Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uitgegaan zijnde omtrent de elfde ure

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitgegaan zijnde omtrent de elfde ure

Een korte levensschets van oefenaar G. Fransen en zijn vader, ds. E. Fransen

10 minuten leestijd

O p vrijdag 14 december 1923 overlijdt te Vaassen oefenaar Gerrit Fransen. Deze voor velen wat minder bekende voorganger oefende in de  Vrije (Oud) Gereformeerde Gemeenten van Doetinchem, Bergambacht en Hilversum. Zijn vader was de bekende ds. Elias Fransen, die gemeenten van Kampen, Lisse en Barneveld diende.

Gerrit is het jongste kind van Elias Fransen en zijn vrouw Hermina van de Kraats. Hij wordt geboren op 28 november 1867. Het ouderlijk gezin, dat naast vader en moeder uit zes kinderen bestaat, woont op een boerderij tussen Twello en Teuge. Sinds drie jaar oefent Fransen op verschillende boerderijen in de omgeving. Op aandringen van vrienden is hij daarmee begonnen. Daarvoor verdiende hij de kost als boer en schoenmaker. Zijn vrouw Hermina zorgt voor het huishouden en de boerderij. Later schrijft hij hierover: ‘Uit kracht van de innige liefde tot den Heere, Zijn dienst en volk, nam zij de gehele boerderij op zich, waardoor ik van veel zorg ontslagen was; ik behoefde mij met niets te bemoeien. Bovendien bediende ik in al die tijd een geheel kosteloos Evangelie, ook dat was haar alles goed; alleen moesten wij met onze kinderen in de boerderij blijven.’

Hermina van de Kraats is de tweede vrouw van Fransen. Eerder is hij getrouwd geweest met Derkje Riezelaar. Na vijf moeitevolle huwelijksjaren werd zij op 19 september 1854 op 25-jarige leeftijd door de dood weggenomen. Samen kregen ze drie kinderen. Hun eerste dochter, Aaltje, overleed echter al na zes maanden. Twee jaar later werd er opnieuw een meisje geboren. Ook zij werd Aaltje genoemd. Het derde dochtertje, Johanna, werd slechts drie maanden oud. Op 20 november 1855 hertrouwt Fransen met zijn nicht Hermina van de Kraats. Met z’n drieën (Elias, Hermina en dochter Aaltje) gaan ze op een boerderij in Twello wonen. Het huwelijk van Elias en Hermina wordt gezegend met de geboorte van zes kinderen. Rouw en droefheid overvalt hen echter, als hun oudste zoon Willem, slechts negen maanden oud, overlijdt.

Zware tijden
Op nieuwjaarsdag 1871 preekt Fransen over de bede van Mozes: ‘Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons vanhier niet optrekken.’ Later merkt hij daarover op: ‘Daaruit werd mij zo voorgelicht, dat ik openlijk zeide dat er een zware weg aanstaande was; mijn onvergetelijke vrienden hadden al een geruime tijd een voorgevoel gehad van mijn vertrek van hen, waarschijnlijk dachten zij door den dood. Deze zijn met mij dat jaar met schrik en vrees ingetreden. Het duurde daarna twee maanden of de Heere kwam met pestilentie onder mijn dak, dat mijn geliefde echtgenote door de dood werd weggerukt naar de zalige heerlijkheid. Zij was mede een van de voornaamste oorzaken vanwege de zwakheid mijns lichaams, dat alle voorgaande pogingen tot het leraarsambt door mij werden afgeslagen. Doch nu werd voor het oog van nabuur en vrienden openbaar, dat de Heere een andere weg met mij wilde houden.’ Enkele maanden later, op 23 maart 1871, overlijdt zijn vrouw Hermina op 44-jarige leeftijd aan de gevolgen van de pokken en blijft Fransen met zes kinderen achter. Gerrit, de jongste zoon, is dan nog maar drie jaar oud.

Kampen
In hetzelfde jaar neemt Fransen het beroep aan naar de Dordtsch Gereformeerde Gemeente te Kampen en Mastenbroek. In oktober 1871 verlaat hij met zijn kinderen zijn boerderij en verhuizen ze naar Kampen, waar ze tijdelijk hun intrek nemen bij diaken Van de Weerd aan de Burgwalstraat. Later wonen ze enige tijd aan de IJsselkade, waarna ze zich aan de Oudestraat vestigen. Met het geven van ‘de rechterhand der gemeenschap’ aan de ouderlingen Kloosterziel en Hulleman wordt Fransen in november 1871 bevestigd tot predikant. Hij doet intrede met de woorden uit Handelingen 10:29: ‘Daarom ben ik ook zonder tegenspreken gekomen, ontboden zijnde. Zo vraag ik dan, om wat reden gijlieden mij hebt ontboden.’ De wettigheid van de bevestiging met het geven van ‘de rechterhand der gemeenschap’ wordt danig bestreden door de hervormden en de gereformeerden.
Op 10 oktober 1872 treedt ds. Fransen voor de derde keer in het huwelijk, nu met Jantjen van Dalen. Jantjen is tweeënveertig jaar oud en inmiddels zeven jaar weduwe van Hermanus Nijhuis. Ds. Fransen trekt met zijn kinderen bij Jantjen en haar vijf kinderen in. Met elf kinderen wonen zij aan de Nieuwstraat 261. Uit hun huwelijk wordt op 23 augustus 1873 een zoon geboren: Jan Willem. In 1877 verhuist ds. Fransen met zijn gezin naar de Vloeddijk 517. Negen jaar later, in 1886, ontvangt hij twee beroepen. Het beroep naar de Kruisgemeente van Lisse neemt hij aan. Op zondag 22 maart 1886 neemt hij afscheid met Handelingen 20:32a: ‘En nu, broeders, ik beveel u Gode en het woord Zijner genade.’

Lisse en Barneveld
Volgens de burgerlijke stand verhuist ds. Fransen in 1886 met zijn vrouw en twee kinderen naar Lisse. Verschillende kinderen uit de vier huwelijken van hun beiden gaan niet mee naar de bollenstreek. Sommigen zijn inmiddels getrouwd of hebben in Kampen werk gevonden als tabakswerker of timmerman. Op 29 maart 1886 wordt ds. Fransen in Lisse bevestigd door ds. F. Meijer met de woorden uit Filippenzen 2:29: ‘Ontvangt hem dan in den Heere met alle blijdschap, en houdt dezulken in waarde.’ Met Romeinen 1:11-12 doet hij zijn intrede: ‘Want ik verlang om u te zien, opdat ik u enige geestelijke gave mocht mededelen, teneinde gij versterkt zoudt worden; dat is, om mede vertroost te worden onder u door het onderling geloof, zo het uwe als het mijne.’ Wat mag het ook in Lisse waarheid zijn wat hij schrijft: ‘Op 23-jarige leeftijd mocht ik mij onbedwongen aan Jezus en Zijn zalige dienst overgeven.’ Ds. Fransen dient de gemeente van Lisse tot 1895. Dan vertrekt hij naar Barneveld. Op 15 december 1895 neemt hij afscheid met Maleáchi 3:17-18: ‘En zij zullen, zegt de HEERE der heirscharen, te dien dage, dien Ik maken zal, Mij een eigendom zijn; en Ik zal hen verschonen, gelijk als een man zijn zoon verschoont, die hem dient. Dan zult gijlieden wederom zien het onderscheid tussen den rechtvaardige en den goddeloze, tussen dien die God dient, en dien die Hem niet dient.’ Op zondag 22 december 1895 bevestigt ds. A. Janse hem in Barneveld met 1 Petrus 5:2-4: ‘Weidt de kudde Gods, die onder u is, hebbende op zicht daarover, niet uit bedwang, maar gewilliglijk, noch om vuil gewin, maar met een volvaardig  gemoed; noch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren, maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde. En als de overste Herder verschenen  zal zijn, zo zult gij de onverwelkelijke kroon der heerlijkheid behalen.’ Ds. Fransen doet zijn  intrede met 2 Korinthe 4:7:  ‘Maar wij hebben dezen schat in  aarden vaten, opdat de uitnemendheid der kracht zij Godes en niet uit ons.’ Op 4 juni 1898 overlijdt ds. Fransen in Barneveld, op de leeftijd van ruim 71  jaar. Ruim tien jaar later, op  12 augustus 1908, overlijdt zijn  derde vrouw, Jantjen van Dalen.

Zoon Gerrit
De op één na jongste zoon van ds. Fransen, Gerrit, verhuist in 1887 naar Lisse. Van beroep is hij horlogemaker. Op 15 februari 1890 treedt hij in het huwelijk met de 20-jarige Hendrika Groothedde. Zij is de dochter van Gerrit Groothedde en de jongste zus van Hendrik Groothedde, die met Gerrits halfzus Aaltje is getrouwd. Omdat ds. Fransen met enige regelmaat op De grote Ham, de boerderij van Gerrit Groothedde aan de Wellinkhofweg 11 in Terwolde voorgaat, hebben Gerrit en Hendrika elkaar daar waarschijnlijk leren kennen. Gerrit Groothedde is van grote betekenis voor het kleine groepje dat op zijn boerderij samenkomt. Voor de bediening van het Heilig Avondmaal wijkt men echter uit naar de boerderij ’t Vlessenvonder van Roelof Groothedde in Teuge. De catechisaties worden gegeven op de boerderij van H. ten Voorde in Terwolde. Een eigen kerkgebouw heeft de gemeente in die jaren nog niet.
Hendrika is de jongste van de twaalf kinderen uit het gezin Groothedde. Zij heeft haar moeder, Everdina Adelerhof, eigenlijk nooit gekend. Acht maanden na haar geboorte is zij namelijk overleden. Het huwelijk van Gerrit en Hendrika wordt voltrokken in Apeldoorn. Het jonge paar gaat in Twello wonen.

Een moeilijke weg
Op 18 augustus 1892 verhuist Gerrit Fransen met zijn vrouw naar Kampen. Daar betrekken ze het pand Geerstraat 26. Gerrit verdient in die tijd zijn boterham als klokkenmaker. Op 14 maart 1893 wordt er een dochter geboren. Ze noemen haar Hermina Everdina. Bijna twee jaar later, op 2 februari 1895, ontvangen zij opnieuw een dochter: Everdina Elisa. De blijdschap waarin het jonge gezin mag delen duurt echter maar kort. Op 10 augustus 1895 ziet Gerrit zich namelijk zijn vrouw ontvallen, nog maar 25 jaar oud zijnde. Met twee kleine kinderen blijft hij achter. Acht maanden later, op 22 mei 1896, verhuist hij met zijn dochters Hermien en Dina naar Twello. Op 12 augustus 1897 hertrouwt hij op 29-jarige leeftijd met de zeven jaar oudere Reindje van de Worp. Samen krijgen zij nog drie kinderen. Het oudste dochtertje, Maria Alida, overlijdt op achtjarige leeftijd.

Oefenaar Gerrit Fransen
De eerste predikbeurt die wij van Gerrit Fransen tegenkomen, is die van zondag 20 oktober 1915. Hij gaat dan voor in de Vrije Oud Gereformeerde Gemeente te Doetinchem. Hij preekt daar ook op Eerste Kerstdag van dat jaar en met Pinksteren 1916. In de predikbeurten staat hij vermeld als ‘de heer Fransen van Twello’. Verder leidt hij in november 1920 de rouwdienst van ds. Wytze Woudwijk. Ds. Woudwijks zoon Theunis is getrouwd met Jacoba Beeuwkes. Klaarblijkelijk heeft oefenaar Fransen kennis aan de Hilversumse familie Beeuwkes, want enkele weken later, op zondag 19 december 1920, gaat hij in Hilversum in ‘Het Spijslokaal’ voor. Later preekt hij ook in Bergambacht.

Twee jong gestorven dochters
Op 21 juli 1920 overlijdt Gerrits tweede vrouw, Reindje van de Worp, en verhuist hij met zijn dochter Elisa Reiniera naar Vaassen. Zijn zoon Elias verhuist niet mee. Hij wordt postbode in Renkum. Op 25 september 1920 overlijdt Gerrits dochter Everdina Elisa Nijhof-Fransen op 25-jarige leeftijd in het kraambed. Ze was in 1918 getrouwd met Berend Nijhof en woonde in Wierden. Berend is werkzaam bij textielfabriek Ten Cate. Op reis voor zijn baas ontmoet hij in Engeland Sarah Booth. Op 12 oktober 1925 treedt hij in de Wesleyaansche Kerk te Hippings (Oswaldtwistle) met haar in het huwelijk. Opmerkelijk is dat Sarah, die Sally wordt genoemd, vanuit Wierden ’s maandags altijd ‘Duuskers Dieka’ (Hendrika Egbertsen-van de Riet) in Rijssen bezoekt. Hoewel Sally maar gebrekkig Nederlands spreekt, verstaan ze elkaar met het hart. Ze is een bekommerde vrouw en komt vaak op de gezelschappen van Gods volk in Rijssen. Hoewel zij van huis uit heeft meegekregen dat zij door eigen verdiensten zalig moet worden, mag zij na haar huwelijk met Berend van de Heere leren dat zij alleen uit genade zalig kan worden.
Op 4 augustus 1921 trouwt Gerrits oudste dochter Hermina Everdina op 28-jarige leeftijd met Jan Rozendal, bakkerte Epe. Helaas duurt dit huwelijk maar enkele jaren. Op 23 januari1926 overlijdt Hermina namelijk in het kraambed tijdens de bevalling van een tweeling en blijft Jan met vijf kinderen (waaronder twee tweelingen) achter. Gelukkig biedt zijn nicht Anna Beeuwkes uit Hilversum hem de helpende hand. Later treedt hij met haar in het huwelijk. De kinderen uit zijn eerste huwelijk hebben Anna altijd als hun moeder beschouwd. De kleinkinderen weten zich zelfs nog te herinneren dat oma het beste krentenbrood kon bakken dat er bestond. Zij voegde er namelijk een scheut jenever aan toe!

Overlijden
Op vrijdag 14 december 1923 overlijdt oefenaar Gerrit Fransen op 56-jarige leeftijd te Vaassen. Volgens de rouwadvertentie is hij plotseling overleden. Hij wordt in Vaassen begraven, op het kerkhof aan de Zwanenweg. Helaas zijn er geen nagelaten geschriften of brieven van hem gevonden, die ons iets over zijn innerlijke leven zouden kunnen vertellen. Hij is ‘uitgegaan omtrent de elfde ure’ en heeft naar het tijdelijke veel droefheid in zijn leven moeten ervaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2015

Oude Paden | 64 Pagina's

Uitgegaan zijnde omtrent de elfde ure

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2015

Oude Paden | 64 Pagina's