Evangelisatie: doel en praktijk

In het woord 'evangelisatie' zit het woord 'evangelie'. Evangelie betekent goede boodschap. Stel je krijgt een brief van iemand uit het buitenland en die brief bevat voor jou een zeer goed bericht. Jij leest deze brief en je herleest hem en je vertelt de boodschap ook tegen anderen. Je kunt je mond er niet over houden. De Bijbel is ons van de Heere gegeven. En de Bijbel bevat een goede boodschap: er is verlossing mogelijk voor de grootste van de zondaren. Die boodschap hoor je in de kerk, in het gezin, op catechisatie en op de jeugdvereniging. Waarom zou je dat voor je houden? Wat voor jou belangrijk is, is toch ook belangrijk voor je leeftijdsgenoten! Als die boodschap jou persoonlijk geraakt heeft, dan wil je het zeker aan iedereen vertellen! Op school, bij je zaterdagbaantje en in je vriendenclub.

Bijbelse opdracht
Evangelisatie is een bijbelse opdracht. De Heere Jezus zegt tegen zijn discipelen: "En gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde." (Handelingen 1:8b) Dit bevel geldt in de eerste plaats voor de discipelen. Maar de Heere Jezus zegt ook: "En dit evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen." (Mattheiis 24:14) In deze tekst vloeien zending en evangelisatie in elkaar over. Het begint in Jeruzalem, dichtbij, en gaat verder tot de einden van de aarde. Deze boodschap gaat over de discipelen heen naar de kerk van alle tijden. Ook een taak voor de gemeente dus. En het Evangelie van het Koninkrijk moet naar de hele wereld. Ook naar Nederland, ook bij jou in de stad, ook in jouw straat.

Meer dan Ajax
De noodzaak van evangelisatie wordt onderstreept door een gebeurtenis die wijlen evangelist Kwantes meemaakte.

Er zaten er die avond zo'n 27 bouwvakkers in de kantine die ik bezocht. De radio stond keihard aan. Groepjes spraken over voet bal. Anderen zaten te klaverjassen. Ome Jan, vanwege zijn leeftijd zo genoemd door de jongens, zorgde voor de koffie. "Ik heb er geen idee van wie u bent", zei hij tegen me, "maar u lust zeker ook wel een bakkie troost".

"Zeg, wat ik vragen wilde, wat komt u hier eigenlijk doen?", vroeg Ome Jan. "Ik kom een beetje met jullie praten", zei ik. "Er is nog meer dan klaverjassen en Ajax. Wij zijn allemaal op weg naar onze eindbestemming. De Heere geeft ons dit leven als een voorbereidingstijd voor een ontmoeting met Hem." "God," riep een jonge kerel, "wie gelooft er nu nog in God?" "Bijna niemand meer", was mijn antwoord. "Maar daarom ben ik juist hier, om daarover met jullie te praten. Niemand gelooft van zichzelf in God. Dat heeft een oorzaak. Wij allen zijn volgens Gods Woord: "verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven met God, door de onwetendheid die in ons is." Het geloof is niet uit ons, maar "het geloof' waar de Bijbel over spreekt, is een genadegift van God. Dit geloof is onmisbaar, zal het goed met ons zijn. Zonder het geloof als gift van God, eindigt ons leven in de eeuwige duisternis."

"Ik geloof niets van die onzin", riep iemand. "Hou jij je mond", riep ome Jan, die kennelijk als "kameroudste" fungeerde. Met grote stappen liep hij naar het radiotoestel en draaide de knop om. Hierna vertelde ik de mensen in korte trekken waar het over ging. Ik Begon bij Adam en eindigde bij de Heere Jezus. Tijdens het spreken werden de kaarten neergelegd en geen enkele opmerking werd meer gehoord. De jongens luisterden. Het geheel duurde misschien een half uur.

"Ik vind het op zichzelf toch nog wel wat waard dat deze broer nog belangstelling heeft voor zulk schoelje als wij zijn. We leven bijna geen van allen meer met ons eigen "griet". De kerk laat ons meestal in ons hemd staan. Je krijgt hoogstens een hoofdelijke omslag of een blaadje met een stortingskaart in de bus", riep een ruige kerel.

Een vrome moeder
"Nog een bakkie broer", vroeg ome Jan. "Graag ome Jan". Er ging kennelijk iets in ome Jan om. Hij maakte een zenuwachtige indruk.
Na het bakkie kwam het er uit: "Mag ik effe onder vier ogen met u spreken?" "Natuurlijk". Wij gingen naar de wasplaats. "Wat u allemaal zei", begon ome Jan, "zo sprak mijn moeder ook. Ik ben 62 jaar, de oudste van de ploeg. Ik was zes jaar toen moeder stierf. Ik Had nog twee broers. Moeder leerde ons bidden. Vertelde ons uit de Bijbel. Moeder zei dat we een nieuw hart van de Heere moesten ontvangen, zou het goed met ons zijn Vader deed nergens aan. Was onverschillig, dronk stug een borrel en was nooit thuis. Kort na moeders dood hertrouwde hij met een vrouw die nergens-aan-deed. Vader moest geen vrome vrouw meer. U begrijpt hoe het verder met ons ging. Er werd bij ons nooit meer over God gesproken. De kerk keek ook niet naar ons om. En zo ben ik geworden wat ik nu ben. Maar tijdens uw spreken werd alles uit mijn jeugd weer levend. Ik dacht dat ik alles vergeten was Maar nu hoorde ik moeder weer spreken." Tranen biggelden bij ome Jan over z'n vest.

Noodzaak
Zie je de noodzaak van het evangelisatiewerk in? De kerk liet deze kinderen los. Weet je dat er met ome Jan nog veel van deze mensen om ons heen leven? Misschien wel bij jou in de buurt. Daarom is het werk van de Evangelisatie zo belangrijk. Daarom de actie 'De kerk naar buiten'. Ome Jan is met zijn bouwploeg weer vertrokken. Maar de Boodschap is hem weer gebracht. Wie weet wat de Heere er mee doet. 'Zijn Woord zal niet ledig tot hem wederkeren.'

Denk met elkaar na over de volgende stellingen:

- Evangeliseren is "paarlen voor de zwijnen werpen."
- In het evangelisatiemateriaal wat gebruikt wordt, moet niet begonnen worden met de zondeval. Dat stoot alleen maar af.
- Tenminste twee keer per jaar moet in elk huis, in de plaats waar jij woont, een evangelisatiefolder op de deurmat vallen.
- De vrucht op het evangelisatiewerk kun je zien aan het aantal buitenkerkelijken wat zich bij de kerk voegt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen