Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenwerking met SGP gunstig voor CU

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenwerking met SGP gunstig voor CU

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Horizontale lijstverbinding CDA, CU en SGP versterkt christelijke politiek

De Provinciale Statenverkiezingen hebben voor de SGP geen aardverschuivingen veroorzaakt. Het aantal statenleden bleef stabiel. In deze bijdrage analyseert drs. J.W. van Berkum de verkiezingen van 7 maart jl. en kijkt hij vooruit naar de mogelijke samenstelling van de Eerste Kamer.

Voor politieke partijen zijn de Provinciale Statenverkiezingen dubbel belangrijk. De uitslag van deze verkiezingen bepaalt namelijk niet alleen de samenstelling van de Provinciale Staten, maar ook die van de Eerste Kamer. De statenleden kiezen de senatoren. Voor de verkiezingen was al duidelijk dat de SGP haar 21 statenzetels niet zou behouden. Het vorige kabinet heeft besloten het aantal statenzetels te verminderen van 764 naar •564. Concreet betekent dit dat voor een statenzetel meer stemmen nodig zijn dan vier jaar geleden.

Opkomst

Tijdens de campagnes hebben de politieke partijen geprobeerd de burger duidelijk te maken waarom het belangrijk is te gaan stemmen. Wanneer we naar het opkomstpercentage kijken dan lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat ze daarin niet zijn geslaagd. De opkomst was laag. Slechts 46% van de kiesgerechtigde burgers nam de moeite naar het stembureau te gaan. Sinds de afschaffing van de opkomstplicht is duidelijk een daling van het opkomstpercentage zichtbaar. Na een hoogtepunt in 1978, toen 80% naar de stembus ging, neemt het percentage vrijwel elke verkiezingsperiode af. Na 1995 is het niet meer boven de 50% geweest. In tabel 1 vindt u een overzicht van de opkomstpercentages. In 1966 was er nog een opkomstplicht.

Over de oorzaken van de lage opkomst is al veel geschreven. Veel burgers vinden het takenpakket van de provincie niet interessant of belangrijk genoeg om daarvoor te gaan stemmen. Daarnaast is voor velen de provincie een onbekende bestuurslaag. Voor het nieuwe kabinet is de lage opkomst een reden tot zorg. Daarom gaat het onderzoeken hoe de opkomst kan worden verhoogd.

Door de verkleining van de staten zou het aantal SGP-statenleden op grond van de verkiezingsuitslag in 2003 afnemen van 21 tot 14. Na de bekendmaking van de officiële verkiezingsuitslag bleek dat de SGP inderdaad 14 statenzetels heeft behaald. Per saldo dus stabiliteit. Helaas moest de SGP in Zuid-Holland een zetel inleveren. In Overijssel won de partij daarentegen een zetel.

Samenwerking SGP en CU succesvol

In de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant was er een zogeheten combinatielijst Christenunie/ SGP. In deze provincies behaalde de combinatie een prachtig resultaat: ten opzichte van respectieve-

Drs. J.W. van Berkum, WETENSCHAPPELIJK MEDEWERKER GUIDO DE BRÊS-STICHTING

lijk 2003 een winst van respectievelijk 74% en 76%. Opvallend is dat in de provincies waar de CU met een eigen lijst is uitgekomen deze groeipercentages lager liggen. Op grond van deze cijfers lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de samenwerking met de SGP geen nadelige gevolgen heeft voor de Christenunie. In tabel 2 is de procentuele stemmenwinst weergegeven op de CU-en CU/SGP-lijsten.

Op grond van een vergelijking van de uitslag van de provinciale statenverkiezingen met de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 kan ook niet de conclusie worden getrokken dat de samenwerking met de SGP de CU stemmen kost. In Noord-Holland verloor de CU ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen weliswaar 17%, maar in Noord-Brabant verloor de combinatie CU/SGP slechts 5%. Dat is relatief weinig vergeleken met andere provincies. In Zuid-Holland, Overijssel, Drenthe en Groningen verloor de CU namelijk respectievelijk 13%, 11%, 9% en 8%. In Friesland waar de CU de samenwerking met de SGP opzegde verloor de CU zelfs 13%. Daarbij komt dat vergelijking van provinciale verkiezingen met landelijke verkiezingen al-tijd lastig zijn. Met suggesties dat samenwerking met de SGP de CU stemmen kost, zoals in de media zijn gedaan, moeten we dus voorzichtig zijn. Het is beter met elkaar na te denken hoe de christelijke politiek kan worden versterkt. Hierop komen we aan het eind van dit artikel nog terug wanneer we ingaan op de mogelijkheden die er zijn om de samenstelling van de Eerste Kamer te bemvloeden.

SGP zonder CU: min 6 procent

De SGP deed in 7 provincies zelfstandig mee aan de verkiezingen. In Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland kwam de partij met een eigen lijst uit. Slechts in één provincie nam het aantal stemmen op de SGP ten opzichte van 2003 toe: in Flevoland een prachtige winst van 12%. In alle overige provincies liep het stemmenaantal terug. Ruim de helft van het totale verlies is geleden in de provincie Zuid-Holland. In tabel 3. Is zijn de stemmenmutaties per provincie opgenomen.

De SGP heeft per saldo bijna 9.000

stemmen verloren, een verlies van 6%. In 218 gemeenten kon op een SGP-lijst worden gestemd. In 44 gemeenten boekte de SGP winst, in 6 gemeenten bleef de partij stabiel en in 168 gemeenten verloor de SGP stemmen. Om een beeld te krijgen waar het meeste verlies is geleden, zijn in tabel 4 de verlies-

gemeenten verdeeld in verschillende categorieën.

In veel gemeenten bleef het verlies beperkt tot minder dan 25 stemmen. Maar in bijna 20% van de verliesgemeenten was de afname meer dan 100 stemmen.

In tabel 5 zijn de winstgemeenten gecategoriseerd. De meeste winst behaalde de SGP op Urk:519 stemmen. In Rhenen, Woudenberg en Zwartewaterland was de stemmenwinst respectievelijk 51, 59 en 63 stemmen. De stemmenwinst in Twenterand, Assen, Geldermalsen, Dirksland en Renswoude ligt tussen de 26 en 50 stemmen. In de overige 35 gemeenten was de winst minder dan 25 stemmen.

Conclusie

Uit deze korte analyse blijkt dat de SGP stabiel is gebleven wat het aantal statenzetels betreft (in rela­ tieve zin), maar qua stemmenaantal is achteruitgegaan. Ten opzichte van andere partijen is het verlies gering. In de media wordt de SGP daarom ondanks het geringe verlies toch de meest stabiele partij genoemd. Uit alleen deze cijfers is niet zomaar te concluderen waar de SGP-stemmen naar toe zijn gegaan. Het is ech­ ter aannemelijk te veronderstellen dat de Christenunie die nu meedoet aan de regering fors aan aantrekkingskracht heeft gewonnen. Dat is waarschijnlijk voor veel mensen een reden geweest om op de Christenunie te stemmen. Ondanks de opmars van de Christen-Unie heeft de SGP zich redelijk weten te handhaven. Een andere factor die een deel van het verlies kan verklaren, is het opkomstpercentage.

Ook dit keer was de opkomst bij de provinciale statenverkiezingen relatief laag. De provincie staat voor veel mensen ver van hun bed. Het is goed mogelijk dat ook in SGP-kringen mensen gemakkelijker thuis blijven dan in het verleden.

Eerste Kamer

Zoals gezegd kiezen de statenleden de leden van de Eerste Kamer.

Deze verkiezingen worden D.V. dinsdag 29 mei gehouden. Op dit moment is nog onduidelijk of de SGP haar tweede zetel in de Eerste Kamer behoudt. In het verleden hadden het CDA, de CV en de SGP bij de Eerste Kamerverkiezingen een horizontale lijstverbinding. Als de partijen daartoe nu weer besluiten levert dit de SGP waarschijnlijk een restzetel op en komen er namens de SGP weer twee senatoren in de Eerste Kamer.

Bij de vorige verkiezingen voor de Eerste Kamer was de tweede zetel van de SGP geen restzetel. Toen had de SGP namelijk in Friesland en Noord-Brabant ook een statenlid. De Christenunie heeft in Friesland de samenwerking met de SGP opgezegd en in Noord-Brabant is afgesproken dat nu de Christenunie aan de beurt is om de lijsttrekker te leveren. Daarnaast verloor de SGP in Zuid-Holland een statenzetel. In Overijssel kreeg de partij er weliswaar een zetel bij, maar de stemwaarde van een statenlid in Overijssel is veel kleiner dan een Zuid-Hollands statenlid, omdat het aantal inwoners per statenlid in de laatstgenoemde provincie veel hoger ligt.

Tabel 6 toont de uiteenlopende stemwaarde van een statenlid per provincie. Voor één zetel in de Eerste Kamer zijn de stemmen van 9 statenleden uit Overijssel nodig tegenover 3, 5 uit Zuid-Holland. De winst in Overijssel compenseert helaas niet het verlies in Zuid-Holland. Een berekening wijst uit dat de SGP op eigen kracht 1, 7 zetels heeft behaald in de Eerste Kamer.

Een horizontale lijstverbinding met het CDA en de CU kan de christelijke partijen samen 27 zetels opleveren. Het CDA krijgt er dan 21, de CU vier en de SGP twee. Op dit moment is nog niet duidelijk welke partijen met elkaar een lijstverbinding aangaan. In tabel 6 vindt u de verdeling van de Eerste Kamerzetels wanneer er geen lijstverbindingen worden aangegaan (in de middelste kolom) en wanneer er twee lijstverbindingen worden overeengekomen (in de laatste kolom). Een horizontale lijstverbinding tussen de SP en Groenlinks levert deze partijen geen extra zetel op. Waarschijnlijk zullen zij proberen een derde of zelfs vierde partij te vinden. Dat zou de Partij voor de Dieren en/of D66 kunnen zijn. De coalitiepartijen blijken niet zo'n royale meerderheid in de Eerste Kamer te behouden als op de avond van de verkiezingsuitslag werd verwacht. Hoe ziet de zetelverdeling eruit als het CDA, de CU en de PvdA een horizontale lijstverbinding aangaan? Het CDA krijgt dan 21 zetels, de PvdA 15 en de CU 4. De coalitie komt dan op 40 zetels. In vrijwel alle andere opties is dit 39. Doordat horizontale lijstverbindingen pas gesloten worden nadat de uitslag van de provinciale statenverkiezingen bekend is, zullen alle partijen proberen er voor de eigen partij het beste resultaat uit te halen. Voor de Christenunie wordt het moeilijk om een vijfde zetel in de wacht te slepen. Alleen wanneer zij een lijstverbinding sluiten met het CDA levert dat de Christenunie een extra zetel op. Zo'n lijstverbinding is voor het CDA weer niet aantrekkelijk, omdat het CDA dan maar 20 zetels krijgt. Wil de christelijke politiek zo sterk mogelijk in de Eerste Kamer vertegenwoordigd zijn, dan ligt een horizontale lijstverbinding van CDA, CU en SGP het meest voor de hand.

Noten

1. Katwijk, Rotterdam, Rijsscn-Holten, Ede, Elburg, Terneuzen, Sliedrecht, Nunspeet, Putten, Oldebroek, Nijkerk, Ridderkerk, s-Gravenhage, Dordrecht, Krimpen a/d IJssel, Kampen, Zwijndrecht, Westland, Waddinxveen, Oud-Beijerland, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Vlaardmgen, Harderwijk, Montfoort, De Bilt, Heuvelrug, Middelharnis, Vianen, Capelle a/d IJssel, Apeldoorn en Barendrechl.

2. Reeuwijk, Zaltbommel, Lopik, Binnenmaas, Zeist, Goes, Veere, Nederlek, Heerde, IJsselstein, Utrecht, Zoetermeer, Nieuwerkerk a/d Ijssel, Liesveld, Rijnwoude, Ouderkerk, Alphen aan den Rijn en Breukelen.

3. Lisse, Papendrecht, Buren, Epe, Amersfoort, Middelburg, Delft, Strijen, Nieuw-Lekkerland, Veenendaal, Goedereede, Wageningen, Woerden en Oostflakkee.

4. Berekening op basis van de maximale kiesdeler voor de Eerste Kamer van 2.181 stemmen:3.690/2.181 = 1, 7 zetel.

5 Onze inschatting is dat de volgende twee lijstverbindingen tot stand zullen komen. 1) CDA, Christenunie en SGP; 2) SR Groenlinks en PvdD.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2007

Zicht | 56 Pagina's

Samenwerking met SGP gunstig voor CU

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2007

Zicht | 56 Pagina's