‘Warburton heeft zijn pad afgelegd’

Oktober 1856. John Warburton, al meer dan veertig jaar predikant in Trowbridge, is ernstig ziek. Gees- telijk had hij een goede tijd achter zich. Op zijn ziekbed zegt hij tegen een van zijn twaalf kinderen: ‘Even voor ik ziek werd, deed de Heere mij Zijn gunst smaken. Ik mocht gaan waar ik wilde, de Heere was aldaar. Ging ik in de tuin, daar was Hij. Hij ging met mij mee in de houtschuur als ik daar was om hout te zagen en te hakken. Hij leidde mij terug, de gehele weg die Hij mij had doen gaan, beide in de voorzienig- heid en in de genade. O, wat was mijn arme ziel verbroken onder het beschouwen van Zijn goedertierenheid. Ik kon nauwelijks rondlopen, want de toelachingen van mijn God schenen te veel te zijn voor het lichaam om te kunnen dragen. Ten slotte zei ik tot Hem: Lieve Heere, wat zult Gij met deze arme worm doen?’

De duivel uitgedaagd

Warburtons ziekbed werd zijn sterfbed. In zijn laatste weken daagde hij de duivel uit: ‘Hé, duivel, nu kan ik u uitlachen. O, gij vervloekte, liegende ellendeling! Gij zei mij dat ik in wanhoop zou sterven en dat ik de grootste huichelaar was die ooit geboren was. Ik ben geen huichelaar. Komt nu, komt met geheel uw helse stoet. Ik vrees u niet. In de Naam van mijn God zal ik u verhouwen’.

Hij leed veel pijn, maar het deerde niet langer. ’Wat zijn mijn smarten vergeleken met de Zijne! Zijn slapen werden gekroond met een doornenkroon. Hij werd gekrui- sigd tussen twee moordenaars, en één daarvan was de broeder van de oude War- burton, door vrije genade verlost, zonder de werken’.

Opstandig was hij niet, nu niet meer, ongeduldig wel. Hij wenste heen te gaan en alles waar hij nog over sprak was over Jezus. ‘Ik heb niets anders nu om over te praten. Het is al dezelfde Jezus, van het begin tot het einde. (…) Ik heb Jezus nodig. Als Hij weg is, is alles weg. Ik dacht dat Hij al aan de deur stond, maar voor ik de deur kon opendoen, was mijn Liefste geweken. Ik geloof dat ik het vreemdste schep- sel in de wereld ben. Ik ben zo dikwijls op en neer’.

Geen mens mocht het na zijn dood nog over hem hebben: ‘Laat mijn naam in ’t stof begraven liggen, maar laat de Naam van Jezus tot in eeuwigheid verhoogd worden’.

Sterven en begraven worden

Op donderdag 2 april 1857 kwam het einde. Op de vroege morgen van die dag zei hij nog: ‘Mijn ziel kan het niet al bevatten. Ik zal daar niet gemist worden; ik zal daar niet gemist worden’. Zijn laatste woord, om kwart over zeven in de avond, was ‘Hal…, hal…, hallelujah’.

Op Goede Vrijdag 10 april werd John War- burton begraven op het kerkhof aan Road The Down te Trowbridge. De graftekst luidt: ‘In zijn bediening streed hij voor de leer en het getuigenis van de gezegende Geest in het hart, en werd in een langdurige ziekte ondersteund met Zijn ver- troostingen. Stierf triomferend in Jezus. 2 Timotheüs 7 vers 7 en 8.

Philpot, de geleerde wetenschapper, had altijd veel achting gehad voor Warburton, de linnenwever. In een terugblik op diens leven schreef Philpot: ‘Hoe blonken zijn genadegaven uit tegenover mijn geleerd- heid. (…) Zoals hij geleefd heeft, is hij ook gestorven, de Waarheid onwrikbaar vasthoudend, nooit omgevoerd wordend met valse leringen of ingaande in hetgeen te hoog voor hem was. In zichzelf zag hij steeds meer wat hij moest verfoeien en waarvan hij een afkeer had, maar in de Heere Jezus zag hij steeds meer wat hij bewonderde en beminde. Hij heeft zijn pad afgelegd, hij heeft de goede strijd gestreden, en zijn loop met blijdschap beëindigd. Hij heeft ons achtergelaten, nog zuch- tend en kreunend in de wildernis, echter opziend tot dezelfde God en hopend op dezelfde rijke, soevereine en overvloedige genade’.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen