voor de meeste communistische partijen in de wereld, ook in Nederland. Wanneer wij naar het communisme in de Sovjet-Unie kijken, zien wij enkele belangrijke verschillen met de oorspronkelijke ideeën van Marx. Voor een deel zijn die verschillen te verklaren door het feit dat Rusland toen het communistisch werd (1917) geen kapitahstische maatschappij was, maar een overheersend agrarisch-feodaal systeem kende. In de eerste plaats zien wij de overheersende positie van de communistische partij in de samenleving. Met name Lenin zag de partij als een instrument van 'beroepsrevolutionairen' die de proletariërs moest leiden. Het was geen partij van de proletariërs, zoals Marx het bedoelde, maar een partij vóór de proletariërs. De communistische partijen zijn, waar die aan de macht zijn gekomen, puur een instrument geworden van onderdrukking van de bevolking. Een middel van de heersende 'klasse' om hun positie veilig te stellen en te rechtvaardigen. Miljoenen mensen zijn door die partij onschuldig omgebracht, verbannen, gevangen genomen. Een ander verschil is het grote vertrouwen in de staat die communistische partijen aan de dag leggen. In tegenstelling tot Marx die voor de staat slechts een rol zag weggelegd in de tussenfase van afschaffing van het kapitalistische stelsel naar de heilstaat, is voor het communisme in de praktijk de staat een struktureel gegeven geworden. De staat regelt en stuurt de samenleving in vrijwel alles.

BEOORDELING

Wanneer wij het communisme beoordelen, zullen wij een onderscheid moeten maken tussen de oorspronkelijke ideeën van Marx en het communisme zoals dat in de praktijk gegroeid is. Het communisme in de praktijk is geworden tot een onderdrukkend, dicatoriaal systeem, waarin mensen hun vrijheid en verantv/oordelijkheid kwijt raakten. De partij-elite verrijkte zichzelf ten koste van een verarmende bevolking. Wij hoeven daar verder weinig woorden aan vuil te maken.

Wat Marx zelf betreft, kunnen wij wat genuanceerder zijn. In ieder geval is het positief te waarderen dat hij zich het lot van de arbeiders heeft aangetrokken in een wereld waarin het laissez-faire-liberalisme hoogtij vierde. Een tijd waarin arbeiders werden uitgebuit, en kinderarbeid heel gewoon was. Vanuit christelijke kringen is daar wel enig verzet tegen geweest, bijvoorbeeld in het

Réveil, maar voor veel christenen was het nu eenmaal zo dat God ieder zijn plaats gegeven had. Marx heeft hiertegen zijn protest laten horen, waarbij we soms kunnen denken aan het protest van de Oud-Testamentische profeten tegen uitbuiting en onrecht dat de rijken de armen aandeden.

Het pure materialisme van Marx staat daarentegen lijnrecht tegenover de Bijbel. Godsdienst was voor Marx slechts gezichtsbedrog; het dienen van God is daarentegen in werkelijkheid de enige weg tot behoud.

Ondanks Marx' materialisme zijn er toch elementen in zijn visie die sterk aan het christendom herinneren. De Bijbel leert ons de zondeval, de verlossing door Jezus Christus en de nieuwe hemel en aarde die komen zullen. Bij Marx zien wij eveneens een zondeval van de mens door hebzucht, eigen bezit, waardoor de mens van zijn oorspronkelijke staat vervreemd is. De verlossing komt eveneens, waarna de heilstaat aanbreekt. Het is evenwel de mens die de verlossing zelf moet realiseren. De praktijk leert dat dit niet gelukt is en ook niet lukken zal.

Daarbij komen wij op het feit dat Marx de nadruk legt op het verkeerde van de strukturen en niet van de mens zelf. Het is de mens die in een bepaalde economische struktuur leeft. Door die structuur wordt hij gedwongen tot een bepaald gedrag, dat geldt voor zowel kapitalisten als proletariërs. Als de economische strukturen verdwenen zijn, zal de mens ook weer goedhandelen en de heilstaat aanbreken. De Bijbel leert daarentegen dat het kwaad in de mens zelf zit. De mens zelf is verantwoordelijk voor zijn daden; alleen door Gods genade kan er iets goeds tot stand komen.

De weg die volgens Marx leidt tot de heilstaat is een weg van klassenstrijd. Zonder te ontkennen dat er reële tegenstellingen bestaan en dat verzet tegen onrechtvaardige situaties op zijn plaats kan zijn, wijst de Bijbel een andere weg. Niet het conflict, dat vaak alleen maar tegenstellingen verhardt, maar verzoening met elkaar moet het streven zijn.

De weg die Marx en het communisme na hem wijst, is daarom uiteindelijk een doodlopende weg. De opheffing van enkele communistische partijen is dan ook een goede zaak; dat de overige dit goede voorbeeld spoedig mogen volgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1990

Zicht | 48 Pagina's

De toekomstvisie bij het communisme

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1990

Zicht | 48 Pagina's