Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. H.G. Abma: predikantpoliticus met visie en missie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. H.G. Abma: predikantpoliticus met visie en missie

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Biografie schetst eerlijk portret van SGP-voorman

Met ds. H.G. Abma. SGP-lid van de Tweede Kamer van 1963 tot en met 1981, trad de SGP een nieuwe fase binnen. De complexe moderne samenleving met tal van nieuwe uitdagingen en problemen vergde een meer op de praktische politiek gestoelde benadering. Ds. Abma was een politicus die in deze nieuwe fase vertrouwen moest verwerven in de eigen achterban, maar dat niet kreeg in de rechterflank. De jongste biografie' toont duidelijk de pijnlijke momenten uit deze episode.

Dr. K. van der Zwaag REDACTIELID VAN ZiCHT

De schrijver Henny van Dolder-de Wit heeft veel bronnenmateriaal gebruikt, waaronder de serie dagboeken die ds. Abma tot op de laatste avond van zijn leven bijhield. Ds G. Hette Abma typeert in het woord vooraf zijn vader als iemand die schuchter, zonder fanfare tewerk ging. "Tegelijk kan niet verborgen blijven dat deze zwijgzame man veel te zeggen had. Met tal van anderen heb ik hem gewaardeerd en bewonderd, temeer daar hij door zo velen - die zijn medestanders moesten zijn - is verguisd en gesmaad. Veelal is gesuggereerd dat dit kwam door zijn humor en zelfspot. Ongetwijfeld vereist zijn vaak als frivool getypeerd taalgebruik gevoel voor relativering. Misschien heeft het nog meer te maken met het feit dat hij weet te onderscheiden waar het echt op aankomt.”

Dikwijls was de vraag, zo schrijft de zoon, of bepaalde felgekleurde stukjes wel in het mozaïek van deze biografie pasten. "Aangezien niet de bedoeling voorzat een heiligenbeeld te geven, hebben we onbeschroomd de gruizelementen van kritiek een plek gegund. Wat mij betreft hoeft niets te worden weggemoffeld. Maar bij nader inzien leek het toch beter andere brokstukjes te verwijderen.”

Levensloop

Mevrouw Van Dolder begint met een uitvoerige beschrijving van de familiekroniek van de Abma's, aan de hand van tal van foto's. We richten ons in dit blad vooral op de politieke aspecten van deze biografie.

Nadat ds. Abma de hervormde gemeenten van Driesum, IJsselstein, Rotterdam-Delfshaven gediend heeft, volgt in Montfoort de eerste kennismaking met de politiek. Hij komt in Monster in meer persoonlijk contact met ds. P. Zandt, de toenmalige partijvoorzitter van de SGP. Op diens uitdrukkelijke voorspracik wordt hij dat jaar in het hoofdbestuur van de SGP gekozen.

De keus lijkt echter het begin van de moeilijkheden. De biograaf drukt twee meditaties af uit deze eerste periode, die door Abma zijn opgestuurd aan De Banier maar door de redactie niet worden geplaatst. Vanaf het eerste moment is er kennelijk een wereld van geestelijk verschil, schrijft Van Dolder. Ds. Abma schrijft in de gewraakte meditatie, dat het bedroevend is dat het ongeloof naar links en rechts in vrome en onvrome vormen hand over hand toeneemt. "In geraffineerde allergodzaligste vermommingen doet

zich het ongeloof voor om zijn weerzinwekkende triomfen te vieren." Schaamteloos wordt volgens hem door velen de totale onmacht om te geloven uitgesproken, "Ja met moeite kunnen we ons ontworstelen aan de gedachte dat hier of daar het ongeloof godvruchtiger geacht wordt dan het geloof.”

Als ds. Zandt op 4 maart 1951 overlijdt, neemt de 'tweede man' in de SGïJ burgemeester D. Kodde uit Zoutelande, het partijvoorzitterschap waar. Op 13 september 1961 kiest het hoofdbestuur ds. Abma als partijvoorzitter, wat hij na enkele dagen bedenktijd aanneemt. Tussentijds moet ds. Abma een moeizame strijd voeren bij het breed moderamen van de generale synode van de Hervormde Kerk om de rechten van een emerituspredikant te verkrijgen. Voor ds. Abma is het Kamerlidmaatschap zonder deze rechten onaanvaardbaar, omdat hij een politieke functie rechtstreeks ziet in het verlengde van het dienaarschap van Gods Woord.

Eerste partijrede

Ds. Abma houdt op 21 februari 1962 tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering van de SGP zijn eerste 'partijrede', getiteld "Tot welzijn van heel het volk". Als hij op 51 juli 1963 beëdigd wordt als lid van de Tweede Kamer, bestaat de SGP-fractie uit ir. C. N. van Dis sr. (Christelijk-Gereformeerd), D. Kodde (Gereformeerde Gemeenten) en ds. Abma.

In 1966 legt ds. Abma in een brochure met als titel Dominee in de politiek verantwoording af van zijn keuze om in de politiek te gaan. Het gebrek aan reactie roept bij hem bittere ervaringen op. In zijn dagboek schrijft hij: "Ik heb de indruk dat sommigen me als een melaatse beschouwen, onrein, onrein.”

Als ds. Abma in januari 1969 het hoofdredacteurschap van De Banier van ir. Van Dis overneemt, voert hij direct een reorganisatie in: er komt een redactiecommissie, bijgestaan door een groep medewerkers. Een jongere generatie rond het studieblad Onderling Kontakt pakt op een frisse en actuele manier tal van onderwerpen aan die de uitgave tot een succes maken.

Na een gevoelig stemmenverlies in 1967 bezint de partij zich op mogelijke oorzaken. De jongerengroep "Walcheren" peilt via een enquête de oorzaken van het stemmenverlies en komt tot de vaststelling dat maar liefst 90 procent van de ondervraagden te kennen geeft dat er inderdaad iets moet veranderen en dat het vraagstuk van het vrouwenkiesrecht is achterhaald. Bovendien beoordeelt 70 procent het gebruik van radiozendtijd als positief. Slechts 6 procent is tegen elke vorm van verandering.

Uitbarsting

Op de partijdag van februari 1969 komt het tot een uitbarsting. Er is grote kritiek op het rapport van de groep Walcheren. De schrijver meldt dat plotseling enkele leden het podium opstormen en proberen ds. Abma de microfoon te ont­ nemen om de vergadering toe te spreken. Op dat moment maakt deze als voorzitter resoluut een eind aan de discussie. Een aantal afgevaardigden verlaat woedend de zaal en richt nog diezelfde dag een 'Comité van bezwaarden' op. Voorzitter wordt E. de Groot te Utrecht. De bezwaarden eisen onder andere dat het hoofdbestuur afstand neemt van het rapport van de groep Walcheren. Er klinkt een roep om de 'aloude' beginselen vast te houden: "Ds. Kersten en ds. Zandt hebben getrouw de wacht gehouden...wat ds. Kersten voorstond is nu vaarwel gezegd, het roer is naar links gegooid." De bezwaarden eisen van het hoofdbestuur een duidelijk afkeurende uitspraak wat betreft het vrouwenkiesrecht, de sociale wetgeving, een optreden van (het inmiddels Kamerlid geworden) ir. Van Rossum voor de televisie en ze willen uitbreiding van het hoofdbestuur met een dertiende zetel. Op 30 augustus 1969 richten de bezwaarden zich rechtstreeks op de persoon van ds. Abma, die wordt bestempeld als "een vijand van Gods volk”.

Voor ds. A. Vergunst, prominent predikant in de Gereformeerde Gemeenten, gaat dit allemaal te ver. Hij signaleert in de Saambinder een dreiging van "de droeve verscheuring van een laatste overgebleven eenheid... En dat onnodig. En dat in deze tijd!" Hij laakt ook de "onheilige hetze tegen de leidinggevenden der partij." "Publiekelijk is de genadestaat van ds. Abma in de strijd betrokken. Dat acht ik beneden de waardig-

held van een man, die predikant is. (...) Ds. Abma is een man van onverdacht gereformeerd beginsel en een zuivere integriteit. In velerlei opzicht is hij een voorbeeld van christelijke zachtmoedigheid geweest, ook toen hij op een door en door wereldse wijze belasterd en gesmaad is.”

Op 28 april 1971 wordt ds. Abma als SGP-lijsttrekker aangewezen. Ds. Abma profileert zich als een politicus die actief ingaat op de nieuwe problemen en uitdagingen van de Nederlandse samenleving, zoals abortus-provocatus en euthanasie, verloedering van de sa­ menleving, de drugs. Hij oogst veel bijval met zijn rede over de 'Drie van Breda', drie Duitse oorlogsmisdadigers die in Nederland gevangen zitten vanwege levenslange celstraf. Abma stelt tijdens zijn rede het spanningsveld tussen barmhartigheid en rechtvaardigheid aan de orde, een rede die met bewogenheid wordt aangehoord.

In november 1972 vinden in de partij felle discussies over het vrouwenkiesrecht plaats. Abma schrijft dan de volgende profeti­ sche! - woorden: "Het zal eens tot een explosie komen, tenzij het zich rustig voegt. De dag van de klaarheid moet komen, want aan de onduidelijkheid, het vertrokken gezicht, gaat de SGP te gronde.”

Ondanks de kritiek blijft ds. Abma toch populair. Krijgt hij in 1971, als hij voor het eerst lijsttrekker is, 85 procent van de SGPstemmen, in 1972 is dit percentage gestegen tot 91, in 1977 zelfs 92 procent. "Een meer overtuigend bewijs van waardering voor zijn persoon is moeilijk te vinden", aldus mevrouw Den Doider. Gesprekken over een lijstverbinding met de RPF vallen in de rechterflank van de SGP verkeerd. Ds. Abma noteert: "Vele partijen hebben een revolutionaire linkervleugel - de SGP een revolutionaire rechterflank. Dat is het verschil, en een niet gering onderscheid.”

’Ds. Abma is een man van onverdacht gereformeerd beginsel en een zuivere integriteit. In velerlei opzicht is hij een voorbeeld van christelijke zachtmoedigheid geweest.’

Vanwege de dreigende verhoging van de kiesdrempel is Abma zelfs bereid over een diepe, principiële kloof heen te stappen: hij sluit een samengaan met het GPV van Jongeling niet langer uit. "Als die kiesdrempel nog eens werkelijk­ heid wordt, is het minste wat we kunnen doen met elkaar gaan praten. (..) Ik geef aan zo'n lijstverbinding de voorkeur boven het verlies van honderdduizenden stemmen. Als je het geloof nergens meer in de politiek kunt terugvinden, snellen we naar de ondergang.”

De opvolgingskwestie

In 1981 zet ds. Abma een punt achter zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer. Hij volgt dan K. Meuleman op in de Eerste Kamer. De kiesverenigingen plaatsen met grote eensgezindheid de hervormde ir. B.J. van der Vlies op de derde plaats, na ir. H. van Rossum (Gereformeerde Gemeenten) en C.N. van Dis jr. (christelijk gereformeerd). Het is echter de wens van ds. Abma dat mr. G. Holdijk als nummer drie op de lijst geplaatst zal worden en niet als vierde.

Als bekend wordt dat de keuze is gevallen op ir. Van der Vlies - conrector van het College Blaucapel in Utrecht en ouderling van de hervormde gemeente te Maartensdijk - schrijft een aantal prominente Gereformeerde Bonders een brief aan de SGP, waarin zij bezwaar maken tegen de kandidatuur van Van der Vlies. Men toont zich bevreesd, dat met het vertrek van ds. Abma de lijn weer teruggebogen zal worden naar de tijd van ds. Zandt. De bezwaren tegen Van der Vlies zijn dus niet persoonlijk of politiek, maar zuiver kerkelijk (de hervormde gemeente van Maartensdijk heeft een 'Gekrookte Riet'-signatuur). Een ver-

deelde partij gaat de verkiezingen tegemoet, er worden twee acties gevoerd één voor mr. Holdijli en één voor ir. Van der Vlies.

De kwestie van het vrouwenkiesrecht komt in 1982 weer aan de orde. De kiesvereniging van 's-Gravenhage vraagt op de algemene vergadering van de partij aandacht voor het merkwaardige feit, dat SGP-vrouwen officieel niet mogen stemmen, maar dat 90 procent van hen dat in de praktijk wel doet. Ds. Abma is het daar kennelijk mee eens. Hij schrijft in 1985: "Het artikel waarin staat dat het stemmen van de vrouw strijdig is met haar roeping, is niet het sterkste punt uit ons program.”

In 1985 legt ds. Abma drie belangrijke functies tegelijk neer: zijn lidmaatschap van het hoofdbestuur van de SGP, zijn partijvoorzitterschap en het hoofdredacteurschap van het partijorgaan De Banier. Hij is het oneens met de keuze van het hoofdbestuur en van de raad van advies om in de algemene vergadering Van der Vlies als lijsttrekker voor te stellen. Ds. Abma heeft namelijk in opdracht van het hoofdbestuur al eerder ir. C. N. van Dis jr. aangezocht of hij de lijst van de SGP wil aanvoeren. Ds. Abma vindt dat hij deze ommezwaai tegenover laatstgenoemde niet kan verantwoorden. Als de benoeming van Van der Vlies plaatsvindt tijdens de algemene vergadering van 23 februari 1985, is ds. Abma daarbij niet aanwezig.

In 1986 treedt ds. Abma af als lid van de Eerste Kamer. Op 27 mei 1986 ontvangt hij uit handen van professor dr. P Steenkamp de versierselen, behorend bij de rang van commandeur in de Orde van Oranje Nassau, zijn tweede hoge onderscheiding.

We lezen ten slotte in de biografie van de spanningen die eind 1985 binnen de SGP-fractie van de Puttense gemeenteraad zich voordoen, wat ertoe leidt dat ds. Abma met wethouder G. van Wijncoop en enkele geestverwanten begin 1986 een eigen groepering oprichten: de Gereformeerde Gezindte Putten (GGP). De kiesvereniging royeert het drietal, tegen de wens van het hoofdbe­ stuur van de SGP in. De kiesvereniging wordt door het Provinciaal Bestuur in het ongelijk gesteld. Gedurende een jaar leidt ds. Abma nog de gecombineerde raadsfractie van GGP en RPF. In maart 1987 laat hij weten zijn plaats beschikbaar te stellen voor een ander.

’Vele partijen hebben een revolutionaire linkervleugel de SGP heeft een revolutionaire rechterflank. Dat is het verschil, en een niet gering onderscheid.’

In de nacht van woensdag 1 op donderdag 2 januari 1992 sterft ds. Abma plotseling als gevolg van een hartaanval. In talrijke rouwadvertenties wordt van zijn heengaan kennis gegeven. M. Dankers, voorlichtingssecretaris bij de SGP schrijft in het SGP-jongerenblad Ons Contact: "Eenmaal bij de SGP had ik grote bewondering voor ds. Abma. Voor zijn stijl, zijn eruditie, zijn esprit. [...]. De jeugd, de partijjeugd, die door hem is gevormd, is nu tot rijpe leeftijd gekomen.”

Slot

Aan het slot van de biografie gaat dr. ir. J. van der Graaf in op ds. Abma als theoloog. Hij behandelt vooral de verhouding tussen Wet en Evangelie die bij Abma in één omarming worden bijeengehou­ den. Daarbij spaart hij noch de wetsschuwe noch de wetsvrome mens. De wet is samengevat in het liefdegebod. In discussie met Van Ruler stelt Abma dat de wereld wel in het boze ligt, maar Gods schepping blijft. De gemeente is dan ook geen wereldje apart, die niet communiceert met de wereld rondom. Ze kent de levensdrang om zich naar buiten toe te openbaren temidden van een krom en verdraaid geslacht.

Mr. G. Holdijk noemt in zijn bijdrage ds. Abma een missionair

politicus. Hij zag zijn activiteit als politicus geheel in het verlengde van zijn werk als predikant. De politiek is voor Abma de kern van de cultuur. Kenmerkend voor Abma is de liefde als motivatie van een christen tot deelname aan de politiek. Wat is christelijke politiek zonder Christus? Ds. Abma: "Echte christelijke politiek wil Christus present maken in het midden van een verwarde maatschappij.”

Ds. Abma kenmerkte zich door prikkelende en fijnzinnige humor, alleen voor de goede en welwillende verstaander speurbaar, schrijft Holdijk. Zijn woorden in toespraken of artikelen waren van de Schrift doordrenkt, "voor buitenstaanders niet altijd direct herkenbaar, voor een deel van het eigen publiek soms onorthodox en te frivool qua taalgebruik, te origineel, te verrassend. Dat leverde bij de een waardering, bij de ander onbegrip op.”

De lezer die de afgelopen decennia niet heeft meegemaakt, zal misschien duizelen. Het boek geeft niet alleen een duidelijk beeld van een roerige maatschappelijke periode maar ook van onverkwikkelijkheden binnen de kerkelijke achterban en de gevolgen daarvan voor de christelijke politiek. Weliswaar is er in later jaren - zeker in de huidige tijd ~ binnen de SGP meer oog gekomen voor de visie en verdiensten van ds. Abma.-Maar het onderling wantrouwen heeft destijds geleid tot interne conflicten en spanningen die het getuigenis van de christelijke politiek naar buiten onder druk heeft gebracht. Ook blijkt uit het boek dat het vooruitschuiven van een problematiek als het vrouwenkiesrecht en - lidmaatschap heeft geleid tot steeds grotere onvrede, aan béide kanten van het spectrum. Kennisneming van deze biografie zou een waarschuwend signaal voor de SGP kunnen zijn om niet weer in dezelfde fouten te vallen. Wie de geschiedenis vergeet, is gedoemd die opnieuw te beleven.

Noten

1. Levend in het werk des Heeren. Dommee Helle Gerrit Abma (1917-1992): predikanl en parlemenlarier, door H. A. van Dolder-de Wit; met bijdragen van dr. ir. J. van der Graaf en mr. G. Holdijk; uitgeverij Frits Hardeman, Ede 2006; 336 blz.; prijs 32, 90 euro; ISBN 90 76430 446.

2. Vgl. de uitgave van de Guido de Brès-Stichting Tol welzijn van heel het volk (Den Haag, 2002), waarin de SGP-partijredes zijn opgenomen die ds. H.G. Abma gehouden iieeft van 1962-1983.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2006

Zicht | 70 Pagina's

Ds. H.G. Abma: predikantpoliticus met visie en missie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2006

Zicht | 70 Pagina's