Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Democratie, de beste maar niet onomstreden regeringsvorm

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Democratie, de beste maar niet onomstreden regeringsvorm

14 minuten leestijd

Democratie is een verworvenheid van het Westen, waar we niet graag van af willen. Maar is het ook een regeringsvorm waarop niets is af te dingen? Denkers in het verleden en heden kijken met gemengde gevoelens naar de beste van alle staatsvormen.

Er is nauwelijks een staat te vinden die zich geen democratie noemt, schrijft Van Hooff in zijn boek over de democratie in Athene. Democratie is de wereldnorm, ook al blijft de werkelijkheid soms ver achter bij de aanspraken.

Democratie in Athene
In de oudheid was democratie zeker niet de norm. In 508 brak met Kleisthenes’ hervorming feitelijk de volksmacht in Athene door.
Een feit dat uitbundig werd gevierd en er werd zelfs een godin Dèmokratia in het Griekse Pantheon ingevoerd. De macht in Athene werd verdeeld tussen de areopagus, de ekklèsia of volksvergadering, de archonten en twee nieuwe politieke instellingen: de raad of boulè, die uit 500 leden bestond. De grondslag van de uiteindelijke beslissingsmacht lag bij de ekklesia of volksvergadering waarin alle Atheense burgers ongeacht hun afkomst of vermogen spreekrecht hadden.
Athene was volgens Van Hooff een uitzondering en daarmee ook trots op zijn systeem, dat echter heel anders was dan de moderne democratie. Het kende niet het fenomeen politieke partij en het instituut van volksvertegenwoordiging. Hoe kon een burger voor maar liefst vier jaar zich door een parlementariër laten representeren? Een politieke partij stond de directe relatie tussen de burger en zijn polis in de weg. Het Atheense systeem ging juist uit van wantrouwen. De volksregering berustte op direct bestuur en vroeg van de burger een hoge mate van participatie. Democratie was niet zozeer een politiek stelsel, maar een vorm van beschaving.

Sokrates en Plato
Er waren ook in de oudheid kritische geluiden te horen, die de democratie principieel fout vonden omdat zij mensen van minder allooi zeggenschap zou geven. Bij het volk heerst immers domheid, ordeloosheid en verdorvenheid. In de democratie heeft succes vele vaders, maar voor mislukkingen draait niemand op, stelde een criticus. Mensen van goede familie, die zich met de democratie afgaven, schaamden zich er niet voor dèmagogos te zijn: volksleider.
Robert Nouwen over de keerzijde van de democratie in zijn boek over de klassieke oudheid: “Het hoge ideaal van de democratie waar Pericles zo van droomde, bleek bij momenten niet meer dan één grote chaos waarin allerhande vormen van opportunisme en demagogie veel sterker op de besluitvorming wogen dan het kritisch onderzoek en de bijbehorende discussie.”
Vooral Sokrates en Plato kritiseerden de democratie en de volksmacht. Een van hun kritiekpunten is dat iedereen in de democratie maar mag meepraten. In de democratie wordt het schip van staat overgenomen door een muitende bemanning die van de vaart een groot feest maakt. Democratische leiders zijn banketbakkers of kinderlokkers die met holle woorden het volk naar de mond praten. In de democratie verdwijnt de natuurlijke orde, het natuurlijk rechtsgevoel, het brengt een verval van normen, waarden, cultuur en zelfs van economie te weeg. Tegenover al dit verval plaatst Plato zijn ideale samenleving, die bestaat uit een lagere en hogere kaste. Bovenaan staan de regeerders, die uit filosofen bestaat. In hun hoofd zetelt de wijsheid. De idee dat alle burgers de polis dienen is de aristocraat Plato een gruwel.
In Athene was democratie veel meer dan een stelsel van politieke mechanismen. Zij was een vorm van beschaving. Er bestond een nauwe samenhang tussen volksmacht, publieke moraal en cultuur in engere zin.
Toch blijft er één pijnlijke zaak over: hoe kon het heerlijke democratische Athene ooit Sokrates ter dood hebben gebracht? Sokrates hield zich niet aan de goden van de polis en werd beschuldigd van asebeia: niet goddeloosheid, maar het onthouden van het vereiste ontzag aan de goden. Hij gedroeg zich in religieus opzicht asociaal. Een vergelijkbaar bezwaar volgens Van Hooff trof eeuwen later de christenen: in hun geloof aan een ene, exclusieve God plaatsten ze zich buiten het mensdom.

De Tocqueville
Over de licht- en schaduwzijden van de democratie kunnen we lezen in het onvolprezen meesterwerk Over de democratie in Amerika van de Franse politieke denker Alexis de Tocqueville (1805-1859). Hij koos principieel voor de democratie, enthousiast als hij was over de democratie in Amerika, waar hij een tijdlang verbleef. Democratie is voor hem identiek met gelijkheid. De moderne wereld staat in het teken van de gelijkheid, die een ‘voorbeschikt feit’ is, waar we gewoon iets goeds van moeten maken. In zijn klassieke werk beschrijft De Tocqueville de gevaren indringend, zoals nieuwe vormen van tirannie en onvrijheid, en worden verschillende waarborgen ertegen gepresenteerd, zo zet inleider Andreas Kinneging uiteen. Hij beschrijft hoe De Tocqueville, afkomstig uit de adel en pijnlijk geconfronteerd met bloedige gevolgen van de Revolutie voor zijn familie, toch besefte dat de premoderne, aristocratische tijd met de Franse Revolutie voorgoed voorbij was. De staatsgreep door Napoleon was voor de politicus De Tocqueville reden om zich terug te trekken uit het publieke leven.
De Tocqueville beschrijft in zijn werk de positieve vormgeving van de democratie in Amerika waar burgers uit welbegrepen eigenbelang zich inzetten voor het algemeen welzijn en waar de machtsdeling en machtenscheiding een check zijn op de democratische meerderheid.
Interessant is dat De Toqueville de religie in Amerika waardeert als de belangrijkste politieke institutie die de democratie tempert. Hij ziet religie echter puur vanuit een zuiver menselijk, politiek-filosofisch standpunt, aldus Kinneging. Religie tilt de mens uit boven het platte materialisme en egocentrisme en stelt de vraag naar de zin van het leven en de ethische waarde van de naastenliefde. Religieuze wetten van een bovenaardse autoriteit zijn alleen in staat om de soevereine mens in te perken. Een samenleving zonder religie wordt bedreigd door anarchie of despotisme, aldus Michael Hereth in zijn boek over De Tocqueville. “Tocqueville schijnt dus te erkennen dat totale irreligiositeit juist in een vrije samenleving impulsen in de menselijke psyche in werking stelt die de orde, de stabiliteit en de vrijheid in gevaar brengen.”

Vrijheid
Vrijheid is voor De Tocqueville een bijzondere levenswijze, die onder de waarborgen van de constitutie en de rechtsorde, het samenleven van de burgers bepaalt. Volgens hem zijn de Amerikanen erin geslaagde om de gevaren die de vrijheid in de democratie loopt, te bezweren door een republikeins bestel. Vrijheid en gelijkheid vormen geen onoverbrugbare tegenstelling, al is er in de praktijk wel sprake van een “dramatische concurrentie”.
Het gaat in de democratie om de juiste ordening van de samenleving van gelijken. De democratie die de vrijheid van de burgers dient, heeft behoefte aan de verantwoordelijke medewerking van de burgers en van gedecentraliseerde, dicht bij de burgers opererende instellingen.
Tegelijkertijd laat hij zien hoe de democratie gemakkelijk kan ontaarden in een vorm van ochlocratie of tirannie van de massa. De Tocqueville typeert de tirannie van de meerderheid als zachtmoedig despotisme. Hij beschrijft hoe de staat op een haast ‘vaderlijke’ manier alles bedisselt en kneedt. Een opmerkelijk citaat: “Hij tiranniseert niet, hij hindert; hij hindert, hij onderdrukt, hij verstoort, hij dooft uit, hij stompt af en hij reduceert elke natie tot een kudde schuchtere en vaardige dieren waarvan de staat de herder is.” De meerderheid krijgt zulk een gewicht dat het ten koste gaat van de minderheid, in concreto in Amerika de negers en de Indianen. De publieke opinie heeft daarom in Amerika iets totalitairs. “Ik ken geen land waar in het algemeen minder geestelijke onafhankelijkheid en minder werkelijke vrije discussie bestaat dan in Amerika.”

Individualisme
De oorzaak van de oprukkende staatsmacht is het individualisme. De burgers stortten zich volgens De Tocqueville op hun “kleine en platvloerse genoegens”, jagen op materiële overvloed als hoogste doel in het leven, en zijn afkerig om zich bezig te houden met de publieke zaak. Daardoor grijpt de staat zijn kansen om allerlei problemen aan te pakken.
“Een grote, alles regelende, zich overal bemoeiende staat is dus de keerzijde van de medaille die individualisme heet”, aldus Kinneging. Hij wijst erop dat ook onze democratische samenleving gekenmerkt wordt door een aantal problemen, zoals oprukkend egocentrisme en materialisme, desintegratie, vereenzaming, gebrek aan burgerschap en als reactie een staat die sluipenderwijs een steeds grotere voet tussen de deur van ons privéleven krijgt.
In die zin is De Toqueville actueel als Kinneging tegenover de ontaarde massademocratie de noodzaak van een elite met Geistesadel schetst, die moreel gevormd is door geestelijke waarden, zoals die van de gemeenschap. In dat kader voert Kinneging een pleidooi voor de religion civile van De Tocqueville om de democratie te temperen en ziet hij een lijn van De Tocqueville lopen naar communitaire denkers die de civil society willen revitaliseren (Robert Bellah, Amitai Etzioni, Robert Selznick en Robert Putnam). De Tocqueville heeft volgens Kinneging ook de grondslag gelegd voor de traditie van de christen-democratie.

Verlichting en democratie
Over grondslag gesproken, de bekende Verlichtinghistoricus Jonathan Israel laat in zijn boek Revolutie van het denken zien hoe de radicale tak van de Verlichting aan de oorsprong van de democratie staat. Radicale Verlichting staat voor hem voor een verzameling van basisprincipes zoals democratie, gelijkheid, volledige vrijheid van denken en spreken, uitschakeling van religieus gezag in wetgeving en onderwijs en volledige scheiding van kerk en staat. De radicale Verlichting, zoals vertegenwoordigd door Diderot, d’Holbach en Spinoza, botste met de gematigde Verlichting van Voltaire, die stelde dat het volk de traditionele religie en een oordelende God nodig had om de hartstochten te temmen.
Die radicale Verlichting verwoordt volgens Israel de kernideeën van het moderne, seculiere westen en is van belang voor de héle wereld. Opvallend dat Israel eigenlijk in de lijn van Groen van Prinsterer (zonder hem met name te noemen) de nadruk legt op de intellectuele oorsprong van de Revolutie in filosofische boeken, iets wat de historiografie van de Franse Revolutie volgens hem consequent heeft genegeerd. De Revolutie begon in opruiende boeken! Israel bepleit onomwonden de universaliteit van de seculiere waarden, gebaseerd op ontkoppeling van politiek en staat van welk religieus gezag dan ook. Radicale verlichters als Diderot en d’Holbach verwierpen overigens ook een directe democratie à la Athene. Het gewone volk is in een directe democratie ogenschijnlijk soeverein, maar in werkelijkheid slaaf van “perverse volksmenners” die weten hoe ze de mensen moeten paaien en manipuleren.

Moderne democratie
Hoe functioneert de democratie in deze tijd?
De Amerikaanse politiek filosoof Francis Fukuyama (1952) waagde zich aan een vierdelige serie over het ontstaan van politieke instellingen vanaf de oudheid en de ontwikkeling van de tribale samenleving naar die van moderne staten. Zijn eerste boek De oorsprong van onze politiek is een standaardwerk over het ontstaan van de democratie en behandelt de geschiedenis van de mensheid tot aan de Franse en Amerikaanse Revolutie. Het vervolgdeel gaat over de eeuwen daarna.
In een periode van veertig jaar tussen 1970 en 2010 was er een enorme opkomst van democratieën over de wereld. Tegelijkertijd heeft aan het begin van het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw de democratische malaise verschillende vormen aangenomen. In landen als Rusland en Iran vond er een ondubbelzinnige omkering van democratische ontwikkelingen plaats. De conclusie van Fukuyama: “Liberale democratie is meer dan verkiezingen: het gaat om een ingewikkelde verzameling instellingen die machtsuitoefening reguleren en beheersen door middel van de wet en een systeem van controlemechanismen.”
Het falen van de democratie ligt niet aan het concept, maar eerder aan de uitvoering. Politiek verval vindt juist plaats wanneer systemen er niet in slagen zich aan te passen aan de omstandigheden. Fukuyama wijst op de grote financiële crisis in de Verenigde Staten, waar de vrije markt niet zelfregulerend is gebleken en het overheidsapparaat tot stilstand komt omdat iedereen alleen nog naar zijn eigenbelang kijkt en privileges verdedigt. Politieke instellingen berusten op een verborgen institutioneel fundament van eigendomsrechten, rechtsorde en een basisvorm van politieke orde. Economen zijn het er de laatste tijd over eens: arme landen zijn niet arm vanwege een gebrek aan bronnen, maar vanwege een gebrek aan effectieve politieke instellingen. Een succesvolle moderne liberale democratie combineert volgens Fukuyama drie zaken: de staat, de rechtsorde en de politieke verantwoording. Juist het huidige proces van politiek verval laat zien hoe kwetsbaar democratie is. “Er is geen garantie dat een democratie in staat zal blijven haar belofte aan haar burgers na te komen, en dus geen garantie dat ze legitiem zal blijven.”

Betekenis religie
Interessant is dat Fukuyama ook de functionele rol van religie erkent in het versterken van normen en het schragen van gemeenschappen. Religieus gezag kan veel beter dan economisch voordeel verklaren waarom een vrij tribaal volk bereid zou zijn om het gezag permanent te delegeren aan één individu. Hij beschrijft uitvoerig hoe de Europese rechtsorde was geworteld in het christendom. De moderne juridische orde vindt haar oorsprong in de strijd van de Katholieke Kerk tegen de keizer aan het eind van de elfde eeuw.
De kerk was daarmee op langere termijn minstens zo belangrijk als de Reformatie als drijvende kracht achter belangrijke aspecten van de modernisering. Door het bestaan van een opzichzelfstaand religieus gezag, raakten heersers eraan gewend dat zij niet de ultieme bron van recht waren. We beluisteren hierin het gedachtegoed van De Tocqueville als Fukuyama stelt dat religieuze overtuigingen mensen helpen te motiveren om dingen te doen die ze anders niet zouden doen als ze alleen geïnteresseerd waren in middelen of materieel welzijn. “Alleen op rationeel eigenbelang gebaseerde collectieve actie is volkomen ontoereikend als verklaring voor de mate van sociale samenwerking of altruïsme in menselijke samenlevingen.”

Democratie als evenwicht
Ware democratie is niet vanzelfsprekend, zo betoogt de schrijver, niet alleen in landen als Irak, Afghanistan, China en India, maar ook in het Westen. Ware democratie kan pas slagen na “een lang, kostbaar en ingewikkeld proces van institutionele opbouw.” Maar pas op, waarschuwt de schrijver, een sterk ontwikkelde civiele samenleving kan ook een bedreiging zijn voor de democratie en kan zelfs tot politiek verval leiden, zoals blijkt uit onverdraagzaamheid als gevolg van etnisch of raciaal chauvinisme, belangengroeperingen die zichzelf verrijken en excessieve politisering van economische en sociale conflicten.
Democratie werkt door het evenwicht tussen een sterke staat en een sterke samenleving.
De liberale democratie mag nu gelden als de meest legitieme bestuursvorm, die legitimiteit is afhankelijk van haar effectiviteit. “De moderne democratieën hebben vele tekort - komingen, maar aan het begin van de een - entwintigste eeuw is de belangrijkste waarschijnlijk de zwakte van de staat: de hedendaagse democratieën worden te snel gestremd en star, waardoor ze niet in staat zijn om moeilijke beslissingen te nemen die nodig zijn voor hun economische en politieke voortbestaan op lange termijn.”
Wie deze zoektocht naar de democratie door de eeuwen onderneemt, beseft hoe complex deze populairste regeringsvorm is. We kunnen niet achter de democratie terug, willen dat ook niet meer, maar beseffen ook dat zij niet vanzelfsprekend is en altijd weer opnieuw bevochten moet worden. Vooral relevant lijkt me de waarschuwing door de eeuwen heen van de tirannie van de meerderheid als nevenverschijnsel van de macht van het volk. Daarom is ideologische normering van de democratie en een steeds opnieuw uitgewerkt geheel van “checks and balances” een must om zich hiertegen te wapenen. Al is de tirannie van de meerderheid een zachte despoot, zij blijft een despoot die vermoedelijk in een secularistische samenleving als de onze steeds meer van zich laat horen.

Mede naar aanleiding van:
• Alex de Tocqueville. Over de democratie in Amerika; uitg. Lemniscaat, Roterdam, 2011; 1166 blz.; € 64,50;
• Michael Hereth, Tocqueville; uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2011; 155 blz.; € 12,50;
• Francis Fukuyama, De oorsprong van onze politiek; uitgeverij Contact, Amsterdam, 2011; 572 blz.; € 69,95;
• Jonathan Israel, Revolutie van het denken. Radicale verlichting en de wortels van onze democratie; uitg. Van Wijnen, Franeker, 2011; 239 blz.; € 25.
• Anton van Hooff, Athene. Het leven van de eerste democratie; uitg. Ambo, Amsterdam, 2011; 271 blz.; € 24,95;
• Robert Nouwen, De erfenis van de oudheid voor de mens van nu; uitg. Davidsfonds, Leuven, 2011; 238 blz.; € 27,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2011

Zicht | 108 Pagina's

Democratie, de beste maar niet onomstreden regeringsvorm

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2011

Zicht | 108 Pagina's