Geen andere naam

Toch is dat niet zo. Het uitgestorte water des Geestes vloeit nu over de aarde. Te beginnen vanaf Jeruzalem. En de Heere bevestigt dat met tekenen. In Handelingen 3 lezen we over zo’n teken. Een kreupelgeborene, die dagelijks bij de tempelpoort om een aalmoes zat te bedelen, wordt door Petrus aangesproken: ‘Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geef ik u: In den Naam van Jezus Christus den Nazaréner, sta op en wandel’.

Hier mag Petrus, als getuige van de opstanding van de Levensvorst, tonen dat door de kracht van Zijn Naam volmaakte gezond- heid gegeven wordt. Naar lichaam en ziel. En Petrus mag op het tempelplein deze Naam aanprijzen tot bekering en vergeving van zonden.

Verachte Naam

O, wat komt er veel tegen de verkondiging van die Naam op. We lezen dat in Handelingen 4. De priesters, de hoofdman en de sadduceeën waren zeer ontevreden. Woedend! Ze meenden afgere- kend te hebben met die Naam. De Naam van deze verachte Jezus van Nazareth, Die dwars door hun vrome buitenkant heenzag en openbaarde hoe het in het hart lag. Gepleisterde graven. De dood huist vanbin- nen en vanuit onszelf is er geen hoop. Ergert u dat ook, zo’n prediking? Dat er in ons nu niets goeds woont? Ach, wat moet u dan met Jezus doen? Dan menen we dat onze eigen stenen sierlijker zijn en verach- ten we de Steen, het enige Fundament van onze zaligheid (vers 11).

Enige Naam

En dat enige Fundament, die enige Naam, mag Petrus nu vrijmoedig voor het Sanhe- drin verkondigen. ‘De zaligheid is in geen ander’. De redding, zoals deze kreupele gezond gemaakt is, kan alleen verkregen worden door Christus. Nee, sanhedristen, al meent u van het zaad van Abraham te zijn en vroom te leven, buiten deze ene Naam is er geen behoud. Hoort u dat, se- rieuze kerkmens? Gedoopt, netjes leven, misschien wel tranen geschreid. Maar hoor toch: dat is de grond van de zaligheid niet!

Heeft u al geleerd dat u kreupel geboren bent? Nooit in staat geweest om in Gods wegen te wandelen. Maar dat u gedurig struikelt en in de modder van de zonde belandt. Nee, dan zijn we niet zalig, maar rampzalig. Dan gaat er een streep door ónze naam. Alle middelen geprobeerd, maar alleen maar de schuld vermeerderd. Leeft bij u die vraag: Zou het voor mij nog mogelijk zijn om met de Heere in het reine te komen? Hem te mogen bedoelen?

Gegeven Naam

Als we dan horen van die enige Naam, wat springt het hart dan op van vreugde. Als Hij aan het hart geopenbaard wordt in de namen waarin Petrus Hem noemt (Hand. 3:6). Jezus, , dat is Redder uit de grootste nood, Die van de zonde verlost. Christus, dat is de Gezalfde. Tot dit verlossingswerk is Hij door de Vader gegeven, al van eeu- wigheid. Gezalfd tot dit heerlijke ambt. En door Zijn hand zal het welbehagen des HEEREN gelukkiglijk voortgaan. De Naza- rener, , dat is de Verachte. Hij, Die zo laag wilde afdalen, om zondaren op te halen uit de kuil en het modderig slijk waarin we onszelf gestort hebben. Hij, Die Zich vernederd heeft tot de dood des kruises. Om de toorn Gods te dragen voor vloek- waardigen.

Deze Persoon met deze Naam/namen is nu door God gegeven tot zaligheid. Is die Naam u al dierbaar geworden? Omdat in Hem alles ligt tot ons behoud? Omdat in die Naam de deugden van Gods recht en barmhartigheid zo schitteren? Zoek dan toch niet verder. Er ís geen andere naam onder de hemel.

En die Naam is gegeven ‘onder de mensen’, aan ons mensen! Wij zijn goed door de Heere geschapen. Maar moedwillig zijn we tot vijanden geworden en hebben ons van Hem losgerukt. Maar onbevattelijk, de Heere heeft geen lust in onze dood, maar daarin heeft Hij lust, dat we ons bekeren en leven! Daarom heeft Hij onder de mensen Zijn Zoon gegeven: Immanuël, God met ons. Om ons weer te zijn tot een God. Hij heeft Hem gegeven tot recht- vaardigmaking, heiligmaking en volkomen verlossing.

Noodzakelijke Naam

De Naam is ook zo noodzakelijk. ‘We moeten zalig worden’. Vreselijk zal het zijn als we straks voor eigen rekening voor Gods troon gesteld zullen worden. Als we menen op onze eigen naam te kunnen bouwen. Als we er dan pas achter komen dat er buiten deze Naam alleen maar een eindeloze rampzaligheid is. Vreselijk zal het zijn om te vallen in de handen van een levend God. Haast u dan en spoed u dan tot deze enige Naam.

Door deze enige Naam moeten we zalig worden. ‘Moeten’ wijst ook op het eeuwige raadsbesluit van de HEERE. Hij heeft in Christus de enige Weg geopend. Deze Weg moeten we bewandelen. Buiten deze Weg is de toegang tot Hem gesloten (NGB 26). Maar in deze Zoon is de Weg geopend. Zijn Naam is Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken. Waarom? Omdat ze zalig moeten worden. Omdat ze van de Vader aan de Zoon gegeven zijn en er geen van hen uit Zijn handen zal vallen.

Geliefde lezer, is deze Naam voor u al noodzakelijk geworden? Zoek uw heil dan niet langer in uw godsdienstig leven en uw bevindingen. Maar neem de toevlucht tot Hem. Want een iegelijk die deze Naam zal aanroepen, zal zalig worden.

U weet niet hoe te bidden? O, de Heere storte maar rijk de Geest des gebeds uit in uw hart. Die zucht voor biddelozen met onuitsprekelijke zuchtingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen