Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Juist christenen dienen mensenrechten te omarmen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Juist christenen dienen mensenrechten te omarmen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Politieke aandacht vragen voor vervolgde christenen is al lange tijd één van de speerpunten van de christelijke politiek, waaronder met name de SGP. In het kader van geloofsvervolging wordt er door de christelijke politieke partijen meestal gepleit voor rechten voor minderheden of voor mensenrechten. Toch zijn reformatorische christenen vaak een tikje huiverig voor de term mensenrechten. Waar komt deze aarzeling vandaan? En waarom zouden juist christenen pal moeten staan voor die mensenrechten?

Vervolging vanwege geloof, met name christenvervolging, is van alle tijden en plaatsen. Van vervolging zal ook altijd sprake zijn.

Jezus spreekt hierover, bijvoorbeeld in Johannes 16 vers 33: “In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen.” De geschiedenis van christenvervolging gaat ver terug. In de Bijbel staan voorbeelden beschreven van ernstige vervolgingen, maar er zijn ook vele andere geschriften die spreken over vervolgingen van de christelijke kerk. Een bekende geschiedenis is die van keizer Nero (54 - 68 na Christus) en niet lang daarna breken de hevige vervolgingen onder keizer Domitianus uit (81 - 96 na Christus). Onder de regering van Domitianus werd de discipel Johannes verbannen naar het eiland Patmos.1

De meer recente geschiedenis biedt eveneens voldoende voorbeelden van ernstige vervolging. Het gevaar van verdrukking en vervolging kwam daarbij niet alleen van de kant van ongelovigen of groepen die een andere god dienen, maar ook van een kant die tot het christendom wordt gerekend, met name de Rooms-katholieke Kerk. In de late middeleeuwen en de vroeg moderne tijd werd de inquisitie ingesteld om het protestantisme te bestrijden en de zogenoemde ketterij tegen te gaan.2 Velen die Gods Woord beleden, stierven een gruwelijke marteldood.

De jongste geloofsvervolging in Nederland was gericht tegen de Afgescheidenen, die zich onder leiding van ds. H. de Cock in 1834 hadden onttrokken van de Nederlandse Hervormde Kerk. Deze repressie vond plaats onder leiding van een liberale minister van Justitie, mr. C.F. van Maanen.

Actuele ontwikkelingen

Nederland kent nu geruime tijd een democratische rechtsstaat waarin protestantse christenen in vrijheid kunnen leven en waar ieders rechten zijn vastgelegd in de Grondwet. Toch zijn niet weinig christenen in de rest van de wereld tegenwoordig steeds vaker doelwit van religieus geweld. Vooral in landen waar de islam oprukt en radicaal-islamitische bewegingen de sharia willen opleggen aan ‘ongelovigen en ongehoorzamen’, neemt de verdrukking toe.

De voorbeelden van aanslagen tegen en discriminatie van christenen stapelen zich op. Denk aan aanslagen door de radicaal-islamitische beweging Boko Haram3 die aanslagen pleegt op roomsen en protestanten in Nigeria. Of neem de kopten in Egypte die na de val van het regime van oud-president Hosni Mubarak verder in het nauw zijn gekomen en steeds vaker slaags raken met de islamitische meerderheid in het land. Ook in Syrië, waar christenen nog steeds worden gezien als aanhangers van president Assad, neemt de verdrukking enorm toe. Daarnaast is er in Noord-Korea nog geen enkele verbetering te zien na het aantreden van Kim-Jung Un als grote leider van het stalinistische land. Dit zou kunnen worden aangevuld met vele andere voorbeelden die minstens zo zorgelijk zijn.

Jaarlijks stelt ‘Open Doors’, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen in de wereld, een ranglijst op met de vijftig landen waar christenen de meeste repressie ondervinden. ‘Open Doors’ spreekt wereldwijd over meer dan 100 miljoen vervolgden om hun geloof. Over de ranglijst christenvervolging van het jaar 2013 zegt ‘Open Doors’ het volgende: “Een aantal landen op de lijst daalt, niet per definitie omdat het in deze landen beter gaat, maar omdat de vervolging in andere landen is toegenomen.”4 Ook de Duitse organisatie ‘Kirche in Not’ stelt dat wereldwijd de christenvervolging toeneemt. Volgens deze organisatie is dit vooral te wijten aan de stijging van het geweld tegen christenen in het Midden-Oosten en Afrika.5 Net als ‘Open Doors’ stelt ‘Kirche in Not’ dat de situatie in Noord-Korea de laatste jaren eerder is verslechterd dan verbeterd.

Christenen wereldwijd

Nu kan de vraag rijzen welke stromingen ‘Open Doors’ schaart onder het christendom en wanneer er sprake is van geloofsvervolging. ‘Open Doors’ definieert christenvervolging als volgt: “Elke vorm van vijandigheid als gevolg van het openbaar belijden van het geloof in Jezus Christus.”6 Jezus Christus staat hierin centraal. De definitie van een christen vindt zijn oorsprong in het geloof in Jezus Christus. Een Amerikaans onderzoek van het ‘Pew Research Center’7 naar het christendom stelt dat er wereldwijd ongeveer 2,18 miljard christenen zijn. In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende stromingen, waarvan het katholicisme met 50,1% (ruim één miljard aanhangers) verreweg de grootste groep gelovigen vormt. De twee andere stromingen zijn de protestanten en de orthodoxen met respectievelijk 800 miljoen en 260 miljoen aanhangers wereldwijd.

Het gemeenschappelijke van alle stromingen binnen het christendom is het geloof in Jezus Christus, de Zoon van God. Dit fundamentele geloof is het samenhangende element waarom roomsen, kopten of orthodoxen tot het christendom worden gerekend. De SGP moet opkomen voor alle vervolgde christenen. Het maakt in dat geval niet uit of het gaat om een oosters-orthodoxe Armeen, een koptische Egyptenaar, een baptist in Nigeria of een katholiek in Colombia.

Mensenrechten

Waarom moet de SGP opkomen voor alle vervolgde christenen? En mag de partij zich daarbij beroepen op mensenrechten? Veel reformatorische christenen zijn wat huiverig voor de term mensenrechten. Bij de vraag waarom, komt al snel naar voren dat men denkt dat mensenrechten veelal zijn opgesteld door een seculiere meerderheid en dat het individu centraal staat. Daar komt bij dat mensenrechten vaak worden gebruikt om seculiere normen en waarden aan (orthodoxe) gelovigen op te leggen.

Een recent voorbeeld daarvan is het opdringen van de acceptatie van het homohuwelijk en homorechten aan christenen die daar op grond van de Bijbel bezwaren tegen hebben. Neem bijvoorbeeld het recent verplicht stellen van de zogenoemde ‘homovoorlichting’ op alle scholen8 en het aan de kant zetten van de gewetensbezwaarde ambtenaar. Het initiatief- wetsvoorstel om een eind te maken aan de ‘weigerambtenaar’ werd breed gedragen in de Kamer en ondersteund door teksten uit de Grondwet. De fractie van D66 diende zelfs een wetsvoorstel in om discriminatie op basis van seksuele geaardheid op te nemen in artikel 1 van de Grondwet9. In artikel 1 staat nu dat er niet mag worden gediscrimineerd op basis van ras, geloof, geslacht, levensovertuiging of politieke gezindheid of welke grond dan ook.10

Door dit wetsvoorstel zullen trouwambtenaren, die hun visie op het huwelijk baseren op het Woord van God – en als gevolg daarvan het vrij recent ingevoerde ‘homohuwelijk’ beschouwen als een ‘nding’- niet meer hun werk kunnen uitoefenen. Dit is een verdrietig signaal voor christenen en draagt niet bijaan de wil en de moed om te pleiten voor mensenrechten elders in de wereld.

Christelijke interpretatie van mensenrechten

Toch stelden de SGP-jongeren in een artikel in het ‘Reformatorisch Dagblad’ van 23 januari 2012 dat juist een christen voorstander dient te zijn van mensenrechten. Mensenrechten kennen hun oorsprong namelijk in het christelijke gedachtegoed. Ook zijn in veel mensenrechtenbepalingen thema’s als vrijheid en barmhartigheid terug te vinden.11 In december 1948 is tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele verklaring van de Rechten van de Mens aangenomen. Deze Verklaring is slechts een aftreksel van het oorspronkelijke christelijke denken over mensenrechten. Tegenwoordig staat de mens als individu centraal en wordt hij beoordeeld als een goed wezen dat recht heeft op geluk. Christenen daarentegen moeten blijven strijden voor mensenrechten en een christelijke interpretatie volgen om te kunnen pleiten voor geloofsvrijheid overal ter wereld. Als mens hebben we allen de plicht gekregen om zorg voor elkaar te dragen.

De Algemene Vergadering proclameert deze Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als het te bereiken ideaal voor alle lidstaten en alle organen van de gemeenschap. Met deze Verklaring dient het een voortdurend streven te zijn om deze rechten en vrijheden te bevorderen en deze rechten, door maatregelen op nationaal en internationaal terrein, algemeen en daadwerkelijk te doen erkennen en toe te passen.12

Artikel 18

In het licht van geloofsvervolging kan vooral artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens worden aangewend om te pleiten voor wereldwijde godsdienstvrijheid: Artikel 18: “Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.”13

Helaas willen veel partijen in de Tweede Kamer en ook de Minister van Buitenlandse Zaken er niet van weten om geloofsvervolging zo specifiek te benoemen. Dat zou ‘positieve discriminatie’ zijn van gelovigen ten opzichte van niet-gelovigen.

Strikt genomen is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens juridisch niet bindend. Een land kan er dus niet om worden veroordeeld. Maar deze ondertekende Verklaring kan wel als een spiegel worden voorgehouden aan landen als Saudi-Arabië, Egypte en Iran. Op basis van deze mensenrechten kan en mag de christelijke politiek te allen tijde pleiten voor geloofsvrijheid in de wereld. Naast dat het voor ons als christenen een taak is om voor vervolgde broeders en zusters op te komen, is vervolging om het geloof, uitgaande van de VN-Verklaring, een grove schending van de mensenrechten waar aandacht voor moet worden gevraagd.

Geloofsvrijheid voor álle christenen

Elke christelijke politieke partij zou, wanneer mensenrechten worden geschonden, blijvend aandacht moeten vragen voor wereldwijde godsdienstvrijheid. Ongeacht welke stroming van het christendom men aanhangt en ongeacht hoeveel mensen er worden vervolgd.

Fundamentele mensenrechten die in de gehele wereld worden gehanteerd, kunnen gebruikt worden als pleitgrond voor christelijke vrijheid. Ondanks de secularisatie in de Westerse wereld kan hier een christelijke interpretatie aan worden gegeven. In de gereformeerde visie ligt het uitgangspunt niet bij de persoonlijke rechten van de individuele mens, maar bij het recht van God dat liefde tot God en de naaste eist. De Tien Geboden kunnen we zien als een omheining die dient ter bescherming en bevordering van het door God geschonken leven.14 In alle gevallen van vervolging en openbare vijandigheid tegen christenen is er sprake van een grove schending van het door God geschonken leven. Fundamentele mensenrechten vormen het juridische kader op grond waarvan hiervoor aandacht kan worden gevraagd.

Het leed van de vervolgde broeders en zusters in de wereld zou ons ook zeker tot gebed moeten aansporen. Wij kennen geen vervolging in Nederland en dat is een groot voorrecht. Hun vasthoudendheid in het geloof is voor ons niet alleen jaloersmakend, maar vaak ook beschamend. Des te meer moeten wij als christenen in het algemeen pleiten voor internationale geloofsvrijheid en de beschikbare middelen, zoals het pleiten op basis van internationaal erkende mensenrechten, daarvoor intensief benutten.

Maarten den Dekker, politiek secretaris van SGP-jongeren


Noten

1 Miller, A. Algemene geschiedenis van de christelijke kerk. Uit het Woord der Waarheid, 2001.

2 J.H. Landwehr, Handboek der Kerkgeschiedenis. Vier delen. Kampen: J.H. Kok, 1922, 2e druk. Hieraan is tekst ontleend.

3 ‘Timmermans: Christenen niet enige doelwit Boko Haram’, in: Reformatorisch Dagblad, 07-05-2013, zie http://www.refdag. nl/kerkplein/christenvervolging/nigeria/timmermans_christenen_niet_enige_doelwit_boko_haram_1_736595.

4 Open Doors (2013), 9 feiten over de ranglijst van 2013, zie http://www.opendoors.nl/vervolgdechristenen/ranglijst-christenvervolging- 2013/verdieping/negen-feiten-over-de-ranglijst-christenvervolging-2013/.

5 Waitzmann, T., Kirche in Not (2013), Christen in Bedrängnis und Verfolgung, zie http://www.kirche-in-not.de/was-wirtun/ christen-in-bedraengnis-und-verfolgung.

6 Ron Boyd McMillan (2013), Verandering van methode, zie http://www.opendoors.nl/vervolgdechristenen/ranglijst-christenvervolging- 2013/verdieping/verandering-van-methode/.

7 Pew Research Center (2011), Global Christianity; a report on the size and distribution of the world’s largest Christian population, zie http://www.pewforum.org/Christian/Global-Christianity-exec.aspx.

8 Langelaar, Jeroen, ‘Verplichte ‘homovoorlichting’ scholen aangepast na kritiek’, in: Elsevier, 29-09-2012; zie http://www.elsevier. nl/Nederland/nieuws/2012/9/Verplichte-homovoorlichting-scholen-aangepast-na-kritiek-ELSEVIER350771W/

9 ‘D66 dient wetsvoorstel weigerambtenaar in’, in: de Volkskrant d.d. 03-08-2012, zie http://www.volkskrant.nl/vk /nl/10637/VK-Dossier-Verkiezingen-van-2012/article/detail/3296224/2012/08/03/D66-dient-wetsvoorstel-weigerambtenaarin. dhtml

10 Nederlandse grondwet art. 1, zie http://www.parlement.com/id/vhnnmt7jesyv/hoofdstuk_1_grondwet_volledige_tekst

11 Otte, Adriaan; Panhuis van de, Gert-Jan, ‘Juist christen dient voorstander te zijn van mensenrechten’, in: Reformatorisch Dagblad d.d. 23-01-2012; zie http://www.refdag.nl/opinie/juist_christen_dient_voorstander_te_zijn_van_mensenrechten_ 1_617525

12 United Nations Department of Public Information. Universal Declaration of Human Rights, zie http://www.ohchr.org /en/udhr/pages/Language.aspx?LangID=dut

13 United Nations Human Rights (1948). Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zie http://www.ohchr.org /en/udhr/pages/Language.aspx?LangID=dut

14 J.H. Visser e.a., Ver weg en toch dichtbij. SGP-visie op buitenlands beleid, Houten 1996, p. 58,59.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2013

Zicht | 80 Pagina's

Juist christenen dienen mensenrechten te omarmen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2013

Zicht | 80 Pagina's