Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In het stoppelveld van Efratha

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In het stoppelveld van Efratha

4 minuten leestijd

Het is nacht. Het stoppelveld van Efratha ligt in het duister. Maar de hemel scheurt. Het licht gaat op. 'Vreest niet, want zie, ik verkondig u grote blijdschap'.

In het veld van Efratha - tegenwoordig heet dit'Shepherd's Field'-houden herders de nachtwacht over hun kudde. Ze 'liggen niet zomaar bij nacht i het veld! maar ze houden de nachtwacht. Dat is wat anders. Ze doen hun werk, misschien wel zo getrouw als de engelen dat in de hemel doen. Om beurten staan ze op hun post, midden in de koude, oosterse nacht, om de schapen te beschermen die aan hun hoede zijn toevertrouwd. Ze weten nauwkeurig waar de kudde zich legert in de nacht. Klaarwakker zijn ze, deze herders. Daar valt niet knus of romantisch over te doen. 'En er waren herders in diezelve landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde' (Luk. 2:8).

Wat zouden dit voor mensen zijn? Waarschijnlijk zijn dit geen mannen van naam en behoren ze niet tot de elite van die dagen. Herders telden nauwelijks mee in de maatschappij, werden meestal over het hoofd gezien. Deze nachtwakers behoren tot de onaanzienlijker tot het verachte en het onedele. Het zijn zeg maar 'de kleine luyden'van die dagen.

‘God verheerlijkt Zich nooit aan het uiter lijk grote dan om het te vernederen, maar aan het kleine dat Hem dient, geeft Hij Zijn genade'(Da Costa).

Verder weten we niet zo veel van dit koppeltje herders. Wij weten niet met hoevelen ze zijn. We kennen niet eens hun namen, maar hun namen staan wel in het Goddelijke register. Ze behoren tot het getal van de verkorenen en zijn dus dierbaar in Gods oog. Want straks zegt de engel 'dat hun geboren is de Zaligmaker' (Luk. 2:11).

Over de legering van hun hart in déze nacht zegt de Schrift echter niets. Vooralsnog is dit een nacht als alle andere nachten, even duister als altijd.

Verwachten en uitzien

Er zijn verklaarders die denken dat de herders juist in deze nacht, terwijl ze de nachtwacht houden, heilbegerig met elkaar in gesprek zijn over de komst van de Beloofde der vaderen. Ze houden gezelschap in het donker. De één zou aan de ander gevraagd hebben waarom het toch zo lang moest duren voordat Hij komen zou, de Christus der Schriften. Deze herders zouden tot het adventsvolk behoren, het zouden verwachtende en uitziende mensen zijn. Dat zou natuurlijk allemaal goed kunnen, maar de Bijbel zegt daarover niets. Het zou ook best kunnen wezen dat ze de Messias juist in déze nacht helemaal niet hebben verwacht. 'Hoe de stand van hun leven was in Lukas 2 is van minder betekenis, maar wat de staat van hun leven betreft is het: Ulieden daarentegen die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan' (ds. A. Moerkerken). Matthew Henry zegt broodnuchter: 'Ze houden zich bezig, niet met oefeningen der Godsvrucht, maar met de zaken van hun beroep'. Toch ziet Dachsel in deze mannen ook dit: 'Ze mogen naar de richting van hun hart onder de vromen worden gerekend, die op de vertroosting van Israël wachten. Ze bevinden zich op dezelfde plaats waar David eens de kudden van zijn vader weidde, en zij hebben van hem niet alleen de herdersstaf, niet alleen dezelfde weide, maar ook het hart overgenomen'. Ook Da Costa veronderstelt dat deze herders godvruchtige mannen zijn: 'Want God verschijnt nooit aan ongelovigen dan om hun Zijn oordelen aan te kondigen, of hen te bekeren zoals Hij Saulus deed'. Toch een kostelijk getuigenis over ruige mannen in een stoppelig herdersveld.

Hoe de legering van hun hart ook is, in déze nacht zijn ze volstrekt onwetend dat heel dichtbij het grote wonder plaatsvindt waarop de oude vromen al eeuwenlang hebben gewacht. Iets verderop, in Beth- lehem, doet de Christus der Schriften Zijn intrede in deze wereld. Maar deze herders zijn van gisteren en weten niet. Toch, bijna gaat hun het licht op.

Loon van het Evangelie

De eerste boodschap van de geboorte van de Zaligmaker wordt niet gebracht op het tempelplein te Jeruzalem, niet aan het koninklijk paleis, noch aan Schriftgeleerden en farizeeërs, maar aan nachtwakers in het veld van Efratha. De hemel is in barensnood, maar in Jeruzalem is er geen mens die ervan wakker ligt.

‘Waarom geen ambassadeur gezonden aan de keizer Augustus? Waarom dit niet aan de koning Herodes bekendgemaakt? En vooral, waarom dit niet de grote Joodse vergadering, de overpriesters en de Schriftgeleerden, aangediend? Het is daarom dat wij ons alleen zouden vastmaken aan Hem en alles voorbijgaan wat groot en aanzienlijk in de wereld is. Dat is toch het gedurige loon van het Evangelie, veracht te zijn naar het vlees' (P. van der Hagen).

(wordt vervolgd) W

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

In het stoppelveld van Efratha

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 2021

De Saambinder | 24 Pagina's