Redelijkheid in de rechtszaal
Een stichting voor primair onderwijs in het zuiden van Nederland heeft in december 2020 een aanvraag gedaan voor een bijzondere bekostiging. Het gaat om een bekostiging voor leerlingen die rechtstreeks uit het buitenland komen en op een van de scholen ingeschreven worden. De aanvraagtermijn voor deze bekostiging ligt op uiterlijk acht weken ná de peildatum van 1 mei. In deze casus had de stichting dus uiterlijk in juni 2020 de bekostiging kunnen aanvragen. Hoewel de stichting ruim te laat is, had zij in de begroting wel op de bijzondere bekostiging gerekend. Wat nu?
De minister had de bijzondere bekostiging wegens overschrijding van de gestelde termijn niet toegekend. De stichting bracht de zaak voor de rechter en betoogde dat er verzachtende omstandigheden waren, waardoor de termijn overschreden was. Zo was het personeel dat over de aanvraag ging tijdelijk afwezig en beleefde de stichting moeilijke tijden door de coronacrisis. Het oordeel van de rechter was helder: de stichting was te laat geweest met het aanvragen van de bekostiging en de minister had juist gehandeld. Het uitvallen van personeel en het begin van de coronacrisis vielen onder het risico dat de organisatie had moeten opvangen.
Onevenredig
In hoger beroep doet de stichting een beroep op het evenredigheidsbeginsel. Dit beginsel vindt zijn wettelijke basis in het bestuursrecht en houdt eigenlijk in dat de nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig mogen zijn ten opzichte van het beoogde doel van dat besluit. De stichting betoogt dat de minister in zijn begroting al rekening heeft gehouden met de bekostiging voor de stichting. Daarnaast, zo voert de stichting op, is het onderwijs waarvoor de bekostiging bedoeld was, reeds gegeven en wordt de stichting door het besluit van de minister dus onevenredig getroffen.
Lonend
De bestuursrechter gaat hierin mee. De stichting werd onevenredig hard getroffen door het besluit, terwijl het alsnog toekennen van de bekostiging voor de minister geen grote problemen zou veroorzaken. Wel spreekt de rechter uit dat de stichting nalatig is geweest. De rechter beslist daarom dat de stichting slechts 50% van de bekostiging alsnog krijgt uitgekeerd.
In de praktijk van de rechtspraak blijkt dat “evenredigheid” wordt meegewogen in de toekenning van te laat aangevraagde bekostiging. Het kan voor een schoolbestuur dus lonend zijn om in bezwaar te gaan tegen een besluit dat negatief uitvalt, zelfs als nalatigheid van het schoolbestuur daaraan ten grondslag ligt. Echter, de termijnen voor bekostigingsaanvragen zijn veelal helder. Wacht dan ook niet tot de laatste week met aanvragen. Want nalatigheid heeft ook bij de rechter consequenties.
Wilt u een casus laten bespreken? Mail naar tslagboom@kliksafe.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023
De Reformatorische School | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023
De Reformatorische School | 52 Pagina's