De refozuil en de ‘boze’ buitenwereld
De refozuil lijkt vaak een bolwerk, van waaruit amper contact is met de buitenwereld. Tegelijkertijd opereren refos soms als grijze muizen in de wereld en doen zij aan van alles volop mee. Onderschat echter niet de moeilijkheid om werkelijk met deze wereld in contact te komen en het eigene van het christelijk geloof onder woorden te brengen, stellen drie 5-vwo-leerlingen van de Van Lodensteincollege in Amersfoort, Jan Pieter Kooy, Andreas Vos en Julianne van Meerten.
De refozuil ligt regelmatig onder vuur in de seculiere wereld. Maar ook intern is er kritiek: Is de refozuil vaak niet even seculier bezig, alleen dan met een christelijk sausje? Reformatorischen gebruiken immers hypermoderne middelen, zijn de hele dag online, maar slagen er vaak niet in de seculiere wereld te verbinden met geloof en kerk. Kortom, dualisme lijkt een groot gevaar voor de reformatorischen. Anders gezegd: Is godsdienst in de refozuil niet slechts een uitwendig aanhangen van de leer of het opvolgen van een stel regels, zonder innerlijke betrokkenheid vanuit het geloof?
De vwo-leerlingen herkennen voor zichzelf niet het gevaar van een ‘boze’ buitenwereld.
Jan Pieter: “De buitenwereld zou ik niet tegenover de refozuil zetten, die hoort er gewoon bij. Zij is niet iets vijandigs, dus waarom zou je bijvoorbeeld geen gebruik van de social media kunnen maken? Je moet daarin jezelf durven zijn.”
Andreas: “Kijk uit voor vooroordelen over die moderne wereld. Iedereen gaat in die wereld, ook ten aanzien van het gebruik van sociale media, zijn eigen weg. Op school heersen bepaalde regels, maar zodra je buiten de school bent, gelden weer andere ongeschreven, morele voorschriften. Het is de kunst om die beide werelden te verbinden.”
Hoe doe je dat: getuigend, kritisch, volgend?
Andreas: “Bij het gebruik van sociale media is het slecht voor je netwerk, zo niet dodelijk, als je je te nadrukkelijk daarop als christen presenteert. Ik bedoel: je moet je niet extreem opstellen, maar dingen uitleggen die je bedoelt. Anders kwets je onbedoeld mensen en werkt het alleen maar tegen je.”
Julianne: “Het maakt wel degelijk uit hoe je je presenteert op bijvoorbeeld Facebook. Ik gebruik wel eens Bijbelteksten of oneliners om daaraan een bepaalde kleur te geven.”
Jan Pieter: “Toch moet je daarmee voorzichtig zijn, het kan ook een averechts effect hebben. De meeste contacten die je hebt, zijn overigens zakelijk, waarin je je niet profileert als gelovige.”
Andreas: “Refo’s komen niet goed over in de media. Ze zijn een aparte zuil geworden.”
Julianne: “Het is daarom belangrijk dat refojongeren op school goed voorbereid worden op de wereld die ze later zullen ingaan. Ik ben bang dat het daaraan wat schort.”
Andreas: “De wereld wordt vaak als eng gezien, zonder te zien op de mogelijkheden die de wereld biedt. De wereld heeft ook goede punten waar wij van kunnen leren.”
Julianne: “De wereld is zeker niet alleen een bedreiging. Maar als je niet zelf sterk in je schoenen staat, dan zal het niet meevallen om staande te blijven. Je moet een goede geestelijke basis, een fundament hebben om werkelijk te kunnen overleven.”
Zijn refo-jongeren vaak niet net grijze muizen?
Julianne: “Ik denk van wel. Dat is niet Bijbels, want de Bijbel roept op tot getuigen.”
Jan Pieter: “Ik herinner me het verhaal van een leraar die politie-agent was en die jarenlang een christelijke collega had die niet bad en dankte voor zijn eten. Zo iemand maakt zichzelf ongeloofwaardig.’
Andreas: “Het is niet gemakkelijk om op te vallen, maar ik denk dat duidelijkheid juist wordt geaccepteerd.”
Julianne: “Als het maar niet jouw mening is die je zo graag naar voren wilt brengen en die het voor het zeggen moet hebben.”
Jan Pieter: “Je moet jouw mening nooit presenteren als een feit. Daarom is het belangrijk om op school niet alleen aan apologetiek te doen, maar ook aan assertiviteit. Het is niet alleen van belang wát je vertelt, maar ook hóe je het vertelt.”
Julianne: “Laat zien dat je andere keuzes maakt, maar dat je de ander wel vrijlaat om tot andere standpunten te komen. Je mag je mening nooit aan anderen opleggen.”
Maar je wilt ook dat de ander tot geloof in God gebracht wordt.
Andreas: “Je ziet dat Bijbelse argumenten bij mensen in de wereld niet werken als de ander niet in de Bijbel gelooft. Dan spelen andere, bijvoorbeeld morele argumenten wel een rol, zoals waarden en normen.”
Geworteld
De drie studenten zijn ermee eens dat innerlijk geworteldheid in de Bijbel en de reformatorische traditie fundamenteel is om staande te blijven.
Julianne: “Als je geen persoonlijke relatie met God hebt, is er niet veel om van en over te getuigen en merkt de wereld al gauw genoeg dat je niet door een overtuiging gedragen wordt.”
Andreas: “Als je vanuit een reformatorische school in de wereld komt, bijvoorbeeld met je studie, blijkt dat alleen diepe overtuigingen je staande houden. Veel middelmatige dingen, zoals de rok/broek discussie vallen dan weg.”
Het stereotype van refo’s die onverschillig zijn, klopt dat?
Andreas: “Het is zelfs heel logisch. Kerk en school sluiten vaak slecht aan bij de leefwereld van jongeren. Als in de kerk niet wordt ingegaan op vragen en problemen van jongeren, is het wel erg moeilijk om in God te geloven. “
Wat is dan de waarde van het reformatorisch middelbaar onderwijs?
Andreas: “Het is een terugtrekplek.”
Jan Pieter: “Het heeft me persoonlijk niet veel geholpen, maar ik kan me wel voorstellen dat er jongeren zijn die er vooral in de eerste jaren er wat aan gehad hebben.”
Julianne: “De kwestie van het fundament waarop jij je leven bouwt mag voor mij wel meer aandacht krijgen. Op een reformatorische school wordt erg weinig ingegaan op je persoonlijk geloof.”
Andreas: “Ik heb dit onderwijs nu zelf minder nodig nu ik in de bovenbouw zit. Ik zou nu best op een openbare school kunnen zitten.”
Grondhoudingen
Dr. W. Fieret, lector identiteit van het Hoornbeeck College in Amersfoort, herkent in dit gesprek de drie grondhoudingen die hij onlangs onder meer dan 130 reformatorische jongeren constateerde, op grond van een enquête: verbinders, schakelaars en ontkoppelaars.
Bij deze indeling gaat het vooral om vraag of en in hoeverre jongeren zich in hun dagelijkse leven laten leiden door Bijbelse waarden en normen. De verbinders proberen op een serieuze manier de Bijbel te verbinden met hun dagelijkse leven. Voor hen is de Bijbel dé belangrijke Bron. Ontkoppelaars hebben innerlijk al afscheid genomen van het christelijk geloof. Voor hen heeft de Bijbel geen betekenis.
Tussen die twee uitersten in zitten de schakelaars. Zij schakelen tussen twee waardenstelsels, het seculiere en het Bijbelse. Voor hen is de Bijbel een van de bronnen waaruit ze inspiratie putten. Het grootste deel van onze jongeren zijn schakelaars. Uit gesprekken met collega’s uit het reformatorisch onderwijs in Canada en de Verenigde Staten, blijkt volgens Fieret dat die categorisering ook voor hun leerlingen geldt. Ook zij constateren dat het aantal schakelaars het grootst is.
Wat is uw indruk van dit gesprek? Herkenbaar of schokkend?
“Het is herkenbaar en komt in grote lijnen overeen met de onderzoeksresultaten van het lectoraat. Je merkt dat jongeren een bepaalde manier hebben gevonden om in een vrijwel geheel geseculariseerde wereld te functioneren. Een paar belangrijke kenmerken van die manier van omgaan zijn: de ander vrij laten, je eigen mening niet opleggen, oppassen dat er geen irritatie ontstaat bij andersdenkenden, want dat is contraproductief. Die omschrijvingen komen in de buurt van vrijblijvendheid. Anderen laten je vrij, dan moet jij dat ook doen, is de redenering. Aan de andere kant realiseren ze zich ook goed dat anderen duidelijkheid willen hebben over wat je drijft. Je levenshouding, je uitstraling en je concrete gedrag bieden aanknopingspunten voor een gesprek over wat je levensbeschouwing is. Ik hoorde een jongere eens zeggen: Het moet eigenlijk zo zijn dat ze naar jou komen en jij niet naar hen toegaat om te zeggen hoe het zit. Dat illustreert de manier van omgaan en de betekenis van de levenshouding.
Uit het gesprek blijkt ook dat de waarde van het reformatorisch, dus zuilgebonden onderwijs, niet onderschat wordt. Een woord als terugtrekplek roept associaties op met veiligheid, nadenken en toerusting. De school helpt jongeren. Dat is in de groei naar de volwassenheid een belangrijk aspect. Daarmee geven zij en anderen aan dat het zuilgebonden onderwijs jongeren voorbereidt om hun plaats in de samenleving op een Bijbels verantwoorde wijze in te nemen.”
Dr. K. van der Zwaag, redactievoorzitter
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2012
Zicht | 92 Pagina's