Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Secularisme als nieuwe politieke ideologie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Secularisme als nieuwe politieke ideologie

13 minuten leestijd

De samenleving wordt bedreigd door een nieuwe ideologie: het secularisme. De opkomst van religie wereldwijd heeft een tegenreactie in het leven geroepen die zweert bij de verlichtingsidealen van rationaliteit en neutraliteit. De secularisatie die al decennia een cultureel feit is, ontwikkelt zich tot een ideologie die zich keert tegen elke invloed van religie in het publieke domein.

Sinds het befaamde werk van de Canadese filosoof Charles Taylor A Secular Age? wordt al weer van een postseculiere tijd gesproken. De befaamde secularisatiethese –in de moderne tijd zou ook religie geleidelijk verdwijnen– is achterhaald. De religie beleeft zelfs een comeback wat de ‘secularisten’ voor grote problemen stelt.

Secularisme: een reactie
Hunter Baker definieert secularisme als een vooringenomen positie, weliswaar geen (alternatieve) religie, maar wel een wereldbeschouwing, en wel een die religie probeert te privatiseren1. Secularisme moet het geneesmiddel zijn voor sociale harmonie en een antwoord op religieuze pluraliteit die gevaren voor (politieke) verdeeldheid zou opwerpen. Secularisme is niet synoniem met de scheiding van kerk en staat (een institutionele scheiding), maar met de scheiding van religie van het publieke leven. Secularisme is volgens Baker in feite een reactie op (herlevende) religie.
In een godsdienstwetenschappelijke bundel2 zet Thijl Sunier uiteen hoe de verspreiding van het secularisme als politieke doctrine samenvalt met de opkomst van de moderne natiestaat. Onder de liberalen is een kleiner wordende groep die vasthoudt aan de oude liberale idealen van godsdienstige vrijheid en godsdienstige gelijkheid. Een groeiend aantal liberale politici ziet liberale idealen als een systeem van politieke waarden die eerder moslims uitsluit dan insluit. James Kennedy stelt dat religie geen comeback in West-Europa beleeft, gezien de toenemende afkalving van de kerken, maar wel is de plaats van religie in de samenleving teruggekeerd als een belangrijke bron van publiek debat. Met de afkalving van de welvaartsstaat, moet de staat in toenemende mate leunen op de burgerlijke samenleving (civil society) en de actieve participatie van burgers. Religie wordt daardoor steeds meer ontdekt als ‘civic resource’, als potentieel voor sociale cohesie en burgerlijke betrokkenheid.

Seculier denken als ‘alternatieve religie’
Hoe het publieke leven door de ideologie van het secularisme is gestempeld, laat drs. Johan Snel uitstekend zien in zijn boek Recht van spreken. Het geloof in de vrijheid van meningsuiting. 3 Het vrijheidsbegrip heeft zo’n lading gekregen dat het een alternatief voor een wereldgodsdienst is geworden. Religie staat haaks op de kernwaarden van de moderne westerse beschaving en strookt niet met de verworvenheden van culturele revolutie, zoals vrouwen- en homorechten. Als gevolg van de moorden op Fortuyn en Van Gogh is er de neiging om religie uit de publieke sfeer te verbannen. Zo ontstaat het secularisme als nieuwe ideologie. De seculiere waarde van de vrijheid van meningsuiting is uitgegroeid tot een dogma, dat zich uit in religieus geladen taal. ‘Het debat over de vrijheid van meningsuiting kan worden opgevat als een uitdrukking van de sacrale waarden van de postmoderne Nederlandse samenleving.’ De botsende waarden waar het huidige debat om draait, betreft het secularisme aan de ene kant en islam of christendom aan de ander kant. De gewenste meerderheidscultuur is seculier, liberaal en autochtoon.
Dezelfde tendens zien we ook in het boek van Oskar Verkaaik, Ritueel burgerschap. Een essay over nationalisme en secularisme in Nederland.4 Hij ziet de inburgeringscursussen en rituelen als initiaties in het secularisme. Nederland is na de aanslagen in 2001 en de terreurbedreigingen bang dat de seculiere verworvenheden niet meer vanzelfsprekend zijn. ‘Sindsdien is Nederland in de ban van een nationalisme dat de vrijheid van het individu wil verdedigen. Dit is een seculier nationalisme dat individualisme tot een cultuur maakt.’ Er bestaat een wijdverspreid gevoel dat het recente secularisme door de nieuwe immigranten wordt bedreigd. Het secularisme streeft ernaar de status quo te handhaven.
‘Sterker nog, door het secularisme te verbinden met de notie van een Nederlandse cultuur, dreigt het secularisme voorgesteld te worden als een etnische identiteitskenmerk.’ Het secularisme definieert zich aan de hand van termen als vrijheid en individualisme. Het secularisme heeft de dominante rol van de religieuze en levensbeschouwelijke zuilen die tot de jaren zestig domineerden overgenomen. Secularisme in Nederland presenteert zich uitdrukkelijk als post-religieus, zo niet-anti-religieus. Progressief secularisme is op te vatten als een cultuur gekenmerkt door zelfverwezenlijking, volwassenwording en bevrijding. In het nieuwe nationalisme worden seculiere waarden lijnrecht tegenover de islam gezet. Een onthullend boek dat laat zien hoe secularistisch Nederland is geworden en hoe onbespreekbaar het is om dit aan de orde te stellen.

Bevordert secularisme en belemmert religie de democratie?
Ian Buruma stelt in Taming the Gods. Religion and Democracy on Three Continents5 dat radicale secularisten vaak aannemen dat elk institutioneel geloof een bedreiging is voor de liberale democratie. Veel seculiere Europeanen vinden dat het opkomende islamitische geloof onrust en spanning veroorzaakt, alsof de rationele waarden van de Verlichting en liberale democratie nu ineens ter discussie staan door een ‘irrationeel’ geloof. Buruma zegt dat sommigen van hen die nu het verlichte Westen willen verdedigen tegenover de bedreiging van de islam, een eeuw geleden gewaarschuwd zouden hebben voor het christendom. Toch was het juist de claim van universalisme dat de Verlichting verdacht maakte voor veel progressieven in de jaren zestig en zeventig, die het beschouwden als een neo-kolonialistisch opleggen van ‘westerse waarden’ op de Derde Wereld. De hoofdvijand is niet slechts de islam, maar de ‘westerse vredestichters’, die het Westen hebben ondermijnd door hun moreel relativisme en multiculturalisme. Secularisme gaat verder dan de scheiding van kerk en staat of het behandelen van godsdienstig geloof als een privé-aangelegenheid. Secularisme is een ideologie die opgelegd wordt door een sterke staat, zoals het geval is in Frankrijk. Buruma verwerpt de tendens in Frankrijk om mensen te dwingen zich aan te passen aan de normen van de staat (wat op zijn zachtst gezegd ‘onliberaal’ is) of om mensen aan te moedigen hun eigen zelfstandige weg te gaan, zoals Groot-Britannië. Moslims in het Westen moeten behandeld worden als medeburgers, even als rooms-katholieken in protestants Europa.

Het seculiere ideaal: de neutrale staat
Hoe problematisch de neutrale staat is, lezen we bij Wibren van der Burg in Het ideaal van de neutrale staat 6, de tekst van zijn rede die hij uitsprak als hoogleraar rechtsfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De staat is niet moreel neutraal, maar dient wel degelijk standpunten in te nemen wat een goede samenleving is en wat als goed voor de mens kan worden gezien. Een ruime interpretatie van neutraliteit past het beste bij de Nederlandse traditie. Zo bepleit Van der Burg voor evenredige verdeling van middelen over bijzondere onderwijsinstellingen en toewijzen van pastores in gevangenissen. Neutraliteit is ruimer dan het juridisch beginsel van scheiding tussen kerk en staat. Zij is een ideaal voor de ‘symbolische dimensie van de publieke sfeer’.
Toch stelt Van der Burg dat de overheid geen oordeel toekomt over de vraag of een bepaalde godsdienst de ware is of juist als achterlijk moet worden gezien. Ook mag de overheid niet slechts één mogelijke methode om verspreiding van aids tegen te gaan propageren, namelijk seks binnen een monogaam huwelijk. Dan is de overheid niet neutraal ten opzichte van visies op het goede leven. In dat kader past ook zijn pleidooi voor afschaffen van de bede in de troonrede en van het ambtsgebed (want niet alle burgers zijn gelovig). Hij kiest voor de zogeheten ‘inclusieve neutraliteit’, die inhoudt dat iedereen overal vrijuit haar religie en cultuur kan beleven, in onderscheid met de ‘exclusieve neutraliteit’, waar de overheid zich verre houdt van religie en cultuur.

Godsdienstige wortels van de moderniteit
Een opvallend tegengeluid tegen de gedachte van de secularisatie als bron van de moderne staat geeft de Harvard-historicus Eric Nelson, The Hebrew Republic. Jewish Sources and the Transformation of European Political Thought.7 Daarin betoogt hij dat niet de Verlichting maar Joodse denkers aan de wieg stonden van de moderne staat én de daarin gehuldigde tolerantie. In de Verlichting was er een hausse aan Joodse studies over de ‘Hebreeuwse republiek’, aanduiding voor de goddelijke staatsvorm beschreven in de vijf boeken van Mozes. De christelijke verwerking van deze studies transformeerde het politieke denken in de richting van een republikanisme, aldus Nelson.
Het leerde van het joodse denken leerde dat de monarchie een aanval op Gods heerschappij was, als zijnde de zonde van afgoderij en heiligschennis (zie het antwoord van Samuel op de roep om een eigen koning in de persoon van Saul). Ook de opkomst van tolerantie had geen seculiere maar religieuze wortels, want waar Gods regering en burgerlijke regering in een theocratie samenvallen, ontstaat er ook ruimte voor andersdenkenden. Zo typeert Nelson de Erastiaanse poging om kerk en staat tot een eenheid om te smeden, een eenheid die ook ruimte gaf voor tolerantie.
Het is een intrigerende studie, maar de verwarring lijkt me te zitten in de verbinding tussen de Mozaïsche theocratie en de regentenrepubliek. Deze laatste legde juist de vrijheid van de kerk aan banden door een allesoverheersende overheidsvisie die onverschillig stond voor de gereformeerde leer. Er worden te gemakkelijk parallellen gelegd tussen de tolerantie in het oude Israël en in de tijd van de Verlichting, waarvoor zelfs vrijdenkers als Spinoza en Hobbes moeten opdraven. Spinoza plaatste het volledige godsdienstig gezag in de handen van de magistraat maar dat deed hij juist vanwege zijn verlichte opvattingen van de overheid.

Religie: bron van conflicten en problemen?
Onverbloemd secularistisch is Paul Cliteur in zijn boek The Secular Outlook. In Defense of Moral and Political Secularism.8 Daarin verwoordt hij zijn gedachtegoed zoals eerder uiteengezet in Moreel Esperanto (2007) waarin hij een seculiere ethiek bepleitte los van religieuze argumenten. Zijn stelling is dat religie zoveel conflictstof opwerpt in het publieke domein, dat het verwijderen van religie en religieuze argumentatie bevorderlijk is voor een vreedzame en democratische samenleving. Hij voert een krachtig pleidooi voor morele autonomie, het recht van godsdienstkritiek, niet alleen om kritiek op religie (ook op de islam!) te uiten maar ook om van religie te veranderen. Hij noemt als bron van religieus terrorisme dat aanhangers van religies zich baseren op heilige teksten (Bijbel of Koran), en deze als direct motief voor hun handelen opvatten.
Cliteur veegt de vloer aan met allerlei liberale theologen en godsdienstwetenschappers, zoals Karen Armstrong, die stellen dat religie an sich vredelievend en mensvriendelijk is en dat heilige teksten op een niet-letterlijke manier gelezen moeten worden. Zo schildert Tariq Ramadan volgens hem de islam als te liberaal af en ontkracht hij weerbarstige teksten uit de koran (zoals het stenigen van overspelers) door een niet-letterlijke interpretatie.
Cliteur is eerlijk als het gaat om de ware aard van de islam, de ongeloofwaardigheid van het theologisch liberalisme (dat kunststukjes uitvoert om de Schrift te ontzenuwen), maar miskent de positieve waarde van religies als bron van sociaal en moreel kapitaal. Dat religie vanwege haar heteronome ethiek op gespannen voet zou staan met de mens, vrede en gerechtigheid, getuigt van onkunde en onbegrip. Datzelfde valt te verwijten in zijn nieuwste boek Het monotheïstisch dilemma9, een bijzonder goed gedocumenteerd werk over de achtergronden van het religieus terrorisme.
Cliteur kritiseert terecht het negeren van religie als bron van motivatie van islamitische terreuracties en het betitelen van deze motieven als racistisch of niet terzake. Hij gaat te ver door het monotheïsme als zodanig verantwoordelijk te achten voor geweld en intolerantie. Een exclusieve waarheidsopvatting (zoals bij het christendom) hoeft niet te leiden tot het opleggen van deze waarheid aan anderen, laat staan deze met geweld en terreur te verbreiden. Dat neemt niet weg dat Cliteur heel wat materiaal aandraagt dat licht werpt op de blindheid van veel politici en opinieleiders voor de destructieve kracht van religies, met name ook van de islam (zie bijv. de Deense cartoonkwestie).

Naar een postseculiere tijd?
In de wetenschappelijke bundel Exploring the Postsecular. The Religious, the Political and the Urban10, wordt het fenomeen van de postseculiere tijd uitvoerig verkend. De hernieuwde interesse in de rol van religie in de samenleving en de politiek is terug te voeren op een ‘postseculiere wending’ in de westerse filosofie, aldus Justin Beaumont. Hij gebruikt de term postseculier voor het gegeven dat binnen de geseculariseerde sociale structuren van het moderne late kapitalisme de godsdiensten nog steeds erg actief zijn en zeker niet zullen verdwijnen, ongeacht de wijdverspreide aversie onder liberale en secularistische commentatoren. Het geloof speelt steeds meer een rol bij dienstverlenende instituties van de publieke samenleving, met betrekking tot sociale cohesie en hermoralisering van de samenleving.
Postseculier duidt op een postmoderne religieuze beleving of een theologische terugkeer tot orthodoxe religie. Wilhelm Gräb laat zien dat religie een persoonlijke levensovertuiging is geworden, maar geen privé-zaak. Religie is een diepe bron van morele overtuigingen. De toenemende complexiteit van de moderne samenleving, gecombineerd met een bewustzijn van crisis, heeft een persoonlijke zoektocht opgeroepen naar absolute waarheid. Het feit dat politiek en ethiek verwijzen naar religie onderstreept het belang van religie voor de samenleving als geheel, ondanks het verlies van invloed van kerken en godsdienstige instituties. Burgerlijke religie (civil religion) is de seculiere vorm van geïnstitutionaliseerde religie, gebaseerd op een exclusieve aandacht voor de relatie tussen godsdienst, ethiek en politiek.
De Groninger hoogleraar Arie Molendijk stelt dat de scheiding van kerk en staat wel een verlies aan macht van de kerken impliceert, maar dat betekent niet dat religie compleet is geprivatiseerd. De vestiging van een publieke sfeer in de periode van de Verlichting heeft niet de publieke rol van de religie verboden, maar heeft juist nieuwe mogelijkheden geopend in de richting van minder op de staat en meer op de samenleving georiënteerde instituten. Vrije burgers zetten organisaties op met een religieuze doelstelling. De secularisatie heeft niet geleid tot afname, maar tot transformatie en pluralisering van religie. ‘Religion still bonds and take care’.

Conclusie
Wat we uit voorgaand overzicht van publicaties kunnen concluderen is dat het thema seculierneutraal alleen maar actueler is geworden.
De tegenstellingen in de samenleving en de politiek zijn verscherpt vanwege de ontwikkeling van de secularisatie naar secularisme.
Daarmee wordt religie, inzonderheid het chris - tendom maar ook (steeds meer) de islam, als een spelbreker gezien voor de seculiere verworvenheden. Ook blijkt hoe kortzichtig secularisten zijn als ze zich als neutraal presenteren, met een beroep op Verlichtingswaarden. Het is hoog tijd om elkaar eerlijk op de eigen vooronderstellingen te bevragen en ook aandacht te vragen voor de helende kracht van religie voor de samenleving.

Noten
1. H. Baker, The End of Secularism, Crossway, Wheaton (VS), 2010; 224 blz.; $ 17,99.
2. Onder redactie van Erik Sengers & Thijl Sunier, Religious Newcomers and the Nation State. Political Culture and Organized Religion in France and the Netherlands, Eburon, Delft, 2010, 176 blz.; € 19,95.
3. Uitgegevenbij Boekencentrum, Zoetermeer, 2010, 112 blz.; € 11,90.
4. Uitgave Aksant, Amsterdam 2009, 176 blz.; € 24,90.
5. Uitgave Princeton University Press, Princeton & Oxford, 2010, 132 blz., $ 13,95; vertaald in het Nederlands: God op zijn plaats. Het kruispunt van religie en democratie, Atlas, Amsterdam, 2010; 157 blz.; € 18,50.
6. Het ideaal van de neutrale staat. Inclusieve, exclusieve en compenserende visies op godsdienst en cultuur, Boom Juridische Uitgevers, Meppel, 2009; 80 blz.; € 21.
7. Uitgeverij Harvard University Press, 2010; 229 blz.; € 29,50.
8. Uitgeverij Wiley-Blackwell, Chichester (England), 2010, 317 blz., € 19,90.
9. Uitgegeven bij Bert Bakker, Amsterdam, 2011; 288 blz.; € 21,95.
10. Onder redactie van de Groninger hoogleraar Arie L. Molendijk, uitgave Brill, Leiden, 2010; 406 blz.; € 130.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2011

Zicht | 76 Pagina's

Secularisme als nieuwe politieke ideologie

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2011

Zicht | 76 Pagina's