Archibald Alexander (9)
Geleidelijk
Mensen leren de waarheid geleidelijk kennen. Op een bepaald tijdstip wordt een bepaalde waarheid geleerd, terwijl na kortere of langere tijd een andere waarheid word onthuld. Dit kan gebeuren door een preek, een boek of een gesprek. Voor ieder kind van God valt er altijd nog veel te leren. Het is moeilijk precies aan te geven waar het werk der genade begint. Alexander schrijft wel dat het fout is om te zeggen dat er voor het moment van de bekering niets wordt ervaren of gedaan dat wezenlijk met de bekering verbonden is. Van stap tot stap leidt de Heere op een tevoren onbekende weg. Er komt een nieuwe manier van denken, een nieuw inzicht in de waarheid, er komt geloof en hoop, vrede wordt genoten en de liefde Gods wordt in het hart uitgestort door de Heilige Geest.
Onderscheid
Niet ieder beleeft precies hetzelfde. De mate van zekerheid kan verschillen. We citeren Alexander: “Maar niet alle christenen zijn met deze heldere ontdekkingen bevoorrecht, er zijn er ook die altijd in enige duisternis wandelen, of hooguit in het licht van de dageraad, maar toch vrezen zij de Heere en zijn ze gehoorzaam aan de stem van Zijn dienaren. Ik heb gevallen gekend van enkele personen die de tijd van hun eigen bekering meerdere malen gewijzigd hebben, toen hun gevoelens juister en rijper werden, en de bekeerlingen die aanvankelijk een helder licht verspreiden, zijn niet altijd degenen die na verloop van jaren de beste indruk maken.”
Richard Hill
Alexander gaat de ervaring van Richard Hill weergeven. Hij vindt het moeilijk om vast te stellen wanneer de eerste dage raad van Goddelijk licht begon door te breken. Toen hij 8 of 9 jaar was werd zijn hart opgetrokken naar de hemelse dingen en proefde hij Gods liefde. Daarna deed hij weer gewoon mee met zijn klasgenoten. Zijn geweten sprak vaak. Later was er sprake van een oppervlakkig berouw en goede voornemens. Maar alles werd in eigen kracht gedaan en het liep op niets uit. Hij ging twijfelen aan het bestaan van God, aan de onsterfelijkheid van de ziel en de Goddelijke oorsprong van de Bijbel. Onder het voorlezen uit een boek kwam er licht en troost in zijn ziel, de liefde van God werd in zijn hart uitgestort. Er kwam een onuitsprekelijke vreugde. Toch viel hij weer terug in zijn oude, zondige leven. De overtuiging van zonde kwam steeds terug. Hij ondervond dat hij zichzelf niet kon heiligen. Hij kon de beloften die hij deed niet nakomen. Hij kon niet betalen voor zijn zonden. De angsten der hel werden werkelijkheid. Alles wat hij deed was zondig en onvolmaakt. De satan hield hem voor dat hij de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest had gedaan, dat de genadetijd voorbij was en dat er geen barmhartigheid meer was. In een brief aan een predikant beschreef hij zijn toestand. Tijdens de ontmoeting met deze predikant bad de prediker dat Richard Hill niet op zijn eigengerechtigheid zou vertrouwen.
Gerechtigheid van Christus
Later zond deze predikant aan Richard Hill de levensbeschrijving van Halyburton. Richard Hill zag veel overeenkomsten met zijn eigen leven. De Heere had naar Halyburton omgezien, dat gaf de overtuiging dat de Heere ook naar hem zou kunnen omzien. Richard Hill dacht in zijn benauwdheid dat hij net als Saul verworpen was, dat de dag der genade voorbij was. Toen het Avondmaal werd bediend sprak de Heere op de juiste tijd van vrede tot mijn ziel. Hieraan voorafgaande had hij geleerd hoe erg de zonde is, dat hij straf verdiend had, dat er geen sprake kan zijn van rechtvaardiging door eigengerechtigheid. “In de derde plaats opdat ik Jezus Christus en de zaligheid die in Hem is, des te hoger zal waarderen, en intens naar Hem zal hongeren en dorsten.” Zaterdagavond voor het Avondmaal kwam er in zijn ziel en een grondig besef van Gods vergevende genade en barmhartigheid. Hij was aan de rand van wanhoop geweest, maar mocht nu een onuitsprekelijke vreugde kennen. De Geest van God getuigde met zijn geest dat hij een kind van God was.
Tekenen van genade
Er kwam daarna onzekerheid over zijn bekering. De vraag rees of er tekenen van genade werden gevonden in zijn hart en leven of niet. Hij las boeken en hoorde preken die bevestigden dat hij van geestelijk dood geestelijk levend was gemaakt. Hij mocht ook veel kinderen van God leren kennen. Hij kreeg hen hartelijk lief. Twee jaar later rees opnieuw twijfel en verschrikking in het hart. Daarna leerde de Heere hem zien dat niet zijn eigen beleving grond was van zijn hoop, maar wel de rijke schatten van de evangeliebeloften. Extreme verschikking is daarna uitgebleven. Wel bleef er een leven van op en neer. Steeds mocht hij ondervinden dat de Heere krachtiglijk bevonden is een Hulp in benauwdheden en dat Gods genade voor hem genoeg was. Ook mocht hij geloven dat alle dingen moesten medewerken ten goede.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 2023
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 2023
Bewaar het pand | 12 Pagina's