Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Moderne Papoea’s

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moderne Papoea’s

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met zijn boek Moderne Papoea 's - Dilemma's van een multiculturele samenleving beoogt Cliteur een juridisch-filosofische bijdrage te leveren aan de discussie rondom thema's die betrekking hebben op de multiculturele samenleving. Samengevat is zijn bijdrage te typeren als verhelderend en confronterend. Verhelderend, omdat hij duidelijk maakt dat een samenleving niet kan (voort)bestaan zonder universele waarden en normen.

WETENSCHAPPELIJK MEDEWERKER GUIDO DE BRÈS-STICHTING

Confronterend, omdat hij vindt dat de moraal geseculariseerd moet worden.

In Moderne Papoea's stelt Cliteur een aantal fundamentele vragen: Is een monocultuur in Nederland haalbaar? Zijn alle culturen gelijkwaardig? Kan godsdienst een grondslag zijn voor moraal? Mogen hoofddoekjes worden gedragen in het onderwijs en bij de rechterlijke macht? Past de doodstraf in de westerse beschaving? Het zijn allemaal vragen waarover in Nederland al veel gediscussieerd is.

Cliteur heeft de discussies die hierover door de politieke elite gevoerd zijn, aanschouwd en een aantal 'verkeerde' opvattingen waargenomen, zoals: 'tolerantie gaat hand in hand met een zeker relativisme', 'universele waarden en waarheden bestaan niet', of 'culturen zijn gelijkwaardig'. In Moderne Papoea's legt Cliteur het systeem bloot dat deze 'verkeerde' opvattingen vormt.

Universele en autonome moraal

De Italiaanse premier Berlusconi zei kort na te aanslagen op 11 september: 'We moeten ons bewust zijn van de superioriteit van onze beschaving, een systeem dat berust op welzijn, respect voor mensenrechten en respect voor religieuze rechten - iets wat je niet hebt in Islamitische landen.' Deze uitspraak ontlokte een storm van kritiek. Premier Kok zei dat hij zich niet thuis voelde bij een dergelijk superioriteitsdenken. Cliteur vindt dit een slecht argument. Het gaat er om of de stelling van Berlusconi waar is en niet of je je er bij thuis voelt. Je zegt toch ook niet dat je je niet thuis voelt bij de uitkomst van een staartdeling? Waarschijnlijk wilde men van Berlusconi horen dat alle culturen gelijkwaardig zijn. Cliteur moet van dit cultuurrelativisme niets hebben. In zijn ogen zijn er wel degelijk cultuuroverschrijdende normen die voor alle samenlevingen gelden. Cliteur is een universalist.

Deze cultuuroverschrijdende normen mogen volgens hem echter niet gebaseerd zijn op godsdienst. In de Nederlandse samenleving gelooft namelijk meer dan 50% niet in God en hebben dus ook geen boodschap aan het Woord van God.

De noodzakelijke cohesie om een samenleving te laten voortbestaan kan volgens Cliteur bereikt worden door de moraal los te koppelen van godsdienst. De moraal moet volgens hem geseculariseerd worden. Cliteur vraagt niet van christenen en moslims dat ze de interpretatie van de Bijbel en de koran moeten aanpassen aan de

moderne morele inzichten, maar de Bijbel en de koran moeten worden ontkoppeld van morele denkbeelden.

De moraal moet op eigen benen staan, autonoom zijn.

Volgens Cliteur is iets niet goed of kwaad omdat God het gebiedt of verbiedt, maar iets is goed of kwaad in zichzelf (en daarom verbiedt God het ook). Cliteur gaat dus uit van de autonome moraal.

Religieuze uitingen in overheidsdienst

Hoewel godsdienst en moraal ontkoppeld moeten worden, kan godsdienst volgens Cliteur wel om andere redenen van belang zijn. Godsdienst informeert ons over de zin van het leven. Daarom geniet godsdienst een speciale bescherming in de rechtsorde. In het openbare leven mogen mensen voor hun religieuze overtuiging uitkomen, maar dat mag volgens Cliteur niet wanneer men in overheidsdienst is. Als liberaalmulticulturalist vindt Cliteur dat er strenge eisen gesteld moeten worden aan onafhankelijkheid en neutraliteit in situaties waarin de overheid een monopolistische dienstverlening levert, zoals dat het geval is bij de politie en de rechterlijke macht.

Dus geen politieagenten met tulbanden en rechters met hoofddoekjes. De postmoderne multiculturalisten vinden dat respect voor andere culturen vereist dat dit wel moet kunnen. Cliteur vindt in de genoemde situaties intolerantie broodnodig.

Beoordeling

In de strijd tegen het postmoderne relativisme hebben we in Cliteur een bondgenoot. Net als christenen stelt Cliteur dat er universele normen zijn die voor alle mensen in alle landen gelden. Dat is een verademing om te horen in een tijd waarin het gelijkheidsdenken hoogtij viert en voor allerlei uitingen en gedragingen in ons publieke bestel ruimte moet zijn. Helaas is dit waarschijnlijk ook het enige punt waarop we Cliteur kunnen bijvallen. Verder is zijn boek zeer confronterend voor mensen die ervan overtuigd zijn dat het christelijk geloof niet alleen een plaats heeft in het privédomein, maar ook in het publieke domein.

In Moderne Papoea's komt duidelijk naar voren dat Cliteur atheist is. Godsdienst acht hij niet relevant voor de samenleving, alleen voor mensen die daar zelf in geloven. De nodige sociale cohesie in een samenleving zoekt hij in binding aan de grondwet en de klassieke vrijheidsrechten. Het zal duidelijk zijn dat hier een grote kloof ligt met de christelijke visie op de inrichting van de samenleving. In tegenstelling tot liberale en postmoderne multiculturalisten zoeken 'christen-multiculturalisten' de bron voor sociale cohesie in de Bijbel. Het wordt mij uit het boekje van Cliteur niet duidelijk waarom een atheïstische publieke religie wel voor de sociale cohesie in onze samenleving kan zorgen en de christelijke godsdienst niet.

De moraal heeft een basis nodig. Als die er niet is, is de moraal op zand gebaseerd. Volgens Cliteur is iets goed of kwaad in zichzelf. In de visie van christenen is er sprake van ingeschapen Godskennis, ieder mens heeft een ingeschapen besef van wat goed of kwaad is. Dit besef is echter veelal zo verduisterd of vaag geworden, dat we daar niet op kunnen bouwen. We kunnen dus niet bouwen op het besef van de mensen of iets goed of kwaad is, daarvoor is een bron buiten de mens nodig: de Bijbel. Treffend zij dr. ir. J. van der Graaf op het congres van het Platform Waarden en Normen: "Zonder de Tien Geboden komen we in de woestijn terecht. Wij mogen ons lieve vaderland niet aan de woestijn laten vervallen en niet aan de heidenen overleveren." Het zal duidelijk zijn dat er tussen christenen en Cliteur een niet te overbruggen kloof is over de plaats die de christelijke godsdienst verdient in de samenleving.

Naar aanleiding van:

Paul Cliteur, Moderne Papoea's - dilemma's van een multiculturele samenleving. De Arbeiderspers - Amsterdam, € 16, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 2003

Zicht | 48 Pagina's

Moderne Papoea’s

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 2003

Zicht | 48 Pagina's