Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liefde in viervoud - Over misbruik en gebruik van het woord liefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liefde in viervoud - Over misbruik en gebruik van het woord liefde

15 minuten leestijd

Liefde is een veel rijker begrip en kent meerdere lagen dan de verliefdheid of romantische liefde waartoe zij veelal wordt gereduceerd. In 1960 schreef de Engelse literator en denker C.S. Lewis (1898-1963) hierover een prachtig boekje: De vier liefdes. Het kan ons wapenen tegen het schier alomtegenwoordige misbruik van het woord liefde in onze samenleving.

In onze samenleving wordt veel over liefde gepraat en geschreven. Liefde is het meest bezongen thema. Ook in veel romans, films en toneelstukken komt het onderwerp aan de orde. Maar heel vaak gaat het dan over één kant of verschijningsvorm van de liefde. En dan niet eens de meest wezenlijke. Zonder enige overdrijving kunnen we stellen dat in onze tijd en cultuur een vertekend beeld van de liefde domineert.

Liefde is een gelaagd en veelomvattend begrip. Met een aantal voorbeelden kan dit duidelijk worden gemaakt. Zo heb je liefde voor je vrouw of man, je kinderen, je ouders en de verdere familie. Liefde voor vrienden (vriendschap) is weer anders dan (naasten)liefde voor buren, collega’s, klasgenoten of kerkleden. Gastvrijheid is een vorm van liefde jegens vreemdelingen. Geloven in God is in essentie liefde tot God. Naast de liefde tot personen is er de liefde voor de waarheid, vaderlandsliefde en bijvoorbeeld liefde voor een bijeengebrachte verzameling, voor de natuur, voor cultuurschatten en voor de taal. Kortom, liefde is onnoemelijk veelzijdiger dan de heersende gedachte aan verliefdheid, romantische of seksuele liefde.

MISBRUIK VAN HET WOORD LIEFDE

Nu is het wel een nadeel dat de Nederlandse taal geen verschillende woorden kent voor deze onderscheiden aspecten van liefde. Voor gevende en ontvangende liefde hebben we geen afzonderlijke termen tot onze beschikking. Zo ook niet voor vriendschappelijke liefde, verliefdheid of seksuele gemeenschap. In onze taal is dit allemaal te benoemen met dat ene woord: liefde.

Het grote risico hiervan is een ijdel gebruik van het woord liefde. Dit misbruik wordt zo allesdoordringend, dat haast iedereen de gangbare, zeer beperkte opvatting van liefde overneemt.

Verder de helling afglijdend komen we uit bij een ‘vervorming’ van liefde, die op den duur een eigen leven gaat leiden. Zo komt het dat een Schriftwoord als ‘God is liefde’ (1 Johannes 4:16) een diametraal andere betekenis verkrijgt. Velen vatten het inmiddels namelijk zo op: ‘Liefde is god’. In zijn boekje The Four Loves uit 1960 schrijft Lewis dat liefde “een duivel wordt zodra zij een god begint te worden.”1 Wie zichzelf, zijn geliefde naasten en anderen wil wapenen tegen deze ‘heidense omkering’ van wat ware liefde is, zou naast de Bijbel dit juweeltje van Lewis moeten lezen. Het boekje De vier liefdes komt voort uit een aantal radiolezingen die hij in 1957 heeft gehouden in de Verenigde Staten. Op grond van de vier woorden voor liefde in het Oudgrieks onderscheidt Lewis vier facetten, lagen of trappen in de liefde. Van laag naar hoog: 1. genegenheid (storgè); 2. vriendschap (philia); 3. het huwelijk (eros) en 4. de liefde tussen God en mens (agapè).

HOGER EN LAGER

Als het gaat om de gelaagdheid in de liefde- structuur van de werkelijkheid, valt Lewis terug op Thomas à Kempis die in zijn boek De navolging van Christus schrijft: “Het hoogste bestaat niet zonder het laagste.”2 Het een kan niet zonder het ander. De nederige zaken worden opgetild in de hogere, maar tegelijk kunnen de hogere zaken niet worden geïsoleerd van de lagere. Lewis: “Elke menselijke liefde heeft op haar toppunt de neiging voor zichzelf goddelijk gezag op te eisen. Haar stem neigt ertoe te klinken als sprak ze de wil van God zelf. Ze zegt ons niet te vragen wat het kost, ze eist een totale overgave, ze probeert alle andere aanspraken terzijde te stellen en ze wil doen geloven dat alles wat we oprecht ‘uit liefde’ doen daarmee ook wettig is en zelfs verdienstelijk.”3 Zo proberen erotische liefde en vaderlandsliefde vaak ‘god te worden’. Maar dit gaat ook op voor genegenheid voor ons gezin. Denk aan moeders die zichzelf totaal wegcijferen en geheel opofferen voor hun man en kinderen. Lewis observeert heel scherp: we trappen in die valkuil doordat natuurlijke liefdes hun godslasterlijke aanspraken niet doen wanneer ze op hun slechtst, maar juist als ze op hun best zijn, puur en verheven. We moeten ons telkens realiseren dat onvoorwaardelijke trouw alleen God toekomt.

Lewis benadrukt dat de vergoddelijking van de menselijke liefde niet bestreden kan worden door haar te ontluisteren. Het hoogste staat immers niet los van het laagste. Wie het nationalisme verkeerd vindt – en dat is het, moet niet in de fout vervallen door het eigen land te verguizen, dan wel de Europese Unie of Verenigde Naties op te gaan hemelen. Met gezonde vaderlandsliefde is namelijk niets mis. Wie de uitputting van natuurlijke bronnen en het leed dat dieren wordt aangedaan zonder meer goedpraat, negeert de notie van het bijbels rentmeesterschap. Maar wanneer de liefde voor de natuur “zich opwerpt als een religie, begint ze een god te worden – en dus een duivel. En duivels houden nooit hun beloften. De natuur ontvalt hen die proberen in hun liefde voor de natuur op te gaan”, aldus Lewis. 4 Wie het benadrukken van een hechte band in het gezinsleven maar gezwijmel vindt dat naar spruitjes riekt, moet niet van de weeromstuit elke vorm van gezinspolitiek naar het privédomein verwijzen. Want dan wordt het belang van een goed gezinsleven voor de toekomst van de gehele samenleving veronachtzaamd.

GENEGENHEID

De onderste laag van de liefde betreft de genegenheid (storgè). Lewis typeert deze als de nederigste en meest verspreide liefde. Maar daarom is zij niet van minder waarde. Genegenheid vinden we vooral tussen ouders en kinderen. Maar ze strekt zich veel verder uit. Ook in het dierenrijk vinden we de liefde die dieren voor hun jongen of soortgenoten hebben. Het is dan ook de liefde die het minst scherp onderscheid maakt. “Van alle liefdes is het de meest katholieke, de minst kieskeurige, de breedste”, schrijft Lewis.5 Bijna iedereen kan een object van genegenheid zijn. Vaak gaat het om de mensen waarmee je door omstandigheden in contact bent gekomen. In de eerste plaats je ouders, broers en zussen, opa’s en oma’s. Maar ook je klas- en studiegenoten of collega’s en buren.

Het gevende en ontvangende aspect van liefde is bij genegenheid sterker aanwezig dan bij de hogere lagen van liefde. We zien dat al in de relatie van het kind tot de moeder. Voor voedsel en veiligheid is een baby totaal afhankelijk van z’n ouders. Wanneer kinderen ouder worden, zullen ze in de regel minder afhankelijk zijn van hun ouders. Op hogere leeftijd kunnen ouders weer aangewezen zijn op de zorg van hun volwassen kinderen.

VRIENDSCHAP

Vriendschap, in het Grieks philia, vormt de tweede laag in de liefde. Lewis’ betoog is eigenlijk een lofzang op deze vorm van liefde, omdat zij vandaag de dag sterk wordt ondergewaardeerd. Terwijl in de oudheid en middeleeuwen de vriendschap werd gezien als de gelukkigste en de meest menselijke liefde van allemaal, als de kroon des levens en de school der deugd, heeft onze tijd er absoluut geen oog voor, zo stelt Lewis. Het is niet het hoofdgerecht in het diner van het leven, maar meer een tussendoortje, iets voor een overgebleven uurtje.

Ontvrienden

Als verklaring voert Lewis aan dat vriendschap de minst natuurlijke liefde is, het minst instinctief, organisch, biologisch, sociaal en onontkoombaar. Je krijgt er geen brok van in je keel en je hart gaat er niet sneller van kloppen, zoals bij verliefdheid. Omdat vriendschap zo ‘onnatuurlijk’ is, werd er in de oudheid en middeleeuwen hoog over opgegeven. En precies om dezelfde reden kunnen we er in onze van sentimentaliteit vergeven cultuur zo weinig mee. De Romantiek met haar ideaal van de romantische liefde duwde de vriendschap naar de marge. In onze tijd hebben sociale media de betekenis van vriend schap helemaal uitgehold doordat je mensen in je netwerk kunt toelaten door ze te ‘liken’ als vriend en met hetzelfde gemak ook weer kunt ‘ontvrienden’.

Kerk waardeert vriendschap minder

Een andere factor is dat in de kerk de huwelijksliefde hoger wordt aangeslagen dan genegenheid en vriendschap. Het huwelijk symboliseert immers de liefde tussen Christus en Zijn bruidsgemeente. Toch komt in de Bijbel wel degelijk het beeld van vriendschap naar voren. Denk aan Mozes die met God sprak ‘van aangezicht tot aangezicht, als met een vriend’. De laag van vriendschap ligt tussen die van genegenheid en huwelijk in. Vriendschap is minder algemeen dan genegenheid en minder exclusief dan huwelijksliefde. Een hechte vriendschap kan er zijn tussen twee of meer mensen. Voor vriendschap geldt ook dat ze zichzelf niet kan redden. Omdat ze geestelijk van aard is, zal vriendschap een zeer geraffineerde vijand tegenover zich aantreffen. Wil vriendschap gezond blijven dan zal ze nog krachtiger de goddelijke bescherming nodig hebben dan de genegenheid en de huwelijksliefde. Lewis citeert een passage uit De Christenreis van Bunyan, over Christiana en haar reisgenoten die elkaar zien in het licht in het Huis van Uitlegger, nadat ze gewassen, gezalfd en gekleed waren in witte klederen: “Ze vervulden elkaar met ontzag, omdat ze hun eigen glorie niet konden zien die ze wel in de ander zien konden. Daarom begonnen ze elkaar hoger te achten dan zichzelf. Want jij bent schoner dan ik ben, zei er een; en jij bent bevalliger dan ik ben, zei een ander.”6

HUWELIJKSLIEFDE

De huwelijksliefde is de derde laag in de liefde, de eros. Bij Lewis betreft dit niet de erotiek, want hij vat eros meer in geestelijke zin op. In het huwelijk speelt ook het lichamelijke aspect, de seksualiteit, een rol. Dat duidt Lewis aan met Venus, de griekse godin van de liefde. Een man die uit is op het beleven van seksuele genoegens zonder eros, wil een genot, waarvoor een vrouw toevallig de noodzakelijke apparatuur is, aldus Lewis. Eros echter doet een man werkelijk verlangen, niet slechts naar een vrouw, maar naar die éne vrouw. De minnaar begeert de geliefde zelf.

In veel culturen en landen werden en worden huwelijken gesloten zonder dat er van deze verliefdheid sprake was of is. Waren of zijn deze huwelijken daardoor fout of zondig? Nee. De aan- of afwezigheid van hoogstaande gevoelens is niet beslissend. Wel het houden of breken van trouwbeloften, recht of onrecht, naastenliefde of egoïsme, gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid. 7 Eros is de meest krachtige natuurlijke liefde, maar tegelijk de meest wispelturige. Op het ene moment belooft ze eeuwig trouw aan de ander. Op het andere moment kan ze diep teleurgesteld zijn in de ander en die als een baksteen laten vallen. Om zichzelf te kunnen blijven, heeft eros hulp nodig. Eros sterft af of wordt tot een duivel als hij God niet gehoorzaamt.

Lewis vindt dat moderne mensen te gewichtig doen over erotiek.8 Hij pleit ervoor niet volstrekt serieus te zijn als het om venus gaat. Want dat brengt onze menselijkheid schade toe. De waarheid is dat wij mensen samengestelde wezens zijn. “Aan de ene kant verwant met engelen, aan de andere kant aan katten.” Onze verheven passie voor onze geliefde is in een wonderlijke symbiose verbonden met een lichamelijke begeerte. Heel beeldend schrijft Lewis dat als we soms in de eros lijken te vliegen, dat venus dan het korte rukje geeft dat ons eraan herinnert dat we in werkelijkheid verankerde luchtballonnen zijn.9

Lewis kiest niet de positie van de onderwaardering van het lichamelijke die we bij Platonisten vinden, noch de overwaardering in onze cultuur, met haar overspannen aandacht voor seksualiteit. Hij kiest voor de visie van Franciscus van Assisi, die zijn lichaam ‘broeder ezel’ noemde. Dat moeten we goed interpreteren. Geen zinnig mens zal een ezel vereren of haten. Het is een nuttig, stevig, lui, hardnekkig, geduldig, vertederend en ergerlijk beest tegelijk. Soms verdient het een wortel, soms de stok.10 Zo ook ons lichaam, we hebben het lief en verzorgen het, maar soms is het onhandig en moeten we erom lachen. Kortom: ons lijf mag er helemaal zijn, maar we moeten niet overdrijven.

Het wezen van het huwelijk is volgens Lewis dat het een spiegel is van Gods liefde voor de gelovige, van Christus’ liefde voor zijn gemeente.

LIEFDE VAN GOD

Is de aardse of natuurlijke liefde het een en al in ons leven? Nee, want de autonome liefde die op zichzelf staat, is als een bloem die is losgesneden van haar wortel. Zij zal niet lang bloeien, maar verwelken en vergaan. Maar ‘de liefde vergaat toch nimmermeer’?

Lewis vergelijkt onze aardse liefde met een tuin.11 Ook al is ze nog zo fraai, een tuin kan zichzelf niet omheinen, beschermen tegen ongewenste indringers en van onkruid ontdoen. Daarvoor is een tuinman nodig. Waarom geven mensen dan toch zo hoog op van de aardse liefde? Lewis betoogt dat wat mensen voelen en ervaren duidt op een besef van het hogere, goede en schone dat God in hun ziel heeft gelegd. God is de Bron van liefde. Ons verlangen moet zich dus niet richten op de tuin, maar op de Tuinman: Christus.

De drieenige God - Vader, Zoon en Heilige Geest - is een volkomen gemeenschap van liefde. Daarom is God Zichzelf genoeg. Hij heeft geen behoefte aan menselijke liefde. Hij heeft ons niet nodig, maar wil ons toch nodig hebben. Daarom wilde God mensen in het aanzijn roepen, om Hem te eren, te loven en lief te hebben. Gods volmaakt gevende liefde – agapè of caritas – is geheel belangeloos en nodigt ons uit om Hem onze wederliefde te geven: liefde die uiteindelijk bij God vandaan komt en door Zijn Geest in ons hart wordt opgewekt.

Volgens Lewis verhoudt de liefde van mensen zich tot Gods liefde, zoals een reproductie zich verhoudt tot het originele schilderij, zoals een taart het spiegelbeeld is van de taartvorm.12 Menselijke liefde is een aardse gelijkenis van een hemels geheimenis. Zo is onze genegenheid een spiegel van Gods goedheid en ontferming over mensen. God biedt ons Zijn vriendschap (Psalm 103), waarvan onze relaties met vrienden een ‘reproductie’ zijn. Het Bijbelboek Hooglied schildert de huwelijksliefde als de spiegel bij uitstek van de liefde Gods. Door de gebrokenheid en de zonde ervaren wij deze drieledige liefde meestal niet in pure vorm, maar altijd gemengd met pijn, lijden en verdriet. Dankzij Gods liefde en ontferming in Christus is dit leed dragelijk en kunnen we ook genieten van dit leven en mogen we geluk ervaren. De paradox is nu dat wij mensen de ‘originele’ liefde niet kunnen grijpen, niet in onze macht hebben. Wij moeten ons afwenden van onze aardse (ge)liefde en ons toewenden naar God. Het gehoorzamen en liefhebben van God komt dan op de eerste plaats. Hij transformeert onze natuurlijke liefde tot uitingen van caritas. Zijn genade maakt het mogelijk dat we gaan liefhebben wat of wie van nature onze liefde niet opwekt.13 “Gij hebt ons geschapen tot U”, schreef Augustinus, “en ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U.”14

SLOT

Met voorgaande beschouwing zijn niet alle gedachten uit het boekje van Lewis verwoord. Zo ben ik niet ingegaan op het onderscheid tussen gevende en vragende liefde, tussen onze behoefte aan liefde en waarderende liefde. Ook is de samenhang en tegenstelling tussen liefde en jaloezie niet aan de orde gekomen. En dat het tegenovergestelde van liefde niet haat, maar onverschilligheid is. Denk aan de gelijkenis van de talenten, waarbij de laatste knecht het ene geschonken talent in de grond begraaft.15

Het verzet tegen institutionalisering van de liefde zoals dat met name sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw naar voren komt, leidt tot vervorming en zelfs verkering van de liefde in haar tegendeel. Het opheffen van allerlei taboes en het propageren van de vrije liefde hebben niet geleid tot reductie van pornografie of een betere beheersing van seksuele driften. We zien eerder het tegendeel.16 De verwarring is alleen maar groter geworden door de verhaspeling van lust en liefde.17

Lewis’ betoog opent onze ogen voor de oneindigheidsdrang van de menselijke, natuurlijke liefdes: storgè, philia en eros. Als deze tot een god worden, worden ze niet minder dan duivels die uit zijn op verwoesting van levens, ontwrichting van huwelijk en gezin, resulterend in een onleefbare samenleving. Door de Tuinman weg te sturen, dachten we zelf een veel mooiere, geurende tuin van vrije liefde te creëren. Maar zie, onderhand zitten we in verwarring op een stinkende mesthoop. Liefde is niet los verkrijgbaar. Want liefde heeft een verwijzend karakter. Zij komt bij God vandaan. De liefde die wij mogen ervaren, ontvangen en geven, komt uit de Bron van liefde: God de Schepper van alle dingen.


1 C.S. Lewis, De vier liefdes, Franeker 1992, p. 59. Voor deze bijdrage heb ik o.m. gebruik gemaakt van een beschouwing van E. Mackay, C.S. Lewis en de vier trappen der liefde, Gouda 2012.

2 In het Latijn: Summum non stat sine infimo. Thomas à Kempis, De imitatione Christi, II.10.4.

3 Lewis, De vier liefdes, p. 12-13.

4 Lewis, De vier liefdes, p. 27.

5 Lewis, De vier liefdes, p. 41.

6 Geciteerd bij Lewis, De vier liefdes, p. 90.

7 Lewis, De vier liefdes, p. 94.

8 Arend Smilde, ‘C.S. Lewis (1898-1963)’, in: Thierry Baudet en Michiel Visser (red.), Conservatieve vooruitgang. De grootste denkers van de twintigste eeuw, Amsterdam 2010, p. 123.

9 Lewis, De vier liefdes, p. 102.

10 Lewis, De vier liefdes, p. 102.

11 Lewis, De vier liefdes, p. 117-118.

12 Lewis, De vier liefdes, p. 128.

13 Lewis, De vier liefdes, p. 128.

14 Aurelius Augustinus, Belijdenissen, eerste boek, I, 1; vertaling door A. Sizoo, Middelburg 2011.

15 Met de talenten zijn Gods liefdegaven bedoeld die wij in Zijn dienst besteden door die te delen met anderen. Zie de uitleg van deze gelijkenis door ds. J. Koppelaar in: Geboeid door geld en goed. De gereformeerde gezindte tussen materialisme en vreemdelingschap, Leiden 1991, p. 29 e.v.

16 Vgl. H.W. de Knijff, Venus aan de leiband. Europa’s erotische cultuur en christelijke sexuele ethiek, Kampen 1987, p. 283-284.

17 Voor wie meer hierover wil lezen, zie: W. ter Horst, Eerherstel van de liefde, Kampen 1992; J. Windig, Geïnspireerd liefhebben. Een introductie in de bijbelse manier van denken en doen met het oog op mensen en vraagstukken van deze tijd, Heerenveen 1992; D. Langhenkel, Liefde is niet los verkrijgbaar, Dronten 2013.


Door drs. Jan Schippers, directeur Wi-SGP

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2017

Zicht | 92 Pagina's

Liefde in viervoud - Over misbruik en gebruik van het woord liefde

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2017

Zicht | 92 Pagina's