Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jesaja’s klaaglied bij de nood der tijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jesaja’s klaaglied bij de nood der tijden

8 minuten leestijd

Ik zal de goedertierheden des Heere vermelden, de veelvoudigen lof des Heeren. (...) Maar zij zijn wederspanning geweest en hebben Zijn Heilige Geest smarten aangedaan. (...) Waar zijn Uw ijver en Uw mogendheden, het gerommel Uws ingewands en Uwer barmhartigheden? (Jes. 63 vers 7a, 10a en 15b)

De tijden die we in de politiek beleven zijn er voor de SGP niet eenvoudiger op geworden. In de Tweede Kamer moet de SGP met twee leden verder, plaatselijk lijkt het er steeds meer op of men de SGP gaat mijden. Veel is er wat ons in deze dagen grote zorgen baart als we zien op waar acht jaar paarse regering ons land heeft gebracht. Wie zou bij dit alles niet wenen.

De lofzang op Gods daden

De profeet Jesaja beleeft ook donkere dagen. Het zijn dagen die hem aanleiding geven om een klaaglied te dichten. God heeft ons dit klaaglied nagelaten op dat wij leren zouden hoe wij te handelen hebben in deze tijden. Wat zijn de omstandigheden waaronder dit klaaglied, wat we ook een gebed mogen noemen, is uitgesproken.

Het is de periode na de wegvoering van het volk Israël naar Ba-

door ds. A.A. Egas predikant van de christelijke gereformeerde kerk op Urk

bel. De tempel is verwoest en met vuur verbrand. Deze aangrijpende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden in het jaar 586 v. Chr. en doen de profeet uitroepen: "Uw heilige steden zijn een woestijn geworden, Sion is een woestijn geworden, Jeruzalem een verwoesting”.

En dan heft de profeet, als tolk van het volk, een klaaglied aan dat eindigt met een indringend gebed.

Aan het begin van dit klaaglied begint de profeet niet met zijn nood aan de Heere te klagen, maar hij begint met een lofzang op Gods grote daden. Hij gaat in de verzen 7 tot en met 9 van hoofdstuk 63 de heerlijkheid van God aanwijzen. Hij begint met God te verheerlijken. Hoor maar: "Ik zal de goedertierenheid des Meeren vermelden..." Hij begint dus niet te klagen, maar hij begint God te roemen en te prijzen.

Dat is ook hetgeen waartoe de profeet ons nu in de eerste plaats oproept, als wij zitten bij de puinhopen van ons volksbestaan, of als wij in de politiek steeds meer geconfronteerd worden met tegenstand. Als wij zien de godsverlating om ons heen. Dan zegt de profeet, met psalm 77 in vers 6: "Ik overdacht de dagen vanouds, de jaren der eeuwen" en in vers 12: "Ik zal de daden des Heeren gedenken, ja ik zal gedenken Uw wonderen van oudsher" Wij worden in de eerste plaats opgeroepen de Heere te verheerlijken door Zijn grote daden in herinnering te roepen.

En als we dan terugzien op die daden des Heeren in het verleden. Hoe wij als land gedompeld lagen in het heidendom. Maar dat Hij Zijn woord heeft gezonden door de zendelingen Willibrord en Bonifatius. Hoe hier een christelijke kerk mocht komen. Hoewel de kerk in verval geraakt is, heeft de Heere ons de Reformatie gegeven. Het werk van Luther en Calvijn mocht in ons land grote doorwerking krijgen. Wie denkt dan niet aan mannen als Guido de Brés en Petrus Datheen. Maar hoe mochten wij ook door 's Heeren hand verlost worden van de Spaanse overheersing en mocht de kerk opnieuw gegrondvest worden. Hoe hebben wij zijn Woord in een getrouwe overzetting gekregen, wie denkt daarbij niet aan het heerlijke werk van de Synode van Dordt.

Maar ook daarna heeft de Heere ons land niet verlaten. Ondanks verval en afval. Zijn we niet gezegend met getrouwe dienstknechten des Heeren in de Nadere Reformatie, mannen als Teellinck, Koelman, a Brakel, Van der Groe. Wie denkt dan ook niet aan het werk van de Heere in de Afscheiding, toen Hij ontdekte aan de geesteloosheid van de tijd, die ook de kerk was binnen gedrongen. Waarin de Heere aan mannen als Hendrik de Kok, Gezelle Meerburg en anderen weer een helder zicht gaf op de rechte leer naar Gods Woord, maar ook binnen de Vaderlandse Kerk predikers van vrije genade verwekte. Dan hebben wij ook nu de lof des Heeren te verkondigen. Uw grote daden te gedenken.

Schuldbelijdenis

De profeet vervolgt zijn klaaglied met de woorden uit hoofdstuk 63 vers 10 : "Maar zij zijn wederspannig geweest en zij hebben Zijn Heilige Geest smarten aangedaan." Deze ene zin, is typerend voor het hele leven van het volk des Heeren. Wederspannig geweest tegen den Heere. Dan kunnen we denken aan de tijd van de richteren, waarin een ieder deed wat goed was in zijn ogen. En dat is tekenend geweest voor het volksbestaan van Israël. En als wij nu zien op de toestand van ons volk, lopen er dan geen parallelle lijnen.

’Zijn we dan niet de laatste tijd oj^geschrik door allerlei verschrikkelijke ontwikkelingen 0^ ethisch terrein.’

Kunnen en moeten wij dan niet hetzelfde zeggen, want ook ons volk is wederspannig geweest en vraagt niet meer naar God en naar Zijn woord. Zijn we dan niet de laatste tijd opgeschrikt door allerlei verschrikkelijke ontwikkelingen op ethisch terrein^ We kunnen denken aan de wetgeving rond de abortus

- Toestemming om de abortuspil te gebruiken. Onlangs lazen we dat het aantal abortussen gestegen is met 5% tot over de 30.000 en dat het aantal nog steeds toeneemt, zeker nu een abortuspil mogelijk wordt.

- Maar dat niet alleen, ook de tijd waarin een abortus gepleegd mag worden tot na de 24 weken. Dat is een leeftijd waarop de vrucht reeds levensvatbaar is.

- Het mogelijk maken van het gebruik van deze foetussen, de ongeboren kinderen voor weten-

schappelijk onderzoek,

- Het verwijderen van euthanasie uit het Wetboek van strafrecht en het omdraaien van de bewijslast bij het plegen van euthanasie.

- Ja, zelfs aan kinderen tussen de twaalf en vijftien jaar om zelfstandig euthanasie te plegen, zelfs tegen de wil van de ouders in.

’Komt laat ons wederkeren tot den Heere, want Hij heeft verscheurd en Hij zal ons genezen. Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden.’

Voorts kunnen we noemen de v/et die aan homoseksuelen het recht geeft om te trouwen, hun verbintenis gelijk te stellen met het door God ingestelde huwelijk van man en vrouw.

Deze voorbeelden zouden met nog veel meer zaken zijn uit te breiden, zoals allerlei ontwikkelingen rond de zondag; de toenemende druk vanuit de 24uurseconomie, de verontrustende ontwikkelingen rondom de positie van gewetensbezwaarden inzake het zondagswerken; de nieuwe belastingwetgeving die niet meer uitgaat van een gezin, met de man als kostwirmer; allerlei maatregelen om het gezin te ontwrichten door kinderopvang al meer te subsidiëren, de deeltijdwet met zijn emancipatoire bedoelingen. De zorgelijke ont­ wikkelingen rondom de jeugd, de toenemende criminaliteit, de housemuziek, de duivelaanbidding, de toename van de gokverslaving. Als wij dit alles overzien, past ons dan ook niet de schuldbelijdenis:

“Heere, Wij zijn allen als een onreine, en al onze gerechtigheden als een wegvcerj^elijk kleed en wij allen vallen af als een blad en onze misdaden voeren ons weg als een wind”.

En dan wijst de profeet op de gevolgen van de zonden, van het volk, van hun goddeloosheid en godsverlating. Hierover lezen we in vers 5b: "Zie, Gij waart verbolgen, omdat wij gezondigd hebben. Heere wees niet zozeer verbolgen" (vers 9).

Maar ook in vers 7b "^ant Gij verbergt uw aangezicht voor ons, en Gij doet ons smelten door middel van onze ongerechtigheden.”

In het Hebreeuws krijgt het woord Gij, alle nadruk. De Heere is verbolgen over Zijn volk. De toorn des Heeren rust op ons. Hij verbergt Zijn aangezicht voor ons. En dat alles vanwege de zonden. Die zonden die scheiding maken tussen de Heere en Zijn volk, maar die ook Zijn toorn en grimmigheid opwekken. Ja, die Hem Zijn aangezicht doen verbergen. En wat is bitterder voor Zijn volk, dan dat de Heere verbolgen is en Zijn aangezicht verbergt voor Zijn kinderen. Wij geloven dat de Heere een twist heeft met ons vaderland

Gebed om genade

Maar nu ligt er tenslotte nog een derde les in dit klaaglied, dat ons nog moed geeft voor de toekomst: het gebed om genade. Jesaja pleit op de barmhartigheid van onze Vader: "Zie van de hemel af, aanschouw van Uw heilige en heerlijke woning. Waar is het ge rommel uws ingewands en Uwer barmhartigheid.”

Is dat niet de taal van iemand die zelf geen rechten meer heeft, die kan enkel pleiten op barmhartigheid en ontferming"? -En dan bedelt hij als een kind, vragend: "Heere, zult Gij U over deze dingen inhoudend Zoudt Gij stilzwijgen en ons zozeer bedrukkend" En dan horen wij hierin de hoop van de profeet: Gij zult niet laten varen het werk Uwer handen. Daar valt een sprankje hoop te beluisteren bij de profeet. Gij zult Uw kerk niet verlaten, hoe donker het ook is. Gij zult betonen ook in ons Vaderland, dat Gij de machtige Israels zijt, de Koning der koningen.

De oordelen Gods hangen laag over ons land en volk. De Heere heeft een twist met ons. Maar in dit klaaglied \A/ordt ons allen, die ons zo verbonden weten aan ons vaderland, de weg gewezen. De weg, waarin we in de eerste plaats des Heeren grote werken hebben te gedenken, die Hij in het verleden in ons vaderland gedaan heeft.

Ten tweede hebben we te belijden onze grote schuld voor Hem en tenslotte mogen we pleiten op Zijn onwankelbare trouw en liefde. Wanneer deze weg bewandeld mag worden, dan zal het waar worden wat de Heere heeft verkondigd door de mond van Hosea: "Komt laat ons wederkeren tot den Heere, want Hij heeft verscheurd en Hij zal ons genezen. Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden.”

Dan is er nog verwachting voor de kerk, voor het volk en voor de staat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2002

Zicht | 36 Pagina's

Jesaja’s klaaglied bij de nood der tijden

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2002

Zicht | 36 Pagina's