Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Politieke filosofie van Hobbes lijkt actueel in beteugeling wanorde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Politieke filosofie van Hobbes lijkt actueel in beteugeling wanorde

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

’De mens is voor zijn medemens een wolf'. Werpt deze befaamde uitspraak van de Engelse filosoof Thomas Hobbes (1588-1679) licht op het kwaad in de mens? Is de door hem bepleite sterke staat - de Leviathan-nodig om de vrijheid en de orde te garanderen? Hobbes lijkt voor verschillende denkers van deze tijd onverwacht actueel. In deze rubriek belicht dr. K. van der Zwaag het denken van Hobbes.

dr. K. van der Zwaag, REDACTIELID VAN ZiCHT

Volgens Maurice Adams - redacteur van Hobbes. In de schaduw van Leviathan-bestaan er in de geschiedenis van de politiële weinig geschriften die zoveel weerstand hebben opgeroepen als Hobbes' Leviathan uit 1651. Hobbes geldt als het enfant terrible van de moderne filosofie.

Hobbes raakte vooral bekendheid door zijn theorie van de natuurstaat en het sociaal contract. In de natuurstaat brengt de neiging van de mens om zoveel mogelijk de schaarse goederen te verwerven oorlog. Het is een oorlog van allen tegen allen. Er heerst een voortdurende angst voor en dreiging van een gewelddadige dood. 'Het menselijk bestaan is er eenzaam, armoedig, afstotelijk, beestachtig en kort', schrijft Hobbes.

De mens weet van het bestaan van de natuurwetten, zoals rechtvaardigheid, billijkheid, vergevingsgezindheid, maar uit zichzelf, zonder vrees voor een macht die ons dwingt ze na te leven, zijn deze wetten in strijd met onze natuurlijke hartstochten. 'En overeenkomsten zonder het zwaard zijn louter woorden, die elke kracht missen om iemand in veiligheid te brengen.’

De mensen kunnen hun eigen veiligheid alleen maar waarborgen door de ander 'een slag voor te zijn’.

Onderwerping aan soeverein

Hobbes stelt nu dat de onderwerping van de mens aan een absolute soevereine autoriteit nodig is om de zorg voor zijn eigen leven veilig te stellen. Om de menselijke samenleving duurzaam te maken moet er een gemeenschappelijke macht zijn. Deze ziet Hobbes totstandgekomen door middel van een sociaal contract. Dat impliceert dat 'de mens bereid moet zijn om, zo ver als hij voor de vrede of zijn zelfverdediging nodig acht, zijn recht op alle anderen neer te leggen; en met zoveel vrijheid tegen anderen genoegen te hebben, als hij tegen zichzelf zou toestaan.' Het is 'alsof iedereen tegen ieder ander zou zeggen: Ik autoriseer deze mens of deze vergadering, en sta mijn recht om mij zelf te besturen aan hem af op voorwaarde dat gij ook uw recht aan hem afstaat, en op dezelfde wijze al zijn handelingen autoriseert.' Als dit gebeurd is, is de grote Leviathan geboren, of liever, zoals Hobbes zegt, 'de sterfelijke god, aan wie wij onder de onsterfelijke God onze vrede en veiligheid danken.’

Volgens Lemmens dient deze

overdracht om een nieuw soort burger te scheppen die de op conventie en eigenbelang gestoelde moraal erkent als een veilig en zeker richtsnoer voor de civiele orde. Contract wil dus zeggen dat individuen het recht op de uitoefening van hun natuurrecht aan elkaar overdragen om zich zo te binden door een sociaal contract. Het sociaal contract stelt wederzijdse verplichtingen in en constitueert de orde van rechtvaardigheid. De individuen dragen hun natuurlijk recht over aan de absolute soeverein, die door hen voortaan gehoorzaamheid zal worden. De soeverein is oppermachtig. Hij is, in tegenstelling tot de overheidsdienaren, niet onderworpen aan de wet. Dat is logisch onmogelijk omdat de wet immers het bevel van de soeverein is. Hobbes was geen voorstander van de scheiding der machten en nog minder van een afgezwakte vorm van staatsbestuur, aldus Tom Sorell in genoemde bundel. Hij verwijt Hobbes dat deze dictatuur rechtvaardigt, namelijk om daardoor oorlog te vermijden.

’Hobbes verdedigt een mensbeeld dat weinig ruimte overlaat voor illusies: de mens is van nature een onbetrouwbaar wezen gericht op eigen belang en eigen geluk.’

Weinig illusies

Hobbes verdedigt een mensbeeld dat weinig ruimte overlaat voor illusies: de mens is van nature een onbetrouwbaar wezen gericht op eigen belang en eigen geluk. Van nature is de mens amoreel, staat hij aan gene zijde van het onderscheid tussen rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid. Moraal is bij Hobbes afhankelijk gemaakt van eigenbelang en conventie. Er is geen intrinsiek doel waar de mens van nature naar streeft.

Hobbes breekt radicaal met de gedachte van Aristoteles dat alle verschijnselen in de natuur naar rust streven. De mens is niet bestemd tot het ontwikkelen van zijn redelijkheid, maar is een wezen dat vooral door zijn passies en zintuigen geregeerd wordt. Het gaat de mens om eigen macht en eigen geluk. Oorlog heeft zijn oorsprong in de menselijke natuur en de natuurlijke zucht naar zelfbehoud, hun (natuur)recht op alle dingen.

Hobbes verklaart alles in het leven vanuit de idee van beweging. Zijn werk staat radicaal in het teken van de copernicaanse revolutie in de natuurfilosofie. Ook voor Hobbes is het universum niet organistisch maar louter mechanistisch.

Hobbes heeft een geheel andere visie op de mens dan Rousseau, die eveneens een sociaal contract leerde. Voor Rousseau is de natuurtoestand relatief vredig, maar brengt juist de maatschappelijke ontwikkeling en het bestaan van de staten oorlog voort. In werkelijkheid is de staat de oorzaak van de oorlog van allen tegen allen. De anarchist staat hier tegenover de verdediger van de absolute soevereiniteit, aldus Hans Achterhuis. Rousseau stelt dat de mens een wezen is dat van nature goed is. De slechtheid komt niet uit het hart van de mens, maar wordt veroorzaakt door de maatschappelijke ontwikkelingen. Een nieuwe maatschappelijke ordening en een natuurlijk gerichte opvoeding moet de mens weer op een hoger niveau tot goedheid kunnen brengen.

Politiek

Hobbes verbindt zijn ontnuchterende visie op de mens met het wezen van de politiek: de politiek is een noodzakelijk instrument om de menselijke samenleving onder controle te krijgen en de natuurlijke zelfzucht in goede banen te leiden. Vandaar de sterke hand van de Leviathan, zinnebeeld van de almachtige staat (die trouwens ook uit meerdere personen kan bestaan), om ervoor te zorgen dat de mens een vredevol en menswaardig bestaan kan leiden. De vrede kan alleen gediend worden als individuen wederzijds hun wapens inleveren.

Hobbes staat de filosofie van een absoluut staatsgezag voor. De staat is bij Hobbes een kunstmatig door de mens gemaakt product. De Leviathan is niets anders dan een kunstmatige mens (de 'automaat', zoals elders genoemd). De

staat is in feite één grote veiligheidsmachine, door mensen gemaakt. Macht is bij Hobbes in het algemeen de noodzakelijke voorwaarde voor geluk. Om gelukkig te zijn moet men machtig en vermogen zijn en moet men zijn macht en vermogen vermeerderen.

Kerk en staat

Hobbes werd beschuldigd een materialist en atheist te zijn, maar dat is onjuist. In de Leviathan erkent hij God als een soort eerste oorzaak, maar, zo voegt hij eraan toe, daarmee weten we nog niets over de natuur van God. Hobbes raakte door zijn boek omstreden omdat hij het rooms-katholicisme presenteert als één van de grote gevaren voor een stabiele regering. Hij keert zich ook tegen de officiële Anglicaanse Kerk. Hobbes vindt dat alleen de buitenkerkelijke soeverein bevoegd is om de Heilige Schrift te interpreteren en dat voor de kerk geen bijzondere rol is weggelegd. Feitelijk leert Hobbes een volstrekt seculier gezag. Hij was geen principiële voorstander van het koninklijk gezag. Hij stelde dat de koning zijn gezag niet van God gekregen had, waardoor hij het natuurlijk gezag miste.

Hobbes’ oplossing was gestempeld door de politieke onrustige situatie waarin hij leefde als gevolg van de conflicten tussen parlement en royalisten in het Engeland. Zijn soevereiniteitsleer wilde een oplossing bieden voor het acute probleem van de godsdienstoorlog. Hij zet zich af tegen de rooms-katholieke leer van de leer dat de kerk gerechtigd is van Godswege in staatszaken in te grijpen. Waarschijnlijk was hij beducht voor een herhaling van de kwestie-Galilei. Hobbes stelt dal de gehoorzaamheid aan een buitenstatelijke macht, zoals de paus (bij rooms-katholieken) of de Bijbel (bij protestanten) buitenge­ woon bedreigend is. De interpretatie van de Bijbel geeft aanleiding tot verschillen. De soeverein is de beste interpretator van Gods wil.

’Volgens Hobbes moet de staat tegen de kerk beschermd worden omdat alleen de staat voor vrede kan zorgen.’

Volgens Hobbes moet de staat tegen de kerk beschermd worden omdat alleen de staat voor vrede kan zorgen. Hij ziet religie vooral als een systeem van recht en niet van waarheid. De soeverein diende het hoofd van de Engelse kerk te zijn. 'Er bestaat geen andere overheid in dit leven, statelijk noch religieus, dan een wereldlijk.' Het hoofd van de staat en de religie moet 'enig en onverdeeld' zijn, 'anders ontstaan er onvermijdelijk splitsing en burgeroorlog in het gemenebest tussen de Kerk en de Staat’.

Actueel

De naam van Hobbes valt regel­ matig in de actuahteit, daar waar mensen puur uit zijn op zelfbehoud, zoals bleek na de orkaan Katrina, toen een oorlog van iedereen tegen allen uitbarstte. Volgens Sorell toonde de orkaan Katrina de menselijke kwetsbaarheid in het algemeen. De burgerlijke orde blijft fragiel. Soms wordt gesproken van een 'hobbeaanse an­ archie'. Het huidige Irak werd eens geschetst als een 'waarlijk hobbeaanse natuurlijke toestand van de mens.’

Blijkbaar is Hobbes actueel, maar op welke manier? vraagt Adams zich af. Volgens Adams opent Hobbes ons de ogen voor het feit dat de verhouding tussen burger en overheid geen vanzelfsprekende is. De vrijheid is helemaal niet zo vanzelfsprekend of onproblematisch als denkers als Locke en Mill ons leren. Adams: 'Vrijheid is een dorstige plant die moet worden gevoed door een rijke cultuur van burgerschap. Hobbes laat ons duidelijk zien dat vrijheid zich situeert tussen desintegratie enerzijds en tirannie anderzijds.’

Wat bij Hobbes voorts naar voren komt, is een radicale privatisering van de religie. Het geloof is een

innerlijke Itwestie, waarbij de uiterlijkheden niet van belang zijn. Alle externe aspecten van religie vallen onder het gezag van de soeverein. Hobbes vertegenwoordigt een extreem passief pluralisme: de mens mag denken en geloven wat hij wil, maar mag er zich in de publieke ruimte nauwelijks reken­ schap van geven. De godsdienstvrijheid heeft geen enkele betekenis wat betreft de publieke manifestatie van religie. Hobbes' denken belichaamt volgens Adams een soort van Frans laïcité avant la lettre.

’Onder het mom van vrijheid en orde kunnen {"undamentele rechten en vrijheden geschonden worden waarvan de geschiedenis helaas veel voorbeelden heeft laten zien.’

Al met al dwingen de politieke beschouwingen van Hobbes tot een antwoord vanuit bijbels perspectief. Dat de mens van nature geneigd is tot alle boosheid, is een bij bels-gereformeerde waarheid. Ook dat de overheid de macht heeft om het kwaad te straffen en de boosheid in toom te houden. Zij draagt immers haar zwaard niet tevergeefs. Een onbijbels spoor bewandelt Hobbes op het punt van de oorsprong van het gezag. Het volstrekt seculiere karakter van het gezag bij hem miskent echter de goddelijke oorsprong ervan.

Bovendien is de balans van gezag en vrijheid bij Hobbes in het geding. Een absolute soeverein kan immers gemakkelijk ontaarden in dictator. Onder het mom van vrijheid en orde kunnen fundamentele rechten en vrijheden geschonden worden waarvan de geschiedenis helaas veel voorbeelden heeft laten zien. Ook ongereformeerd is Hobbes' visie op de verhouding tussen kerk en staat. Een gereformeerd theocraat zal de staat en de kerk in haar eigenheid respecteren. Dat is bij Hobbes niet het geval, zeker niet als hij de staat het recht toel'cent om in kerkelijke zaken in te grijpen. Evenzeer ongerijmd is de gedachte dat alleen de buitenkerkelijke soeverein geacht wordt om de Schrift uit te leggen. Desalniettemin geeft Hobbes ons wel een scherp inzicht in de menselijke natuur en de noodzaak om het kwaad door een sterke macht te beteugelen.

Mede n.a.v. Maurice Adams & Willem Lemmens (red.), Hobbes. In de schaduw van Leviathan; ui tg. Pelckmans/Klement, Kapellen, 2007; 191 biz.; €19, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2007

Zicht | 60 Pagina's

Politieke filosofie van Hobbes lijkt actueel in beteugeling wanorde

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2007

Zicht | 60 Pagina's