Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een woord van de Almachtige

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een woord van de Almachtige

5 minuten leestijd

Wat een wonder dat de almachtige God wil spreken in het leven van zondige mensen. Zijn woord is duidelijk en altijd gepast in de omstandigheden. Het geeft onderwijs en leiding. Nodig is dat de Almachtige ook óns leven binnenkomt met Zijn woord, voor het eerst of opnieuw.Ik ben God de Almachtige; wandel voor Mijn aangezicht en zijt oprecht. Genesis 17:1b

De Heere spreekt tot Abram. Lange tijd is het stil geweest in het leven van de aartsvader. Dat had een oorzaak. Dertien jaar geleden werd Ismaël geboren, een zoon van hem en van dienstmaagd Hagar. Abram ging hierin een zelfgekozen weg. Daarom lezen we niet dat de Heere in deze jaren tot hem heeft gesproken.

En dan, onverwacht en onverdiend, verschijnt de Heere hem opnieuw. Inmiddels is Abram 99 jaar oud geworden. Jehova, de getrouwe Verbondsgod, zoekt Zijn dwalend kind op. Hij spreekt Zijn verbondswoorden en schenkt in de besnijdenis Zijn ver- bondsteken. In alles schittert hier het eenzijdige en vrijmachtige van Gods genadewerk. Als het toch niet bij de Heere vandaan zou komen, dan was het voor Gods afkerige volk een verloren zaak.

El Sjaddai

‘Ik ben God de Almachtige’. De Verbondsgod zegt eerst Wie Hij is. Hier maakt Hij Zich bekend als ‘El Sjaddai’, God de Almachtige. Zo’n 25 jaar geleden is deze God Abram verschenen in Ur der Chaldeeën. Hij heeft deze afgodendienaar getrokken uit het heidendom en gebracht in Kanaän. Hij beloofde hem een groot nageslacht waaruit eenmaal de Christus geboren zou worden. De Heere wijst Abram naar boven, naar Hem Zelf. Kort en krachtig zegt Hij: ‘Ik, God de Almachtige’. Ík, met alle nadruk.

In deze Naam drukt de Heere Zijn macht en rijkdom uit. De kanttekenaar schrijft hierbij een treffende volzin: ‘Dat is: Die niet alleen sterk en vermogend ben om u tegen alle kwaad te bewaren, maar ook genoegzaam om u met alle goederen naar lichaam en ziel te verzorgen, als zijnde een God Die de genoegzaamheid in Mijzelf eeuwig en onveranderlijk bezit, zodat hij gelukzalig is, die Ik tot Mijn bondgenoot aanneem’. Dus God de Almachtige kan alles en heeft alles. ‘Hij is een God, Die genoeg is’ (M. Henry).

Eigenlijk wil de Heere zeggen: ‘Abram, nu bent u al jaren zonder Mij bezig, maar ben Ik er dan niet meer? Ík ben God de Almach- tige! Ik ben sterk genoeg om Mijn beloften uit te voeren. Dat hoeft u zelf niet te doen. Het mag ook niet’. Zo brengt de Heere Abram met de Naam El Sjaddai van zijn steunsels af.

Bondgenoot

Wat zijn we gelukkig als we een bond- genoot van God de Almachtige mogen worden. Dit gebeurt als de God der heer- lijkheid zaligmakend verschijnt in ons leven, zoals bij Abram. Dan krijgen we de sterkste Bondgenoot Die maar denkbaar is. Eén met God betekent immers dat we altijd in de meerderheid zijn.

We leven in een tijd vol onzekerheid. Maar God de Almachtige regeert. We mogen alles aan Hem vragen voor het tijdelijk leven. Niets is voor Hem te klein. Bijzonder moeten we van God de Almachtige alles afsmeken voor het geestelijk leven. Wees toch veel met de eeuwige belangen bezig. Alles hier op aarde gaat voorbij. Zoek een bondgenoot van de Almachtige te worden. Dit kan alleen door Christus, de getrouwe Bondgenoot van Zijn Vader.

Met deze Naam wil de Heere bijzonder Zijn kinderen op Hem doen zien: ‘Ik, God de Almachtige’. Van Hem mogen de bond- genoten alle nooddruft voor lichaam en ziel verwachten. Als de Heere het geloof schenkt in deze Naam is er rust en over- gave: ‘Immers is mijn ziel stil tot God, van Hem is mijn heil’. Hebben we zo al eens genoeg gehad aan God Die genoeg is?

Plicht

De Almachtige zegt niet alleen Wie Hij is. Hij wijst Zijn bondgenoot er ook op wat Hij wil. De Heere zegt hier wat Abrams plicht is. Twee zaken worden gevraagd.

Wandel voor Mijn aangezicht’. . Abram moet altijd onder het oog van God de Almachtige blijven en in Zijn wegen gaan. Hij moet met een oprecht hart de Heere vrezen en op Hem vertrouwen (zie kantte- kening 3). Wandelen doen we vrijwillig, niet gedwongen. Onder het wandelen vinden vaak goede gesprekken plaats. Soms worden zelfs tere hartsgeheimen gedeeld. Iemand die aan God de Almachtige wordt verbonden, gaat voor Gods aangezicht wandelen. De Almachtige is de alwetende God Die alles doorziet. Hij is de wakende God Die Zijn oog op Zijn volk houdt. Zo’n bondgenoot stort bij tijden het hart uit voor de Heere. Soms wil de Almachtige Zijn hart weleens openleggen voor zo’n wandelaar.

En zijt oprecht’. . Ook dit wordt van Abram verwacht. De Verbondsgod mag het van hem eisen. Het Hebreeuwse woord ‘tamim’ heeft iets in zich van oprecht, volkomen, volmaakt. Deze oprechtheid is nauw verbonden met de wandel voor Gods aan- gezicht: Wandel én wees oprecht. Oprecht voor God kunnen we alleen zijn als het recht is met God.

Hoe kan een mens wandelen met God en oprecht zijn voor God? Abram had het van zichzelf ook niet. We weten van zijn zonden en afdwalingen. Het geheim van zo’n leven ligt in Christus. Hij is het volkomen Lam, Dat de zonde der wereld wegneemt. Hij wandelde volmaakt voor het aangezicht van God Zijn Vader, de Almachtige. Als El Sjaddai Zijn kinderen aanziet in Zijn Zoon is hun hart oprecht en hun wandel volkomen. Daarom ontstaat er in het leven van de ware bondgenoten een honger en dorst naar de gerechtigheid van Christus, Die alle eisen van het genadever- bond voor hen heeft voldaan.

De Heere sprak opnieuw in Abrams leven. Het woord van de Almachtige maakte hem klein. In die weg ontving Abram nader onderwijs.

Ook nu spreekt God de Almachtige. Zien we uit naar (meer) geestelijk onderwijs?

Leer mij naar Uw wil te hand’len,

‘k Zal dan in Uw waarheid wand’len;

Neig mijn hart, en voeg het saam

Tot de vrees van Uwen Naam.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 2021

De Saambinder | 20 Pagina's

Een woord van de Almachtige

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 2021

De Saambinder | 20 Pagina's